Gerard van Bussel. Foto | Guus Schoonwille

Kan de wind de hele wereld van energie voorzien?

Amerikaanse onderzoekers kwamen deze week met een model waaruit ze concludeerden dat maar liefst 250 terawatt aan windenergie geproduceerd kan worden voordat het zogenoemde ‘saturatiepunt’ bereikt wordt. Vanaf dit punt heeft het energietechnisch geen zin meer extra windturbines te bouwen. Voor het idee: het wereldwijde energieverbruik ligt momenteel op 15 terawatt. Windturbines zouden dus ruimschoots aan deze vraag kunnen voldoen. Maar de Nederlandse provincies, Noord-Holland voorop, lijken dwars te gaan liggen en willen een verbod invoeren op de aanleg van nieuwe windmolens. Want: ‘grote, moderne windmolens passen niet in ons landschap’. Moeten we nu massaal aan de windenergie?

“Er is nooit sprake van geweest dat de wind niet voldoende energie zou kunnen leveren om aan onze vraag te voldoen”, zegt prof.dr. Gerard van Bussel, hoogleraar Wind Energy aan de TU Delft. In het kader van de 3TU masteropleiding Sustainable Energy Technology is hij als gasthoogleraar ook verbonden aan de TU/e. “Wubbo Ockels zegt altijd dat er helemaal geen energiecrisis is als we de energie die op ons afkomt daadwerkelijk gaan gebruiken, en daar ben ik het volkomen mee eens. De zon levert zoveel energie -zonne-energie maar ook windenergie- dat we daar enorm mee vooruit kunnen. Ik gebruik in mijn colleges vaak een eerdere studie van bovengenoemde Amerikaanse groep. Daarin tonen ze aan dat als er op alle realistische plaatsen ter aarde -gebieden met bijvoorbeeld oerwouden, permafrost of steden uitgesloten- windturbines geplaatst zouden worden, er acht keer de wereldvraag aan energie geleverd kan worden.

Groot kritiekpunt op die studie was dat er niet gekeken werd naar de mogelijke invloed van grote windturbineparken op de onderste lagen van de atmosfeer. Die zouden ‘uitgeput’ kunnen raken,waardoor het minder hard zou gaan waaien. Uit het huidige onderzoek blijkt dat de onderste laag weer aangevuld wordt door bovenliggende lagen waardoor er meer dan voldoende windenergie beschikbaar blijft. Maar dan moeten we die molens dus wél plaatsen.”

“En daar zit meteen het grote dilemma: de maatschappelijke acceptatie van windenergie. In landen als Denemarken en Duitsland timmeren ze hard aan de weg qua windenergie. De maatschappelijke weerstand was daar veel kleiner. Veel windmolenparken zijn zelfs tot stand gekomen door burgerinitiatieven. Ik denk dat we voor het begrijpen van dit verschil in acceptatie terug moeten naar de zeventiger jaren. In Denemarken en Duitsland was de houding van de nutsbedrijven heel positief ten opzichte van particulier initiatief. De Nederlandse nutsbedrijven en overheid waren echter ronduit negatief over particuliere coöperatieve initiatieven. In plaats van in te zien dat we op een andere manier verder moesten, werd botweg gesteld dat duurzame bronnen het hele net en de leveringszekerheid zouden verstoren.

Van die negatieve trend zijn we nooit afgekomen: driekwart van het huidige nieuws over windenergie heeft een negatieve toon. En daar moet verandering in komen want windstroom is goedkoop, de prijs ligt voor de komende twintig jaar vast en het is bovendien betrouwbaar.”

“We kunnen wel blijven roepen dat windturbines ‘ons’ landschap verpesten, maar dat was ‘ons’ landschap van het vorige millennium. We staan in een nieuw millennium en daar hoort een ander landschap bij. Met meer moderne infrastructuur en dus ook met een lokale duurzame energievoorziening. In Nederland kunnen we makkelijk zo’n vijfentwintig procent van het jaarlijks elektriciteitsverbruik uit windenergie halen. Het wachten is op een regering die vooruit durft te kijken en burgers eindelijk enthousiast gaat maken. Ik blijf het tot die tijd van de daken schreeuwen: windenergie heeft de toekomst!”

Deel dit artikel