“Iedereen heeft iets te verbergen!”

Wat nu geen gevoelige informatie is, kan dat morgen wel zijn. Alleen al daarom heeft iedereen wél iets te verbergen, betoogde onderzoeksjournalist Maurits Martijn vanmiddag in een afgeladen Blauwe Zaal. “Wie weet wat er met je gegevens gebeurt als Google en Facebook ooit failliet gaan?”

De grote belangstelling voor de lezing van Studium Generale illustreert hoezeer het thema privacy leeft aan de TU/e. Journalist Maurits Martijn, bekend van online platform De Correspondent en het vorig jaar verschenen boek ‘Je hebt wél iets te verbergen’ (met Dimitri Tokmetzis), liet de technische details van de privacy-issue overigens links liggen, en concentreerde zich slechts op de maatschappelijke aspecten.

Daartoe nam hij de titel van zijn boek als uitgangspunt: via een aantal aansprekende voorbeelden liet hij de zaal nadenken over de digitale sporen die we online achterlaten, en hoe overheden en bedrijven die kennis kunnen misbruiken. Hij begon met het tonen van een foto van een boot vol deelnemers aan de Canal Pride in Amsterdam. Martijn: “Geen probleem, want inmiddels volledig geaccepteerd? Niet voor de werkgever van één van deze heren, die werd ontslagen na publicatie van de bewuste foto.”

Volgens Martijn is ook nog maar de vraag of je door dergelijke foto’s - en de snel verbeterende software voor gezichtsherkenning – niet in de problemen komt bij de douane van Rusland – immers niet bekend zijn om zijn homovriendelijke beleid. Nelson Mandela werd na zijn overlijden nog de hemel in geprezen door Barack Obama, maar onder een van diens voorgangers werd Mandela bestempeld als de gevaarlijkste terrorist ter wereld – reden voor de CIA om hun Zuid-Afrikaanse collega’s te tippen over zijn verblijfplaats. Kortom: wat fout of illegaal is, is nogal aan verandering onderhevig.

Risicoprofielen

Ondertussen stellen allerlei instanties, van de belastingdienst en hypotheekverstrekkers tot veiligheidsdiensten, risicoprofielen op aan de hand van de gegevens waar zij de hand op kunnen leggen. Zonder dat wij hier weet van hebben, en dus zonder dat we eventuele foute interpretaties kunnen corrigeren.

Martijn gaf het voorbeeld van een journalist die een artikel schrijft over jihadi’s en daarna vakantie wil vieren in New York. Een enkele reis geboekt, met contactgegevens van moslimextremisten in zijn telefoon en net een levensverzekering afgesloten (want een huis gekocht). Goede kans dat de douane daar moeilijk gaat doen, bedoelde hij maar te zeggen. “Zeker nu Donald Trump eigenhandig kan bepalen waar de prioriteiten van de Amerikaanse inlichtingendiensten liggen.”

Volgens de spreker halveerde het aantal zoekopdrachten naar termen als ‘jihad’ en ‘autobom’ nadat Edward Snowden onthulde dat de inlichtingendienst NSA daarop aansloeg. “Dat is misschien wel het grootste risico; dat we ons niet meer vrij voelen om te doen wat je wilt doen uit angst voor wie er figuurlijk over onze rug meekijken.” In die zin is privacy een voorwaarde voor vrijheid, betoogde Martijn.

Reis boeken

In de afsluitende vragensessie kwamen nog enkele interessante aspecten aan de orde. Zo blijkt dat je op sommige sites meer betaalt voor je reis wanneer je deze boekt vanaf een Apple-computer dan vanaf een pc met Windows.

Voor bedrijven is het uiteraard interessant om hun prijzen te kunnen aanpassen aan de portemonnee van de klant – zeker als die niets vermoedt. En ja, werkgevers vinden het inmiddels verdacht wanneer je geen Facebook en geen LinkedIn hebt. Een regelrecht dilemma voor mensen die hechten aan hun privacy: als je jezelf niet bloot wilt geven, dan zal je wel iets te verbergen hebben...

Tips van Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis om je eigen online privacy en veiligheid te verbeteren, vind je hier.

Deel dit artikel