Wim van Saarloos. Foto | Bram Saeys

Wim van Saarloos: ‘Wetenschappers houden het voor het zeggen bij NWO’

Wetenschappers kwamen welhaast in opstand toen het kabinet verregaande hervormingen bij onderzoeksfinancier NWO aankondigde. Maar nu zit iedereen op één lijn, verzekert natuurkundige Wim van Saarloos, bouwmeester van het nieuwe NWO.

Jaarlijks verdeelt de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) zo’n 650 miljoen euro. Wetenschappers kunnen er hun eigen plannen indienen of meedingen naar geld voor specifieke onderwerpen. Wel of geen beurs van NWO kan een carrière maken of breken.

Ook al morren wetenschappers wel eens over vreemde afwijzingen of krappe budgetten, de meesten vinden het goed dat NWO in principe zonder bemoeienis van buitenaf het geld over de beste wetenschappers kan verdelen.

Dus toen het kabinet de invloed van wetenschappers wilde inperken, haalde men hard uit. “Er lag zo’n slecht plan voor de toekomst van NWO dat de hele wetenschapswereld werd wakker geschud”, zegt Wim van Saarloos. “Zo moest het dus niet, maar hoe dan wel?”

Natuurkundige Van Saarloos was directeur van fysicastichting FOM en geeft nu vorm aan het toekomstige NWO, als ‘programmadirecteur transitie’ in opdracht van alle NWO-besturen. Binnenkort komt hij in het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, eerst als vicepresident en later als president. Het maakt hem een van de meest invloedrijke mensen in de Nederlandse wetenschap.

Critici zeiden: NWO doet zijn werk best goed, blijf er maar vanaf. Waarom moest er iets veranderen?

“NWO bestaat uit negen wetenschapsgebieden met allemaal een eigen bestuur, met daarboven nog het algemene bestuur. De organisatie is erg verkokerd, terwijl er in de wetenschap steeds meer behoefte is aan brede multidisciplinaire onderzoeksprojecten. Denk aan programma’s op het gebied van nieuwe energie, waar ik zelf bij betrokken ben geweest. Daar heb je chemici en fysici voor nodig, maar ook wiskundigen en sociale wetenschappers: eigenlijk alle gebieden behalve misschien de gezondheidswetenschappen. Of neem een project over de bouwstenen van het leven: daar doen ook allerlei disciplines aan mee. Maar bij NWO moest je steeds van gebiedsbestuur naar gebiedsbestuur om iets voor elkaar te krijgen.”

Speelt de politieke druk ook een rol?

“Laten we eerlijk zijn: ook vanuit de politiek en de buitenwereld is er behoefte aan breder onderzoek. We proberen genuanceerd te zijn: het gaat bij de hervorming van NWO niet zozeer om politieke druk, maar om een gerechtvaardigde maatschappelijke wens dat wetenschappers zich ook buigen over belangrijke onderwerpen als gezond ouder worden en de duurzaamheid van steden.

Die trend is ook de reden dat wij bij FOM bereid waren om onze zelfstandige stichting eventueel te offeren aan de nieuwe organisatie. We konden moeilijk zeggen: er moet iets veranderen, maar wij doen er niet aan mee.”

Er stak een storm van protest op tegen de plannen met NWO, omdat het bedrijfsleven en de overheid te veel macht zouden krijgen. Is die nu gaan liggen?

“Ja, er was veel protest tegen het oorspronkelijke plan, waarover ook ik me ernstige zorgen maakte. Dat heb ik toen ook in een krant gezegd. Maar het heeft wel iedereen op scherp gezet. Doe dan zelf maar een nieuw voorstel, zei het kabinet tegen NWO. Er ging een NWO-werkgroep aan de slag onder leiding van Douwe Breimer en al snel was er consensus over een nieuw model. De gebieden en instituten hebben het makkelijk gemaakt door met een eigen houtskoolschets van de nieuwe organisatie te komen. Ik was toen zelf al bij de lobby betrokken: we moesten mensen verenigen voor een nieuw model.”

