TU/e's nieuwe eredoctor Sabine Van Huffel. Foto | Rob Stevens

“Er zit meer kennis rondom mij, dan in mijn eigen hoofd”

Tijdens de dies natalis op 25 april krijgt de Leuvense hoogleraar Sabine Van Huffel een eredoctoraat van de TU/e. De Vlaamse is een autoriteit op het gebied van biomedische signaalbewerking en in eigen land een erkend rolmodel voor vrouwen in de wetenschap.

door
foto Rob Stevens

De inrichting van de werkkamer van prof.dr.ir. Sabine Van Huffel op het idyllische Kasteelpark Arenberg zegt veel over de aanstaande eredoctor. De muren hangen vol met posters voorzien van spreuken als ‘the female engineer’ en ‘5 jaar vrouwen’, en de vensterbank wordt opgesierd met een kalender met foto’s van leden van ‘haar’ groep Biomedical Data Processing. Van Huffel bewijst dat je tegelijk moeder kunt zijn van vijf kinderen en van twee dozijn promovendi en postdocs, een rol kunt spelen in het publieke debat over vrouwen in de wetenschap, en óók nog “met kop en schouders” kunt uitsteken boven de concurrentie - aldus haar erepromotor prof.dr.ir. Jan Bergmans.

Aan de buitenkant mag het onderkomen van het departement Elektrotechniek van de KU Leuven ontegenzeggelijk grandeur uitstralen, van binnen oogt het meer prozaïsch. Betegelde gangen met kale muren en zware deuren geven het interieur een aanblik die beter past bij de praktische functie van het gebouw. “We zijn wel wat krap behuisd”, vertelt de gastvrouw. “Maar gelukkig wordt er binnenkort uitgebreid, waardoor er voldoende ruimte zal zijn voor eventuele gasten uit Eindhoven.”

Die Eindhovense gasten worden namelijk verwacht: naar aanleiding van het eredoctoraat voor Sabine Van Huffel zijn er plannen voor samenwerking tussen haar Leuvense onderzoeksgroep en onder meer de groep Signal Processing Systems van erepromotor Bergmans. Dat zou moeten resulteren in het aanstellen van gemeenschappelijke promovendi, die hun onderzoek deels in Eindhoven en deels in Leuven zullen uitvoeren.

Van Huffel: “We zullen ons richten op neonatale monitoring (het elektronisch meten van onder meer de hersen- en hartfunctie van pasgeborenen, red.). Daar houd ik me al langere tijd mee bezig, omdat het me aan het hart gaat. Pasgeborenen zijn de meest kwetsbare vorm van leven en een juiste behandeling is van vitaal belang voor de ontwikkeling van de kinderen op latere leeftijd. De TU/e heeft veel ervaring met monitoring op een manier die minder ingrijpend is voor de kinderen, door de meetapparatuur bijvoorbeeld in te bouwen in kleding. Het nadeel daarvan is echter dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het meetsignaal. Met onze expertise kunnen wij eraan bijdragen dat toch zo veel mogelijk informatie uit het signaal kan worden verkregen.”

Behalve de groep van Jan Bergmans, die valt onder Electrical Engineering, zullen wellicht ook onderzoekers van de faculteit Biomedische Technologie bij de samenwerking worden betrokken. In ieder geval is het de bedoeling dat Philips Research een rol gaat spelen. “Ik vind het heel belangrijk dat dit onderzoek ook leidt tot een concreet product. Het gebeurt namelijk te vaak dat een bepaalde methode slechts wordt gebruikt zolang de bedenker ervan erbij betrokken is, terwijl je juist iets blijvends wilt creëren. Daarvoor moet een vinding kunnen verkopen. En daar zijn jullie in Nederland, en zeker in Eindhoven, beslist beter in dan wij.”

Het is tekenend voor Sabine Van Huffel: ze doet geen onderzoek om het onderzoek, of ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Het enige dat telt is dat de door haar ontwikkelde techniek ten gunste komt van de levenskwaliteit van patiënten. Dat is de drijfveer die ervoor zorgt dat ze vrijwel letterlijk dag en nacht werkt. Die motivatie heeft een duidelijk aanwijsbare oorsprong, vertelt ze. “Toen ik zestien was, moest ik aan mijn rug geopereerd worden vanwege scoliose. Daarvoor moest ik twee maanden in het ziekenhuis blijven. Ik lag op een kamer met nog drie andere meisjes, die alle drie aan botkanker leden en bij wie een been geamputeerd moest worden. Twee van hen zijn binnen een jaar overleden en de derde, die net zo oud was als ik, werd mijn beste vriendin.”

