29 Europese beurzen voor jonge wetenschappers

29 Europese beurzen voor jonge wetenschappers

Nederland ontving dit jaar 29 Europese Starting Grants voor jonge wetenschappers, drie minder dan vorig jaar. Alleen grote landen als Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk sleepten er meer in de wacht. Er is dit jaar één Starting Grant voor een TU/e’er: Roland Tóth, universitair docent in de groep Control Systems (Electrical Engineering), is de gelukkige.

De Hongaar Tóth krijgt de Europese subsidie van anderhalf miljoen euro om nieuwe regelsystemen te ontwikkelen voor de hightechindustrie. Hij richt zich daarbij met name op zogeheten LPV (linear parameter-varying) regeling van fysieke systemen.

De Starting Grants die de European Research Council (ERC) jaarlijks verdeelt, zijn bedoeld voor jonge wetenschappers met twee tot zeven jaar onderzoekservaring na hun promotie. In totaal werden er 2.935 voorstellen ingediend en 325 gehonoreerd (elf procent). Totale waarde: 485 miljoen euro, 56 miljoen meer dan vorig jaar.

Met de beurzen kunnen de uitverkoren wetenschappers een eigen onderzoeksteam opzetten. Daardoor kunnen er naar schatting nog eens duizend postdocs en promovendi aan de slag. Net als in voorgaande subsidierondes is dertig procent van de laureaten vrouw.

In Nederland gaan de meeste beurzen dit jaar naar wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam: zeven in totaal. De Universiteit Utrecht telt vier laureaten, evenveel als vorig jaar. De TU Delft, vorig jaar nog koploper met zeven beurzen, sleept dit jaar twee grants in de wacht.

Opvallend is het grote aantal beurzen voor Duitsland: 61, tegen 47 vorig jaar. Daarmee streven de oosterburen de Britten voorbij, die het met 59 grants (11 meer dan vorig jaar) toch ook niet slecht doen. Ook Frankrijk doet goede zaken met 46 beurzen tegen 29 in 2015.

Nederland blinkt vooral uit in de sociale wetenschappen en humaniora en wat minder in de bèta en techniek. Vorig jaar was dit juist andersom.

Deel dit artikel