Nu is het wetsvoorstel voor het nieuwe NWO online gezet en staat er nog steeds niet duidelijk in dat NWO van de wetenschappers moet blijven. Maakt u zich daarover geen zorgen?

“De wet zegt weinig, er staat niet zoveel in. We gaan bijvoorbeeld een raad van advies instellen waarmee het bestuur van NWO regelmatig over allerlei onderwerpen praat om gevoel te houden voor wat er in de buitenwereld speelt. Dat staat er ook niet in. De wet is vrij technisch, ik maak me er niet zoveel zorgen om. Kijk maar eens naar de vorige wet: die was ook beknopt. Je zet in de wet ook geen profielen voor toekomstige bestuurders. Wat voorop staat, is dat de leden van de raad van bestuur en de domeinbesturen vooral zullen bestaan uit wetenschappers, net als nu. Dat is veel belangrijker dan de precieze formulering in de wet.”

Drie ministeries krijgen een lid in de raad van toezicht: mengen ze zich dan niet te veel in het beleid?

“De raad van toezicht maakt geen beleid, dat doet het bestuur. En vergeet niet dat bijvoorbeeld het ministerie van Volksgezondheid nu eigenaar is van het gebied voor de levenswetenschappen, ZonMw. Het is eigenlijk de opdrachtgever. De governance verandert straks, maar het ministerie kan in de toekomst nog steeds opdrachten geven.”

Dus de ministeries verliezen aan invloed en krijgen in ruil een plek in de raad van toezicht?

“Nu moet ik even oppassen dat ze het op de ministeries niet verkeerd begrijpen. De dagelijkse contacten veranderen natuurlijk niet, zoals bijvoorbeeld tussen Economische Zaken en innovatiestichting STW. Alleen in bestuurlijk opzicht wordt de invloed van sommige ministeries inderdaad kleiner, maar dat geldt ook voor de gebiedsbesturen en instituten. Formeel hebben we straks te maken met één organisatie die onder het ministerie van OCW valt. Het is logisch dat de ministeries van Economische Zaken en Volksgezondheid dan een toezichthoudende rol krijgen.”

U wordt over twee jaar president van de KNAW. Kunt u straks nog wel nog kritiek leveren op de veranderingen bij NWO die u nu zelf doorvoert?

“Als ik mijn werk niet goed doe, zullen wetenschappers dat heus wel zeggen. Wanneer ik naar de KNAW ga, zal ik me natuurlijk op dit dossier op afstand houden. Dat lijkt me wel netjes. Maar het bestuursmodel dat er nu ligt, heeft de steun van universiteitenvereniging VSNU, de KNAW en de winnaars van de Spinozapremie, die een brief hadden gestuurd. De Jonge Akademie staat er ook achter. En van alle kanten hoor ik dat men blij is met de vervolgstappen die nu zijn genomen.”

Komt fundamenteel onderzoek niet in het gedrang als de afzonderlijke wetenschapsgebieden minder zelfstandig worden?

“Er moet ruimte zijn voor ongebonden fundamenteel onderzoek en die ruimte is de afgelopen jaren aanzienlijk afgenomen. Door bijvoorbeeld de economische topsectoren waar NWO bij betrokken is, wordt de druk groter om thematische programma’s te financieren. Vrij onderzoek is dan het sluitstuk. Daar moet zeker weer meer ruimte voor komen en daarom hoopt iedereen in de onderzoekswereld op een extra investering in wetenschappelijk onderzoek.”

Maar zou je NWO niet zo willen organiseren dat die ruimte er gewoon blijft, ook als de budgetten krap zijn?

“Als die investering niet komt, zul je lastige keuzes moeten maken. NWO doet zijn best om uit te leggen dat de ruimte nu al onacceptabel klein aan het worden is: de aanvraagdruk op onderzoeksbeurzen is groter dan ooit. Ik heb er wel een mening over, maar ik ga niet over het beleid van NWO.”

Deel dit artikel