André Kuipers. Foto | Bart van Overbeeke

“Wij zijn de ogen en handen van de wetenschappers”

Mensen zijn van nature ontdekkers. Ze wíllen bovenop die berg komen, simpelweg omdat ie er stáát. Zo begon ruimtevaarder André Kuipers dinsdagochtend voor een paar honderd studenten in de Blauwe Zaal zijn routineuze doch enthousiaste betoog. Zijn lezing vormde de opening van de Bedrijvendagen, vandaag en morgen in het Auditorium van de TU/e.

In zijn drang tot ontdekking moet de mens slim zijn. “We zijn geen vissen, geen vogels; veel plaatsen op en rond de aarde zijn voor ons gewoonweg ongeschikt. Maar we hebben wel hérsenen.” Daarmee veroverde de mens in de loop der tijd zijn omgeving - met dank aan de dromers, denkers, doeners en durfals die volgens Kuipers bij iedere ontdekking onmisbaar zijn.

In sneltreinvaart neemt de openingsspreker zijn gehoor mee op reis door de ruimtehistorie. Hond Laika (het eerste levende wezen in de ruimte) en kosmonaut Joeri Gagarin (de eerste mens in de ruimte) passeren, evenals Apollo 8 (de eerste bemande missie die in een baan om de maan werd gebracht) en het in 1989 gestarte ISS-project: de “fantastische internationale samenwerking” die volgens Kuipers de Nobelprijs voor de Vrede verdient.

Hij vertelt over de moeilijkheden van het bouwen voor de ruimtevaart: “Je kunt om te beginnen niet even op en neer voor wat onderhoud”. Over de jarenlange voorbereidingen voor een missie, voor tachtig procent gericht op troubleshooting waarmee de astronaut in de ruimtepraktijk hopelijk niet eens te maken krijgt. Over trainingen in de Sojoez: een ruimtecapsule van Russische makelij, waarbij alle informatie en aanwijzingen aan boord in het Russisch zijn. Alles klinkt hetzelfde, beschrijft Kuipers: “Maar het één betekent ‘aan’, het ander betekent ‘uit’”.

Publiek en media praten altijd graag over en met de astronauten, “maar bij projecten en ontwikkelingen in de ruimtevaart zijn dúizenden mensen betrokken”. Het overgrote deel van het werk wordt op de grond verzet; de astronauten zijn, eenmaal op missie, de uitvoerders. Ook van talloze wetenschappelijke experimenten aan boord van ISS, waaronder (tijdens Kuipers’ eerste missie in 2004) een proef met plasmalampen van de TU/e en Philips. “Wij zijn de ogen en handen van de wetenschappers.”

Een spervuur aan feiten, cijfers, overzichten en schema’s krijgt het publiek in de Blauwe Zaal op zich afgevuurd. Gijs van Pamelen van de organiserende Wervingsdagen, die na tienen regelmatig de klok van zijn smartphone checkt, weet maar met moeite de aandacht te trekken van de niet te stuiten prater op het podium.

Maar die wil zijn publiek, na een uur vol ruimtevaarttechniek, toch echt de fun stuff niet onthouden. Eerder was er al gelachen om de ‘Pilots over the Caribbean’-filmposter die Kuipers en zijn collega’s van ISS-expeditie 30 van zichzelf maakten. Smeuïg vertelt Kuipers bovendien over bijgeloof in de ruimtevaart, over de routines en rituelen aan boord van ISS (inclusief filmavond op vrijdag, waarvoor de NASA de ruimtevaarders van de allernieuwste blockbusters voorziet), de broodnodige work-outs (waaronder zwevend fietsen of hardlopen tegen een muur) en het omgaan met zwevende -en makkelijk zoekrakende- objecten. En over het risico op verdwalen omdat het ‘boven’ in een bepaalde ruimte het ene moment, bij het opnieuw betreden ervan een paar uur later geheid ‘onder’ is. Ook Kuipers’ beschrijvingen en foto’s van bijzondere fenomenen die hij vanuit ISS boven de aarde waarnam, vallen goed bij het publiek.

Onder anderen twee leden van STORM Eindhoven hangen ruim een uur aan Kuipers’ lippen. “Mooi om zo een inkijkje te krijgen in alle techniek die bij zo’n missie komt kijken”, vinden Nick Peters en Remco Mulders van het studententeam. Zelf waren ze vanochtend óók op een missie - en die slaagde. Voorafgaand aan Kuipers' lezing wisten ze de astronaut vlug hun visitekaartje in de hand te drukken, in een poging hem warm te krijgen voor hún 'reis om de wereld'.

Deel dit artikel