rene molengraft mars one marsrobot

Kunnen robots overleven op Mars?

Robotica is booming business. Op steeds meer plekken worden robots ingezet: zorgrobots die het huis poetsen, industrierobots die gevaarlijke klusjes opknappen en militaire robots die oorlog voeren. Het Nederlandse bedrijf Mars One kwam deze week met een wel heel bijzondere robotmissie: in 2023 willen zij de eerste mensen naar Mars sturen om daar een permanente kolonie te stichten. Robots moeten hen voorgaan en voor woonruimte, elektriciteit en voldoende zuurstof zorgen. Maar kunnen robots zich wel aanpassen aan de variabele omstandigheden op Mars en wat voor soort robot stuur je daar eigenlijk heen? Kan TUlip zich gaan verheugen op een mooi reisje?

“Je hebt robots en robots”, zegt René van de Molengraft, universitair hoofddocent bij de vakgroep Control Systems Technology aan de faculteit Werktuigbouwkunde. Daarnaast is hij technisch directeur van robotvoetbalteam TechUnited. “Er zijn robots die geprogrammeerd zijn om één bepaalde, zich herhalende handeling uit te voeren, een heel voorspelbare situatie dus. In de industrie worden die heel succesvol ingezet voor allerlei smerige en gevaarlijke taken die nauwkeurig moeten worden uitgevoerd. In de zorg bijvoorbeeld heb je te maken met wisselende situaties en heb je een robot nodig die daarop kan inspelen. Zo’n robot moet zich bewust zijn van zijn omgeving en moet zelf beslissingen kunnen nemen. Technologisch gezien een ingewikkeld vraagstuk, en hoewel we steeds een stap dichterbij komen, is de perfecte zorgrobot nog ver weg. Je kunt je voorstellen dat op Mars de situaties ook niet echt voorspelbaar zijn. Maar een autonome Marsrobot, daarvan durf ik wel te zeggen dat die er in elf jaar niet is.”

“Wat ik eerder denk, is dat de woonunits zelf zo geprogrammeerd zijn dat ze een aantal handelingen kunnen uitvoeren volgens een vaststaand stappenplan. Op zoek naar een geschikte plek, zich goed positioneren ten op zichte van elkaar en dan die zonnepanelen uitklappen. Een soort uitgebouwde Marsrover, zeg maar. Dat klinkt allemaal heel simpel, maar hier zit ook een technologisch hoogstandje achter. Je moet heel wat aannames doen en aan de hand daarvan programmeren. Loopt het dan niet zoals je verwacht had, ben je meteen klaar. Dat is de grootste zwakte van zo’n type robot. Maar een humanoïd als TUlip op reis sturen, daar heb je nu nog helemaal niets aan. Wil je daar lol van hebben, dan moet ‘ie eerst op cognitief gebied verder zijn. We zijn wel druk bezig met redeneerschema’s om de architectuur van bepaalde vaardigheden vast te leggen, maar zo snel gaat dat niet.”

“Het is een ambitieus project, binnen elf jaar mensen op Mars zetten. Natuurlijk is het altijd goed een doel te stellen. Zo hebben we bij de oprichting van de RoboCup gezegd dat we in 2060 van menselijke voetballers gaan winnen. In de academische wereld geeft zo’n doel de richting aan waar je heen wilt; en of we dan precies in 2060 overall wereldkampioen worden, of in 2065, dat maakt dan niet zo veel uit. Bij een commerciële ondernemening ligt dat anders. En er wordt veel geld in gepompt, alleen al door de technologische vooruitgang die hierdoor geboekt kan worden is het waardevol. Je moet zo’n project zeker niet afdoen met een lachertje. En toch, mensen op Mars? Ik hou wel van een uitdaging, maar mij zie je niet als Marspionier.”

Deel dit artikel