Timo Tak in actie tijdens een eerdere wedstrijd. Foto | Bram Berkien

Masterstudent TU/e komt uit op EK Boulder

Timo Tak, masterstudent Innovation Management, komt vanaf donderdag uit op het EK Boulder in het Oostenrijkse Innsbruck. Sportklimmer Tak gaat voor de top, in elk geval letterlijk - in figuurlijke zin zou het bereiken van de Europese halve finale “al heel tof” zijn. Op het NK in Delft, een week later, lonkt het podium wél nadrukkelijk.

Het was zijn al klimmende zus die de student (nu 29) zeventien jaar geleden naar de klimwand trok. Om nou te zeggen dat hij de sport vanaf de allereerste greep direct helemaal het einde vond - nee. Maar uitgedaagd voelde Tak zich wel. Toen hij, een paar maanden verder, de basis onder de knie had en al flink wat vooruitgang had geboekt, besefte hij: “Ik ben hier eigenlijk best goed in”. Hóe goed, gevat in de Franse waardering die in Nederland wordt gebruikt: Tak komt intussen tot 8A+. Kenners weten: 8C+ is de absolute top.

Wat Tak onder andere aanspreekt in de klimsport, is de breedte ervan. “Je kunt het competitief beoefenen, proberen te winnen van ánderen, maar het ook meer als een levensstijl benaderen, net als surfen.  Lekker buiten klimmen en je eigen uitdagingen zoeken, op eigen houtje je grenzen verleggen.”

Ook in het klimmen zélf houdt hij zijn horizon liefst breed. “Klimmen is een totaalsport. Je kunt je blindstaren op krachttraining, maar dat wil niet zeggen dat je daarmee beter gaat klimmen. Het is een combinatie van kracht, balans, techniek, timing, strategie. En ik wil op álle vlakken beter worden.” Als hij, na enig aandringen, dan toch íets moet noemen waarin hij uitblinkt? “Ik ben goed in het balans-aspect, in priegeldingetjes. Ook op de liggende wand, het ‘plaatklimmen’, ben ik vaak wel beter dan de rest.”

Tak traint drie tot vier keer per week bij Monk Bouldergym op Strijp-S, waar hij ook nog twee keer per week training geeft aan jonge talenten. Het klimmen loopt dus als een dikke rode draad door zijn weken, terwijl de TU/e-afstudeerder het op sportief gebied eigenlijk juist al wat rustiger aandoet. Zes jaar terug stapte hij namelijk uit de Nederlandse selectie waarvan hij, via de bond, vijf jaar deel had uitgemaakt.

“Ik stond voor de keus: wordt de sport mijn nummer-1-bezigheid, of ga ik ook nog wat anders doen?” Hij koos voor het laatste, maar bleef naar eigen zeggen “behoorlijk fanatiek. Ik ben zelfs beter dan eerst, misschien wel juist vanwege de ontspanning die er nu in zit. De ruimte die ik nu heb, heeft me waarschijnlijk juist vérder gebracht.”

Dat neemt niet weg dat er nog veel te winnen valt, letterlijk en figuurlijk. Want drie keer een tweede plek bij het NK Lead (het met touwen beveiligde routeklimmen, soms tot twintig meter hoog) en twee keer zilver bij het NK Boulder (kortere routes, explosiever, met valmatten ter bescherming); dat zit de student toch niet helemáál lekker. Vooral het NK Boulder zou hij maar wat graag eens op zijn naam schrijven.

En dat is haalbaar, stelt Tak: “Ik maak nog aan de lopende band progressie, voel dat het plafond nog niet bereikt is. Dat geeft vertrouwen dat het wel een keer gaat lukken”. Op het naderende NK Boulder in Delft zal hij daarvoor in elk geval Neerlands klimtrots Jorg Verhoeven moeten zien te kloppen. “Maar als mijn vorm die dag goed is en hij net wat scherpte mist, zou ik ‘m zomaar kunnen pakken.”

Over het aankomende EK, waarvoor hij woensdag naar Innsbruck afreist, maakt Tak zich geen al te grote illusies. “Ik kan mooi mee in de middenmoot, maar ik ben geen wereldtopper. De halve finale, een plek in de top-20, zou voor mij al heel tof zijn.” In het herenveld komen tachtig Europese klimmers uit, onder wie vijf Nederlanders. Vera Zijlstra is de enige Nederlandse deelnemer bij de vrouwen.

Deel dit artikel