Emile Aarts. Foto | Bart van Overbeeke

“Data science is goud voor deze regio”

Na twintig jaar als parttimer met een leerstoel is het zover. Emile Aarts treedt toe tot het gilde van hoogleraren dat in voltijd werkt aan de TU/e. Waarmee -eindelijk- zijn intreerede een feit wordt. Morgen -vrijdag 15 november- vertelt de decaan van de faculteit Wiskunde & Informatica over een van zijn vakgebieden: data science. Wat vindt hij in dit licht van de praktijken van de NSA?

Een fijne neus voor actualiteit kun je hem niet ontzeggen. Lef evenmin. Prof.dr. Emile Aarts zal morgen een groot deel van zijn intreerede besteden aan data science. Een positief epistel over de prachtige kansen die het relatief nieuwe vakgebied offreert. Terwijl juist op dit moment een wereldwijde rel woedt over de ongebreidelde en illegale spionage door de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA. Die viste afgelopen jaren miljoenen data op van onwetende burgers en politici. Het heeft de discussie over het gebruik en vooral misbruik van data doen oplaaien. Er zijn minder risicovolle thema’s voor een intreerede te bedenken, toch?

“Nee, liever geen verhaal over Emile Aarts zelf. Ik heb dertig jaar in het bedrijfsleven gezeten. Daar speelt een individu geen rol. Dat is fijn werken. Heb je niet met die ego’s te maken. Ik heb geleerd om enorm ‘resilient’ (veerkrachtig, red) te zijn. Volgens het Chinese spreekwoord “De eik vreest de storm, het riet geniet”. Je moet wel ruggengraat hebben, voor dingen blijven staan. Maar ik denk dat ik extreem plooibaar ben. Ik ben gericht op oplossingen, actie. Directe conflicten moeten voor mij altijd een inleiding hebben in een hogere doelstelling. Tenzij iemand onacceptabel gedrag vertoont op intermenselijke basis.”

Data science als hoofdmotief. Ingepakt in een laag van elan, ambitie, hoop en vooruitgang. Daarover gaat een groot deel van zijn intreerede. “Ik start in mijn geboortejaar, 1955, een jaar van niks. Maar wel het jaar waarin de oprichter van Apple ter wereld kwam. Het eerste jaar dat het woord artificial intelligence valt. Kleine dingen die nu heel betekenisvol geworden zijn. Het jaar staat ook voor enorme groei, de minirok, vliegverkeer met straalvluchten. Hoop en vertrouwen in techniek stond centraal.”

Maar de decaan blijft niet hangen in het verleden. Liever praat hij over de toekomst. “Wij gaan in een samenleving leven die ‘always on’ is. Daar komen twee dingen uit voort. De nieuwe beroepscategorie data science en een nieuwe soort ingenieur: de data scientist. Wij hebben aan deze universiteit alles in huis om daarin koploper te worden.”

Data kunnen de mens dienen, maar zetten we onze privacy niet te veel op het spel?

“Het antwoord is simpel. Je hebt geen keuze. Dus zorg er maar voor dat het wordt wat jij wilt. Als jij het niet doet, doen anderen het. Er is wereldwijd zoveel ontwikkeling op dit gebied, er zijn zoveel krachten die het in een bepaalde richting stuwen, positief of negatief. Je kunt het niet tegenhouden. Als je zou besluiten dat je niet meer meedoet in de wereld van internet of mobiele telefonie dan zet je jezelf totaal buiten de wereld. Er zijn mensen die dat doen, die kunnen best gelukkig worden, maar die zullen niet meer bijdragen aan de ontwikkeling van de maatschappij.”

Met zijn allen online aan de keukentafel?

“Ik wil geen advocaat zijn van een maatschappij waar totale vervreemding een feit is. Tijdens een paneldiscussie maakte een Finse filosoof ooit een opmerking die me bijna tot tranen toe roerde. ‘Mijn telefoon geeft mij de kans om ieder moment op de dag, waar ik ook ben, mijn geliefde te laten weten dat ik onmetelijk veel van haar hou’. Jaaah, dat is wel mooi hoor. En het is gewoon waar. Natuurlijk heeft het ook een donkere kant. Zoals altijd. Maar de voordelen zijn zo onmetelijk veel groter dan de nadelen. Als we het goed aanpakken, beheersen we die nadelen en genieten we van de voordelen.”

Wanneer kunnen we data science als studie en vakgebied verwachten?

“Nu. Ik heb evidentie in mijn verhaal zitten in termen van getallen. De Verenigde Staten hebben data science erkend als een nijpend iets. Er bestaat een Obama-act van maart 2012 waarin de president 200 miljoen dollar ter beschikking stelt voor de versnelde ontwikkeling van dit gebied. De hoeveelheid data die nu ter beschikking staat, is onmetelijk groot. Alle bedrijven zijn intussen in staat om data te genereren. Loggen hun files, loggen gegevens. Een mooi voorbeeld: de baas van Booking.com zei eens: ‘Ga mensen niet vragen wat ze willen, je moet kijken wat ze doen’. Booking.com volgt daarom op websites de handelingen van mensen.”

Het lijkt erop dat een deel van die 200 miljoen dollar bij de NSA is terechtgekomen.

“Ongetwijfeld. Het betekent dat we een gesprek moeten openen over het reguleren hiervan. Er moet iets gebeuren waardoor het illegaal data verzamelen voorkomen wordt. We hebben op de TU/e kennis in huis om nieuwe vormen van telefonie te ontwikkelen waarbij afluisteren niet meer kan.”

Dan praat je over technologie, niet over beleid.

“Vijftien jaar geleden werden voor het eerst camera’s geïntroduceerd in uitgaansgebieden. Mensen vonden dat affreus, een totale inbreuk op de privacy. Nu weet ik dat hetzelfde publiek liefst op stap gaat in een omgeving waarvan ze weten dat er cameratoezicht is. Je ziet hoe de maatschappij van mening verandert. Ik ben niet degene die de ethische vraagstukken zal adresseren in termen van oplossen. Dat is niet mijn gebied. Maar wij moeten wel ervoor zorgen dat de maatschappij meedoet.”

Waar staan we over tien jaar met data science?

“Waar de informatica uit de wiskunde is gegroeid, zal data science uit de wiskunde en informatica groeien. Dus krijgen we faculteiten Data science en zullen er vacatures in de krant verschijnen voor data scientist. Het zal een beroep worden waarvan de besten zeer goed betaald krijgen. Het is ook een vak waar multidisciplinaire elementen een rol spelen. Met een totale integratie tussen menselijke en technologische aspecten. Waarbij begrippen als vertrouwen of gedrag net zo belangrijk zijn als algoritmische security, of datacenters. Dat maakt dat het beroep heel interessant is voor mensen die verbindende interesses hebben. Ook voor vrouwen, die toch vaak worden gezien als een categorie die de zachte component meer aanspreekt. In deze regio is data science goud voor ons.”

Prof.dr. Emile Aarts houdt vrijdag 15 november zijn intreerede met de titel ‘Always-on’. Dit doet hij vanaf 16.00 uur in de Blauwe Zaal van het Auditorium.

Deel dit artikel