Harry Potter-achtige taferelen in de eetzaal in Oxford.

En hoe is het in Oxford?

Drie maanden stage in Oxford. Ik was nog nooit in Engeland geweest, en mijn impressie van het land was samen te vatten in twee zinnen: Waarom hebben ze daar niet gewoon euro’s? Waarom rijden ze daar niet gewoon rechts? Typisch Nederlands: doe maar gewoon! De kritische lezer vraagt zich allicht af waarom de schrijfster zich überhaupt naar Oxford wou begeven; zij moet eerlijk toegeven dat ze het zelf ook niet weet.

Nu, aan het einde van mijn stage, moet ik bekennen dat ik enigszins verliefd ben geworden op Oxford. De universiteit ís min of meer de stad, en die heeft iets magisch. Het onderwijssysteem wijkt erg af van dat in Eindhoven. De universiteit fungeert als een soort koepelorgaan voor verschillende colleges, vergelijkbaar met de huizen zoals in de Harry Potter-boeken (alleen dan zijn er 38 colleges in plaats van 4 huizen). Alle studenten zijn lid van een college, vanuit daar wordt je tutoring georganiseerd, wat een belangrijk deel uitmaakt van het onderwijs.

Net als in Harry Potter zijn er eeuwenoude rivaliteiten tussen de colleges. Zo is er nog altijd onenigheid over de kwestie welk college nu eigenlijk het oudste is. En daarmee zijn we nog niet klaar met het trekken van parallellen met de bekende boekenreeks. Er wordt gedineerd in grote zalen met lange tafels, de studenten dragen bij formele gelegenheden gewaden die op tovenaarstenues lijken en ieder college heeft zijn eigen common room waar studenten kunnen rondhangen. Uitbundig sportfanatisme is er ook, met roeien als niet-magische tegenhanger van zwerkbal.

Mijn respect voor J.K. Rowling is grotendeels verdwenen; het grootste verschil tussen de Harry Potter-wereld en Oxford is het ontbreken van echte magie bij de laatste (alhoewel je met veel geld ook wonderen kunt verrichten, en geld, dat is er wel in Oxford).

Renée Koolschijn, PDEng programma Design & Technology of Instrumentation bij Applied Physics

Deel dit artikel