Katerina Lepkova legt uit.

Taalles voor beginners : Waar moet een t achter?

Voor wie dit artikel met gemak leest, is het misschien moeilijk voor te stellen hoeveel problemen mensen ervaren die de Nederlandse taal willen leren. “Jij studeer?” Honderdtwintig studenten en medewerkers worstelen met taal bij Beginnerscursus Nederlands 1 van TU/e Language Center. Katerina Lepkova is één van de docenten NT2. Geduldig en complimenteus bespreekt ze de oefeningen uit leermethode Start.nl.

‘Eén stad, twee staden. Dit jaar studeert jij Nederlands. John wast hij.’ Heel vermakelijk is het om de fouten te bestuderen die de studenten nog maken bij de beginnerscursus Nederlands. Ze zijn bezig met les 4 en er wordt al serieus vervoegd met ingewikkelde werkwoorden.

Lastig is het voor Aziaten, Zuid-Amerikanen, eigenlijk voor iedereen die het Nederlands niet als moedertaal heeft, om te bepalen of de jij-vorm een t heeft, zeker bij inversie. Regelmatige werkwoorden vervoegen gaat wel, het zijn intelligente cursisten, maar ‘Dit jaar studeert jij Nederlands’ en ‘Dit jaar studeren hij Nederlands’ klinken niet vreemder in hun oren dan de correcte versies.

De wederkerende of reflexieve werkwoorden zorgen voor diep gepeins. In het boek staan illustraties en de cursisten moeten daar zinnen bij maken. Daming Lou probeert: “John wast hij”. Zijn buurman Juan Gonzalez Huesca corrigeert hem: “Nee, John wast zich.” Juan, Mexicaan, heeft een beetje voordeel dat hij voorheen een jaar in Duitsland woonde. Hij is nu een maand in Brabant en wil niets liever dan blijven. Als echte PSV-fan heeft hij vanochtend een training op de Herdgang bijgewoond. Hij komt naar de les om uiteindelijk tot small talk in staat te zijn.

Iraniër Mahmood Mirzakhalili heeft als doel de grappen te begrijpen die zijn Nederlandse vrienden maken. De masterstudent Electrical Engineering woont al vijf jaar hier. Bij deze les heeft hij Pegah Bahramiani leren kennen, ook uit Iran, die net begonnen is aan de studie Embedded Systems. “Ik houd ervan nieuwe talen te leren en ik wil verstaan wat mensen om mij heen zeggen.” Nederlands is na Engels, Farsi, Frans en Arabisch de vijfde taal waar zij zich op stort.

Docent Lepkova, zelf Tsjechisch, is trots op haar leerlingen. “Het tempo ligt heel hoog. Het is moeilijk voor ze om te oefenen omdat Nederlanders snel Engels gaan praten. We denken erover om bij de start van de volgende lessenreeks buttons uit te delen met de tekst ‘Spreek Nederlands met mij’.

In de vervolgcursussen zitten in totaal bijna tweehonderd deelnemers. Na Beginners 1 is er deel 2, Intermediate 1 en 2, Advanced 1 en 2. Er zijn telkens acht lessen, meestal één per week. De methode Start.nl is een vorm van ‘blended learning’. De instructietaal op de website is Engels, het boek is Nederlands. In elk hoofdstuk is aandacht voor de Nederlandse cultuur door middel van een Engels tekstje. Het gaat dan bijvoorbeeld over de bonuskaart bij supermarkten en verschillen tussen persoonlijke en anonieme ov-chipkaarten.

Aanmelden voor taalles kan bij TU/e Language Center (Education and Student Affairs).

Deel dit artikel