Doorgroeien wordt must voor elke universitair docent

Elke nieuwe universitair docent die de TU/e straks aanneemt, moet doorgroeien tot universitair hoofddocent. Wie dat na acht jaar niet lukt, moet de universiteit verlaten. Dit staat in de notitie ‘Excellent People Attract Excellent People’, waarin het nieuwe personeelsbeleid voor wetenschappers wordt beschreven.

Begin deze week werd de nota voorgelegd aan de universiteitsraad. In de begeleidende brief staat dat de nieuwe beleidslijn is gevormd ‘op basis van diverse meningsvormende gesprekken met vertegenwoordigers van de wetenschappelijke staf uit de faculteiten’.

Een belangrijk onderdeel in de plannen is het streven van de TU/e om straks elke nieuwe universitair docent (ud) ‘ook arbeidsrechtelijk zo vroeg mogelijk een structureel commitment te bieden’. De ud komt terecht in een ontwikkeltraject en uiterlijk binnen vier jaar moet ‘op basis van een evaluatie en potentieel inschatting een vaste aanstelling verleend worden’. Dit is afhankelijk van hoe de medewerker zich ontwikkelt.

Maandag in de vergadering met de U-raad bevestigde rector Frank Baaijens dat elke universitair docent in principe universitair hoofddocent moet worden. Daarvoor heeft hij of zij een periode van maximaal acht jaar. Dat gekozen is voor een periode van acht jaar is volgens Baaijens om ook vrouwen die in die periode een of meerdere malen zwanger kunnen zijn, de mogelijkheid te bieden het traject succesvol af te ronden.

In de nota wordt het omschreven als het up or else-systeem. Dit houdt in dat als tijdens het ontwikkeltraject blijkt dat het einddoel niet meer binnen bereik is, 'er tijdig en in gezamenlijkheid inspanningen zullen worden gedaan om een goed vervolg van de loopbaan buiten de wetenschap, respectievelijk buiten de TU/e te bewerkstelligen'.  

Op de vraag van Boudewijn van Dongen, lid van personeelsfractie PUR, of Baaijens niet bang is hiermee een ‘Mexicaans leger’ (alleen officieren en geen soldaten -red.) te creëren, antwoordde Baaijens ontkennend.

Bij Van Dongen was er ook vrees voor een egocentrische opstelling bij wetenschappers die volledig gefocust moeten zijn op doorgroeien. Van Dongen: "Zullen die mensen als er in de toekomst iets extra's van hen gevraagd wordt, zoals bijvoorbeeld het geval was bij de opzet van het Bachelor College en de Graduate School, niet eerst kijken of er voor hen persoonlijk iets te halen is?" Baaijens zei dat hij daar, kijkend naar de huidige organisatie, niet bang voor was. 

Van Dongen wilde ook weten of de universiteit de uitvoer van dit nieuwe beleid financieel kan dragen. Volgens Baaijens zal een groei van het aantal  universitair hoofddocenten ook op dat vlak geen problemen opleveren.

In het kader van hun loopbaanontwikkeling worden wetenschappers dan in het vervolg op vier domeinen beoordeeld: Onderwijs, Onderzoek, Valorisatie en Organisatie & Management. Die domeinen zijn volgens de opstellers van de nota ongelijksoortig maar wel gelijkwaardig. Maar niet iedere wetenschapper moet excelleren op alle vier domeinen.

De nota is deze maand aan diverse gremia voorgelegd ter bespreking en goedkeuring, waarna het College van Bestuur een programma opstelt waarmee de effectuering en invoering van de nieuwe beleidslijn breed gefaciliteerd wordt. De U-raad gaf er maandag een positief advies voor af, maar wel met inachtneming van de punten die in de vergadering besproken waren. Zodra er een volledig akkoord op is gegeven, wordt het traject ingezet en wordt bepaald wanneer het beleid van start gaat.

De link in dit artikel is alleen via intranet toegankelijk.

Deel dit artikel