“Als ik terugdenk aan die periode, herinner ik me vooral de warmte en zorg van de artsen en zusters. Tot op dat moment wilde ik sportlerares worden, maar dat was vanwege mijn rug niet meer mogelijk. Bovendien wilde ik iets terugdoen en bij een voorlichtingsdag voor computerwetenschappen kreeg ik het cruciale inzicht dat ik mijn talent voor wiskunde zou kunnen aanwenden om de medische technologie te verbeteren. Ik zat echter op een meisjesschool waar ik maar vier uur per week wiskunde kreeg; veel te weinig om toegelaten te worden tot een ingenieursopleiding. Toen heb ik in mijn laatste jaar alles op alles gezet om te slagen voor het toelatingsexamen voor ingenieur. Dat is me gelukt.”

Toch moest ze in de jaren daarna nog veel geduld hebben. Pas na een algemene opleiding van vijf jaar tot ingenieur computerwetenschappen kreeg ze de kans om een medisch onderwerp te kiezen voor haar eindproject. Tenminste, dat dacht ze. “Men vond dat echter maar een stom idee. Ik ben toen zelf op zoek gegaan naar een geschikt onderwerp.” Na omzwervingen vond ze dat in het Leuvense ziekenhuis, waar ze analyseerde vanuit welke richting je een tumor het best kunt bestralen. Het bleek het begin van een glansrijke carrière in de biomedische signaalbewerking.

Van Huffel toont zich enthousiast over de opleiding Biomedische Technologie van de TU/e. Ze had het zelf willen studeren, zegt ze. “Toen die opleiding in Eindhoven werd gestart, vond ik dat fantastisch. Ik heb me ook ingezet om het vakkenpakket biomedische techniek in de masters elektrotechniek en werktuigbouwkunde hier in Leuven uit te bouwen tot een volwaardige master tot biomedisch ingenieur. Het is hier nu de richting waarin, na architectuur, relatief de meeste meisjes afstuderen.”

Nooit was het bij de Vlaamse opgekomen dat ze ooit eredoctor zou worden. “Ik viel echt van mijn stoel toen ik het hoorde. Zelden heb ik gelobbyd voor awards; ik voel niet veel voor dergelijke personencultus. Ik geef liever prioriteit aan de begeleiding van studenten. De maatschappij is daarmee beter geholpen.” Ze verdient de eer dan ook niet alleen, haast ze zich te zeggen. Ze ziet het als een eer voor haar hele onderzoeksgroep. “Er zit meer kennis rondom mij, dan in mijn eigen hoofd”, zo verwoordt ze dat gevoel.

Samenwerking en collegialiteit zijn de basis voor Van Huffel. “Hier is geen competitie, zeg ik altijd tegen nieuwe medewerkers. Daar kijken ze soms wel van op, maar ik geloof heilig dat je meer kunt bereiken door samen te werken dan door met elkaar de competitie aan te gaan. In de huidige wetenschapscultuur loont het vooral veel te publiceren. Daarom is men geneigd nieuwe resultaten zo lang mogelijk geheim te houden. Ik ben ervan overtuigd dat hierdoor kennis verloren gaat. Ik probeer daarom binnen mijn groep de saamhorigheid te bevorderen.”

Dat lijkt te lukken; de jonge ouders binnen haar groep vragen zelfs collega’s als peter of meter. “Dat gaat best ver; het geeft ook aan dat ze steun aan elkaar hebben in goede en kwade dagen. Zulke vriendschap maakt dat mensen beter samenwerken.”

Symposium perinatale monitoring

De dag voor de dies natalis, op woensdag 24 april, is in De Zwarte Doos een symposium over perinatale monitoring: technieken waarmee de gezondheid van moeder en kind voor en vlak na de geboorte in de gaten kan worden gehouden. Ook is er een tentoonstelling met posters en demonstraties van de nieuwste technieken. Eredoctor Sabine Van Huffel verzorgt de afsluitende lezing.

Voor meer informatie: www.symposiumperinatologie.nl

Deel dit artikel