En hoe is het in Parijs?

Sinds medio augustus heb ik Eindhoven verruild voor een andere lichtstad: Parijs. Een half jaar studeer ik daar aan de École Nationale Superieure de Chimie de Paris, of kortweg ENSCP, een grand école voor chemici. Na mijn eerste kennismaking met het Franse onderwijssysteem was ik al snel verliefd en lag mijn besluit om ervan te profiteren vast.

door

In Frankrijk is de universiteit niet het hoogst haalbare. In de tijd van Napoleon zijn er speciale ‘grande écoles’ opgericht, waar hoge functionarissen en de wetenschappelijke top worden opgeleid. Na de middelbare school kan men naar een école préparatoire gaan om in twee jaar in moordend tempo gedrild te worden, temidden van strenge competitie. Dit alles om een grande école in te mogen.

Ik doe hier onderzoek naar katalysatoren voor homogene polymerisatie van biologisch afbreekbare plastics. Hiervoor werk ik met erg gevoelige stofjes dus ik mag veel met een glovebox aan de slag en andere leuke middelen om het de chemicus makkelijk te maken. Daarnaast volg ik verrijkende vakken zoals ‘natuurlijke chemie en schoonheid’, waarbij we onder andere de chemie leren achter lippenstift, nagellak en parfum. Mijn school heeft goede banden met L’Oréal Paris en mijn klas zit dan ook vol meisjes en homoseksuelen die daar graag willen werken.

Een grote verrassing voor mij was hoe een grande école verschilt van een école préparatoire. Na twee jaar non-stop studeren willen veel mensen ook eens wat anders doen, wat resulteert in een bijzonder actief verenigingsleven. In de eerste tweeënhalve maanden waren er iedere avond feestjes die mede als doel hadden een vereniging te introduceren en hiervoor een bestuur voor het aankomende jaar te werven. We hebben een kunstvereniging, een filmvereniging, een vereniging voor liefhebbers van de Franse taal, een vereniging voor mensen uit het Zuiden, een vereniging voor ontwikkelingshulp (ze reizen zelf af naar Togo), een skiclub, verschillende sportclubs, verenigingen die stages regelen met bedrijven, lesgeven aan kansarmen en ga zo maar door. Het is dan ook normaal dat iedere tweedejaars hier (vergelijkbaar met een masterstudent) bestuurlijke taken van meerdere clubs draagt.

In het derde en laatste jaar geven de studenten een speciale afscheidsvoorstelling: ‘les pisettes’, een beetje zoals de musical in groep 8, maar groter en ludieker. Er worden filmpjes gemaakt, toneelstukjes, dansjes en ook de professoren spelen mee. Hier wordt flink wat moeite ingestopt, zo werd in het weekend in het grootste geheim de school omgetoverd tot een racebaan voor de ‘Mario Kart’ sketch, waarvoor we eerst urenlang winkelwagentjes hebben gedecoreerd en omgebouwd.

Ook buiten school is er veel te doen. Zo is Parijs een prachtige stad om te fietsen en er zijn tal van gratis musea en verenigingen. Tevens woon ik in een prachtig ‘paleis in Parijs’ op de Cité Universitaire, een campus vol met mooie gebouwen om met name internationale studenten te huisvesten. Er zijn hier geregeld feestjes, voorstellingen en evenementen. Mijn huis wordt ook dagelijks gebruikt voor fotoshoots en recepties.

Hoewel het levensritme van een Parijzenaar wordt omschreven als ‘metro, boulot, dodo’ (metro, werken, slapen) zijn mijn ervaringen allesbehalve eentonig. Het zou zeker geen straf zijn als ik nog een paar jaartjes mocht blijven.

Deel dit artikel