De constructie houdt aardig lang stand.

Van newton en nattigheid

Het is volgens studievereniging Simon Stevin het belangrijkste moment in de carrière van aankomend werktuigbouwers: de Dommeldoop. Deze dinsdag gaan traditiegetrouw weer zo’n tweehonderdvijftig eerstejaars studenten te water - ondanks hun wekenlange noeste arbeid aan een vakwerkconstructie die dat (zogenaamd) moest helpen voorkomen.

Mooi niet dat er vandaag iemand droog blijft. Want de bouwwerken die in het kader van de jaarlijkse Constructiewedstrijd in groepjes zijn ontworpen en gefabriceerd, worden getest ‘zoals dat alleen bij Werktuigbouwkunde kan: met lomp geweld’, aldus Simon Stevin. Mocht een constructie het in de ogen van de organisatie te lang volhouden, dan ‘helpen’ de ouderejaars zelf wel een handje. Het evenement is de vrolijke afsluiting van het bachelorvak Introduction mechanical engineering and truss structures, waarin de studenten afgelopen kwartiel kennismaakten met de basics van de constructieleer.

Een voor een nemen de groepjes dinsdag plaats op de wip, met achter hen een grote bak water als tegenwicht. Grote vraag is hoelang de zelfgeknutselde ijzeren constructies hun bouwers droog kunnen houden naarmate de bak water leegstroomt. Het publiek aan de overkant van de Dommel slaat het geheel licht kleumend, maar geamuseerd gade. Onder hen drie EHBO’ers, just in case. Want de rivier is ter plaatse weliswaar preventief gedregd, het groen aan de oever gekortwiekt en het waterpeil, door het sluiten van de sluis verderop, wat opgehoogd - een ongeluk zit nog altijd in een klein hoekje.

Groep 18 maak je deze dinsdagochtend de spreekwoordelijke pis echter niet lauw. Goedgemutst (letterlijk en figuurlijk trouwens) blikken de acht leden vooruit op hun doop, waarvoor ze “een verticale truss met een horizontaal en wat diagonalen” fabriceerden. ‘Kraniël’, zo doopten ze hun hysterisch groene staaltje vakwerk liefkozend: “Het is toch een beetje ons kindje”. Wél een kindje met nu al een grote verantwoordelijkheid trouwens - want 3500 newton, dat is de kracht waarop groep 18 inzet. “Optimistisch doch realistisch”, stelt eerstejaars Max Bosman zelfverzekerd.

Even later stappen de mannen vrolijk het platform van de wip op. Partypoppers worden leeggeschoten, de veelkleurige confetti dwarrelt langs hen heen de Dommel in. Twee teamleden werken intussen doodgemoedereerd een hamburger weg, nog even vlug gescoord in de stad. “Want wij hebben alle tijd daarboven”, zo wil de groep volgens Bosman uitstralen.

Veel vorm, weinig inhoud? Veel geschreeuw, weinig wol? Het zou je verbazen. Maar liefst 4300 newton komt eraan te pas om Kraniël te doen bezwijken. Juichend gaan de heren-met-hoedjes ten onder, het circa twaalf graden ‘warme’ water in. Twee minuten later doen ze op de oever, nog nadruppend, hun heldhaftige verhaal voor de camera van Omroep Brabant. Een paar meter achter hen staan de nooddeuren van het Studentensportcentrum de hele ochtend al open, om blauwbekkende deelnemers via de kortste weg naar een warme douche te loodsen.

Monsterscore

Overigens blijkt de puike score van groep 18 bij lange na niet genoeg om met de hoogste eer te strijken. Groep 3 wint de wedstrijd met een monsterscore van 6640 newton, “ruim boven wat het scorebord kon aangeven”, meldt Simon Stevins bestuursvoorzitter Sebastiaan van Kemenade later op de dag.

De bak water was volgens hem al helemaal leeg en zelfs het gezamenlijke lichaamsgewicht van de teamleden was niet voldoende om de groep te water te doen gaan. “We hebben vanaf de andere kant staan duwen om de wip toch om te klappen”, aldus Van Kemenade. Hij durft wel te stellen dat groep 3 daarmee een all-time record heeft gezet, dat wordt beloond met een “werktuigkundig verantwoorde prijs”: het cijfer 1 in staal gelast.

Deel dit artikel