- Onderzoek , Campus
- 12/04/2018
ESA-topman ziet weinig heil in reizen naar Mars
John Wörner, algemeen directeur van de European Space Agency (ESA), bezocht vandaag met een ESA-delegatie Brainport en nam een kijkje bij de TU/e innovation Space in het Gaslab. Voorafgaand vertelde hij in het Auditorium over de geschiedenis en de verandering van doelstellingen van zijn organisatie. Gevraagd naar het jaar wanneer hij denkt dat mensen op Mars zullen staan, bekende hij zo’n missie niet heel erg belangrijk te vinden.
Dat er ooit mensen op Mars zullen landen, is iets waar ook Wörner heilig van overtuigd is. Eerst noemt hij 2030 als mogelijk jaar daarvoor, maar die prognose corrigeert hij al snel naar 2040. “Als we reizen naar Mars zien als iets noodzakelijks omdat de mens in de toekomst de aarde zou moeten verlaten, is dat volstrekt de verkeerde motivatie voor zo’n missie”, aldus de ESA-directeur. “Mars is voor mensen volkomen onleefbaar, de omstandigheden op deze planeet zijn verschrikkelijk, het stralingsniveau is onacceptabel hoog, dus de mens zou onder de grond opgesloten zitten in een soort blikje.”
Blik richten op de maan
De blik van ruimtevaartorganisaties moet zich volgens hem daarom richten op de maan. Met veel euforie laat hij een slide zien met daarop het bekende hemellichaam en daarover de titel ‘Open Moon Village’. Volgens Wörner een mooi eerste doel, vanwaar goed is te communiceren met de aarde (vanaf Mars doet een bericht er 37 minuten over) en waarbij ingrijpen bij mogelijke problemen nog wel een reële optie is. Mars ligt op een jaar reizen vanaf de aarde.
ESA is volgens Wörner vandaag de dag een organisatie die naast het opzetten van ruimtemissies, ook veel data verzamelt die op allerlei gebieden bruikbaar zijn, zoals bijvoorbeeld om de effecten van klimaatverandering zichtbaar te maken. “Die stellen we aan iedereen beschikbaar die daaraan behoefte heeft”, zegt Wörner. Maar ook het ondersteunen van start-ups en spin-offs is een van de taken van ESA, waarvoor door heel Europa ook speciale Business Incubation Centres zijn opgezet.
Op de vraag uit de zaal waarom ESA bij hun projecten en missies niet meer gebruik maakt van de inzet van studenten, reageert hij zeer voortvarend. Aan een lid uit zijn delegatie vraagt hij of dat mogelijk is, en als die na enig aarzelen zegt dat dat wel moet kunnen, zegt Wörner: “Zo doe ik dit altijd. Als iemand denkt een goed idee voor ESA te hebben, moet je dat niet aan mij vertellen, maar er zelf voor zorgen dat dat idee ook wordt uitgevoerd. Dus ga ermee aan de slag!”
In het Gaslab kregen Wörner en zijn gezelschap enkele presentaties van studententeams te zien en gaf decaan Gerrit Kroesen van de faculteit Technische Natuurkunde hem uitleg over een carrousel met energiezuinige lampen (zie bovenste foto, met Wörner in het midden en Kroesen rechts) waar astronaut André Kuipers voor Kroesen in 2004 experimenten mee uitvoerde in het internationale ruimtestation ISS.
Hoofdfoto | Bart van Overbeeke
Discussie