Schoolkinderen in Sierra Leone met de gevulde schoendozen.

Schoonmaker TU/e op de bres voor kansarme kinderen

Twaalf jaar geleden verliet hij Sierra Leone, weg van oorlog en terreur. Een groot deel van zijn achtergebleven familie vluchtte, jaren later, ook - voor ebola. Toch hoopt Solomon Jarette, schoonmaker aan de TU/e, zo snel mogelijk terug te gaan naar zijn geboorteland. Liefst ooit definitief, maar voor nu zo vaak hij kan - om kansarme kinderen uitzicht op een toekomst te geven.

Zo'n tien jaar zaten er tussen zijn vlucht uit Sierra Leone en zijn terugkeer naar het land. In die tijd bouwde de 35-jarige Jarette een nieuw bestaan op in Europa, met zijn vrouw, kinderen, een Nederlands paspoort op zak en -sinds een jaar of vijf- een baan als schoonmaker op het TU/e-terrein. Hij werkte in diverse universiteitsgebouwen, op dit moment vooral in Matrix, Helix en het Studentensportcentrum.

Al was de oorlog intussen allang voorbij, de terugkeer naar zijn geboorteland in 2013 maakte diepe indruk. “Veel mensen daar zijn zo arm, hebben het nog zó moeilijk, ook in het dorp waar ik vandaan kom. Dat was niet fijn om te zien.” Vooral de omstandigheden waaronder veel Afrikaanse kinderen leven, grepen hem aan. “Sommigen gaan wel naar school, maar niet elke dag. Omdat ze geen schoenen of kleding hebben, of omdat hun ouders het schoolgeld niet kunnen betalen.”

De omstandigheden daar staan volgens Jarette in schril contrast met het leven van hem en zijn gezin hier in Nederland. “Nederland is het paradijs. Er is hier vrijheid, er is werk. En als je niet kunt werken, krijg je een uitkering of ww. Er wordt voor iedereen gezorgd.”

Hoe kunnen wij, in Nederland, de mensen in Afrika helpen? Dat is volgens Jarette de vraag die hij en enkele vrienden zichzelf na hun bezoek aan Sierra Leone stelden. Samen richtten ze daarom anderhalf jaar geleden ‘Don’t Forget The Children’ op: een non-profitorganisatie gericht op het helpen van minderbedeelde kinderen wereldwijd. De stichting -die eind december officieel werd gelanceerd- bouwde onder meer al enkele scholen en is bezig met het bouwen van een watersysteem en het opzetten van een bewustwordingsprogramma over ebola.

Een verschil maken in het leven van minder bevoorrechte kinderen wereldwijd, dat is wat de stichting beoogt. En dat verschil schuilt soms in kleine dingen, stelt Jarette. Hij wijst op het succesvolle project waarvoor Eerselse basisschoolkinderen twee jaar op rij honderden schoenendozen vulden met spulletjes voor arme kinderen elders. Potloden en papier voor op school, “maar ook een tandenborstel en tandpasta. Kinderen in Afrika zijn daar zó ontzettend blij mee”.

Voornaamste project waarop de stichting zich nu richt, is de bouw van een aantal klinieken in dorpen in Sierra Leone - samen met Guinee en Liberia het hardst getroffen door de in 2014 uitgebroken ebola-epidemie. Ruim 5,7 miljoen inwoners telt het land, voor wie volgens hem maar drie grote ziekenhuizen beschikbaar zijn. Veel zieken blijven dan maar thuis, weet hij, of zoeken dubieuze lokale genezers op. “Of ze lopen soms wel veertig kilometer naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis, waar al lange rijen mensen staan te wachten. Als daar iemand met ebola tussen staat, is het infectiegevaar enorm.”

Niet dat ze intussen in Nederland stilzitten, maar teruggaan naar Sierra Leone is er voorlopig niet bij voor de vrijwilligers van Don’t Forget The Children: vanwege de ebola-uitbraak komt bijna niemand het land in of uit. Maar hun handen jeuken om er verder te gaan met hun projecten, ook in ándere landen waar hulp hard nodig is. Het ingezamelde geld of materialen dan maar opsturen? Liever niet, zegt Jarette: “We willen er zelf bíj zijn, met eigen ogen zien dat ons geld en onze spullen goed terechtkomen”.

Veel naar Europa gevluchte Afrikanen willen, gehecht aan hun hier opgebouwde bestaan en bijbehorende zekerheden, niet terug naar hun geboortestreek, weet Jarette. Maar híj, uiteindelijk, liefst wél. “Nog altijd willen veel jongeren weg uit Afrika. Ik wil juist helpen om hun situatie dáár beter te maken, zodat ze daar kunnen blijven. Al kan ik maar drie kinderen helpen, al zou íeder van ons maar iets doen waarmee hij drie kinderen kan helpen - samen maken we dan een groot verschil.”

Kijk voor meer informatie over de stichting op de site.

Deel dit artikel