Lof en kritiek voor nachtelijke stunt Energy Man

Lof en kritiek voor nachtelijke stunt Energy Man

Het GO Green Office van de TU/e blikt terug op een “supergeslaagde” campusactie, waarbij de zogenoemde Energy Man medewerkers met een groene of rode appel beloonde voor hun duurzame (wan)gedrag. Niet iedereen was evenzeer te spreken over de nachtelijke stunt van vorige week; vooral het onaangekondigd binnengaan van kantoren schoot bij sommigen in het verkeerde keelgat. “Maar we hebben wél iets aangewakkerd”, vindt coördinator Geert Vergoossen.

Vorige week, in de nacht van maandag op dinsdag, trok de in groen lycra gehulde Energy Man door vijf TU/e-gebouwen (Traverse, Flux, Helix, MetaForum en Gemini-Zuid) om te checken wie zijn bureau-apparatuur netjes had uitgezet. Alles uit? Een groene appel. Nog apparatuur áán? Rood.

Klasse, vonden sommigen: ‘Los van de lekkere appel wil ik even een compliment geven voor deze actie: een geweldig idee!'. Maar niet iedereen zag er de humor van in: ‘Wie geeft er toch toestemming voor de actie van deze groene malloot die op plekken komt waar hij niks te zoeken heeft?’, klonk het op Twitter.

Ook op Facebook was er kritiek, zoals: ‘Hoe kan, met alle respect, iemand anders dan ik nu oordelen of mijn computer aanstaat omdat er een dataverzameling of -analyse bezig is, of omdat ik te lui ben geweest om mijn computer uit te zetten?’. Dezelfde promovendus noemt het ‘efficiënter om universiteitsbreed beleid op te stellen, in plaats van de medewerkers aanspreken op hun gedrag’.

Geert Vergoossen, interim-coördinator van het GO Green Office, is zich bewust van de gemengde reacties op de nachtelijke actie. Een vergelijkbare stunt een paar jaar terug stemde volgens hem ook niet iedereen gelukkig, “dat hadden we dus ook nu wel ingecalculeerd”.

De circa dertig berichtjes die het bureau de volgende ochtend in zijn mailbox trof, waren echter bovenal positief en constructief van aard, zegt de student. “Sommige mailers kwamen met vervolgvragen: ‘Hoe kan ik het anders doen?’ - of ze deden nieuwe suggesties.”

En ja, een enkele medewerker was “een beetje geïrriteerd” dat er ’s nachts mensen in zijn of haar kantoor bleken te zijn geweest, weet Vergoossen. Anderen hadden liever gezien dat de uitgedeelde rode en groene appels naar de Voedselbank waren gebracht, of uitten kritiek op het papierverbruik voor de vergezellende flyer met toelichting. Elke actie kan ongetwijfeld nóg duurzamer, stelt Vergoossen, maar volgens hem gaat het GO Green Office daarbij altijd weloverwogen en zo ‘groen’ mogelijk te werk. “Helaas past het duurzaamste gewoon ook niet altijd binnen het budget.”

Het Go Green Office heeft alle mails volgens Vergoossen netjes beantwoord en gezegd het te betreuren dat sommige medewerkers de nachtelijke stunt als negatief hebben ervaren. “Ook hebben we de bedoeling van de actie nog een keer uitgelegd, en dat leidde bij een deel al snel tot meer begrip.”

Wat hij zelf het meest betreurt, is dat enkele kantoren op de derde verdieping in Gemini-Zuid na de actie niet goed zijn afgesloten. “Dat had gewoon niet mogen gebeuren, daarvoor hebben we onze excuses aangeboden.”

Begeleid door beveiligers

De nachtelijke exercitie werd begeleid door twee externe beveiligers, ingehuurd door de afdeling Safety & Security die de actie vooraf zorgvuldig met GO Green Office heeft doorgesproken. Zo waren laboratoria nadrukkelijk verboden terrein; de Energy Man heeft zijn duurzame pijlen vooral op gebouwen met veel kantoren gericht. De twee begeleidende beveiligers waren volgens teamleider Security Hay Becks nieuw op het TU/e-terrein. “Het zou kunnen dat zij een deur zijn vergeten af te sluiten. En dat wil ik zeker niet goedpraten.”

Vergoossen (derdejaars Sustainable Innovation) noemt de actie, ondanks de kritiek- en leerpunten, al met al “supergeslaagd. Mensen zijn kritisch, gaan de discussie aan. Dat is precies wat we willen, het gaat om het creëren van bewustzijn en het samen zoeken naar wat béter kan. Nu kénnen ze ons in elk geval”.

Het Go Green Office telt op dit moment acht actieve leden, “we streven naar tien”. Een deel daarvan richt zich vooral op mogelijke verbeterpunten binnen onderzoek en onderwijs, anderen focussen zich op het operationele deel van de campus.

Deel dit artikel