Esther van Vliet.

En hoe is het in Stockholm?

Inmiddels woon ik al zo’n zes maanden in Zweden. Eerst een exchange in Göteborg en sinds twee maanden werk ik aan mijn afstudeerthesis voor Innovation Sciences aan het Karolinska Institutet in Stockholm.

Zweden is een bijzonder land om te wonen, vol met contrasten. Zo kan het sneeuwen in april en als je hier oud genoeg bent om alcohol te drinken, moet je nog twee jaar wachten voordat je het legaal mag kopen.

Mijn hele perceptie van afstand is hier wel even aangepast en voelt als een tegenpool van wat ik gewend ben. In Nederland was het een onderneming om naar een natuurterrein te gaan, terwijl ik hier met een kleine wandeling het gevoel heb dat ik in de middle of nowhere sta, terwijl het eigenlijk nog binnen de stadsgrenzen van Stockholm valt. En waar ik er in Nederland wel twee keer over nadacht om naar een verjaardag met een uur reistijd te gaan, lijkt het hier opeens minder ver weg, want op natuur na moet je voor alles wel een stukje reizen.

Ook in het dagelijks leven zie je veel contrasten. Alles lijkt hier netjes volgens de regels te gaan. In een schoenenwinkel sta je netjes in de rij voor je de andere schoen kunt passen, er wordt niet gedrongen voor de metro, de meeste internationale studenten zijn nog altijd vrij onbekend met Zweedse scheldwoorden en op straat ziet het er schoon uit.

Tegelijkertijd heeft bij de laatste verkiezingen in september een zeer rechtse partij, aan mij wordt het simpel uitgelegd als ‘die racistische partij’, enorm veel stemmen binnengehaald, wordt er bij elke supermarkt wel “hejhej” naar je geroepen als lok om geld te geven aan een (vermoedelijk illegale) bedelaar. Pas als je echt ergens woont, krijg je het hele kleurenpalet van een land en stad in beeld.

Deel dit artikel