Nederlandse universiteiten reiken samen jaarlijks zo’n 39.000 masterdiploma’s uit, maar die bieden lang niet allemaal even veel kansen op de arbeidsmarkt. De verschillen zijn groot, blijkt uit een analyse van uitkeringsinstantie UWV, die zeventig masters op een rij zette.

Bovenaan de ranglijst staat accountancy, gevolgd door econometrie en tandheelkunde. Afgestudeerden vinden snel een vaste baan met een goed salaris en tien jaar later is hun positie op de arbeidsmarkt nog altijd prima.

Alumni van kunst- en cultuurstudies, letterkunde en archeologie hebben juist een heel lastige start op de arbeidsmarkt. Bovendien halen ze die achterstand doorgaans niet meer in, want tien jaar na afstuderen ziet het er nog altijd matig uit.

Op het adagium ‘studeer vooral wat je leuk vindt, dan komt de rest vanzelf’ valt dus wel wat af te dingen. Het UWV, dat zich baseert op cijfers van SEO Economisch onderzoek en Elsevier weekblad, aangevuld met eigen onderzoek, hoopt dat de ranglijst helpt bij de studiekeuze.