Collegevoorzitter Jan Mengelers houdt zijn laatste nieuwjaarsspeech. Foto | Brigit Span

Mengelers hekelt ingrijpen minister bij numeri fixi

Tijdens zijn laatste speech aan het begin van een nieuw jaar sprak collegevoorzitter Jan Mengelers gisteren zijn vrees uit voor ingrijpen door OCW-minister Ingrid van Engelshoven bij het bepalen welke opleidingen nog een decentrale selectie mogen invoeren. Ook het werven van getalenteerd wetenschappelijk personeel wordt volgens Mengelers een enorme opgave voor de Eindhovense universiteit, die hij in mei gaat verlaten.

door
foto Brigit Span

Gistermiddag tijdens de traditionele opening van het nieuwe jaar in de Senaatszaal van het Auditorium, somde Mengelers eerst alle zaken op waar de TU/e volgens hem met trots op mocht terugkijken: de afronding van de reorganisatie van de onderwijsondersteuning, de aanpassing van het ius promovendi, het Strategisch Plan 2030, de nieuwe academische plechtigheid MomenTUm en de oplevering van Atlas. Ook zei hij verheugd te zijn dat zijn opvolging en die van de eveneens vertrekkend vice-voorzitter Jo van Ham al vroegtijdig geregeld was. “Met Robert-Jan Smits en Nicole Ummelen hebben we daar twee uitstekende kandidaten voor gevonden.”

Maar over bepaalde ontwikkelingen buiten de universiteit is hij aanzienlijk minder tevreden. Zo voorziet hij grote problemen met het voornemen van OCW-minister Ingrid van Engelshoven, die het middels wetgeving onmogelijk wil maken voor universiteiten om zelf te bepalen voor welke opleidingen men een decentrale selectie wil invoeren. Oktober vorig jaar liet ze weten dat ze in de tweede helft van 2019 een wetsvoorstel wil indienen om onder meer het aantal numeri fixi tot een minimum te beperken, zeker bij opleidingen in sectoren met tekorten op de arbeidsmarkt.

Mengelers: “Binnen een jaar is, naar mijn inschatting, door een wetswijziging, de decentrale selectie nauwelijks meer mogelijk. Andere vormen van selectie zijn door Nederlandse of Europese wetgeving ook niet goed mogelijk. Dat doorkruist ons streven naar kwaliteit en beheerste groei. Binnen een jaar wordt ons het middel om te kunnen remmen op instroom uit handen geslagen. En verfijndere mechanismen zijn, bij wet, niet voorhanden, dus zullen we ze zelf moeten verzinnen. De laatste aanmeldingscijfers zijn momenteel verontrustend hoog, maar we zullen zien. De tijd zal het leren.”

Kortzichtig

De vertrekkend collegevoorzitter, hij neemt afscheid op 15 mei, ergert zich sowieso aan de “kortzichtige” opvattingen van de buitenwacht met betrekking tot de universiteiten. “Vaak scheert men alle universiteiten over een kam, of de omstandigheden overal hetzelfde zouden zijn. Bijvoorbeeld als het gaat om het vermogen van de universiteit, dat niet zou worden gebruikt om het onderwijs te verbeteren, of om iets aan de werkdruk te doen. Of de mening dat de toegankelijkheid van het onderwijs onvoldoende wordt gefaciliteerd en er geen oog zou zijn voor de toenemende stress onder studenten. Ook zou internationalisering een verdienmodel zijn voor universiteiten.”

Volgens Mengelers doen de Nederlandse universiteiten het juist enorm goed, ook op internationaal vlak. “Voor zo’n klein landje is het verbazingwekkend dat alle dertien universiteiten zich in de top-200 bevinden. Daar mag Nederland best trots op zijn en het zou ze ook recht doen ze daadwerkelijk te helpen in plaats van ze steeds te kapittelen.”

Als grootse uitdaging van het nieuwe jaar en de daaropvolgende jaren ziet Mengelers de werving van wetenschappelijk toptalent. “De komende jaren gaat ook een groot deel van onze wetenschappers met pensioen en in 2019 moeten maar liefst zeventig vacatures vervuld worden.” Hij wees ook nadrukkelijk op de sterke concurrentie die de universiteit daarbij moet aangaan met het bedrijfsleven. “ASML moet dit jaar maar liefst vijfendertighonderd vacatures zien te vullen.”

Terugkijkend op zijn periode als collegevoorzitter overheerste bij Mengelers tevredenheid. “Toen ik aantrad in 2014 trof ik hier een veelbelovende universiteit aan, nu is het een succesvolle universiteit met nog veel mogelijkheden in het vooruitzicht, maar we streven naar een universiteit die leading  is in Europa.”

Deel dit artikel