En hoe was het in Wellington?

Ik zat aan de andere kant van de aardkloot, voor een exchange, en plots was de wereld ontploft. Na een tweedaagse hike in de bushbush, zonder nieuwsvoorziening, bleek ik mijn plannen rigoreus bij te moeten stellen. Het was zelfs spannend of ik terug kon komen naar Eindhoven. Lees hier over mijn CoronAvonturen in het buitenland.

door
foto Eline van Leeuwen

Het kantoorleven van een stage vorig jaar overtuigde mij om tóch een half jaar naar het buitenland te gaan; indien dit (zoals ik vermoedde) niet een ‘levensbepalende orgastische ervaring’ zou zijn, dan in ieder geval een laatste unieke uitspatting voorafgaand aan afstuderen en het burgerlijke bestaan dat daarop volgt. Ik wilde iets met mooie natuur en niet een té vreemde cultuurshock: Nieuw-Zeeland moest het worden. Ik plande er een roadtrip in Californië aan vooraf met een goeie vriend en zou halverwege de exchange het Zuidereiland ontdekken met mijn vriend. Klaarblijkelijk zo’n beetje de mooiste plek ter wereld. Spoiler: ik heb het Zuidereiland niet gezien. De roadtrip in Californië was zoals gepland behoorlijk awesome – niks aan het handje. Onze grootste angst toen was dat de politie zou komen vragen waarom we met onze camper illegaal in een suburb stonden te kamperen.

Laatste toffe weekend

In Wellington heb ik me gerealiseerd hoe alles op de TU/e eigenlijk best wel relaxed geregeld is, hoe lief de docenten in Wellington zijn en hoe duur het leven van een architectuurstudent is als de uni geen goedkope spullen en degelijke service voor je regelt. Software? Ja, daar moet je maar gewoon voor betalen, ook al ben je een student.

En ja, ik heb óók een groep geweldige mensen ontmoet waarmee leuke tripjes zijn gemaakt en veel te snelle, fijne bonding plaatsvond omdat iedereen een beetje misplaatst ver weg van huis was. Het laatste toffe weekend dat ik me kan herinneren gingen we met de wandelvereniging de bushbush in, mét bepakking, ultiem basic alles en zónder internet of telefonisch bereik. Donald Trump leek Covid-19 te hebben en zou wellicht in onze tweedaagse nieuwsloosheid zijn overleden, grapten we. Want ja, hij is best wel oud hè?

Na ons weekend was Donald Trump nog in leven, maar was de wereld ontploft. In de 48 uur na onze terugkomst gingen de buitengrenzen van het Schengengebied dicht, sloten de grenzen van Nieuw-Zeeland en bleek mijn Zuidereiland-avontuur niet meer door te gaan. Het was compleet onduidelijk wat ik hier nou mee moest. De TU/e vroeg voorzichtig of ik wilde overwegen om naar huis te komen. Het hóefde niet.

Spannend

Nieuw-Zeeland had nog een normaal openbaar leven en het voelde gek om te verkassen naar Nederland waar duizend keer zo veel gevallen van coronabesmetting waren. Een dag uitgebreid twijfelen en uitzoeken hoeveel een terugreis zou kosten gaf uitsluitsel: terug kúnnen was helemaal geen vanzelfsprekende luxe meer. De geografische ligging van Nieuw-Zeeland en xenofobisch grensbeleid van Australië maakten mij er – meer dan ooit – van bewust dat ik écht aan de andere kant van de aardkloot zat. Het regelen van de terugreis zal ik samenvatten in de volgende kernpunten:

Reisorganisatie: niet bereikbaar. Ambassade: niet bereikbaar. Luchtvaartmaatschappij: niet bereikbaar. Aantal vliegtickets gekocht: twee. Aantal keer genaaid door Australië: anderhalf (uiteindelijk mocht ik na last minute telefonisch overleg met de Border Police over mijn paspoort tóch 10 minuten voor vertrek het vliegtuig in). Duur van de terugvlucht: 54 uur - dat is twee hele dagen en dan nog een beetje. Aantal mental breakdowns: ongeveer drieënhalf. Mijn nieuwe favoriete persoon op de TU/e : Petri van de Vorst van international office. Mailt snel terug (en überhaupt haha), is lief, helpt, stuurt bemoedigende berichten. Petri is een held.

En toen was ik dus ineens in Honolulu, 14.5 uur lang. Het was de eerste keer in vijf dagen dat het woord ‘avontuur’ weer in mijn hoofd voorkwam. Ik heb er het beste van gemaakt en ben op het strand gaan liggen. Het was er kneitertjeheet en vochtig en chill en na mijn strandavontuur had ik temperatuur 39.2. Als ik de wereld had willen redden van corona had ik mezelf aangegeven en was ik 14 dagen in quarantaine gegaan op een eiland in de stille oceaan. Ik heb de wereld niet gered, maar mezelf volgepropt met paracetamol.

Via Vancouver ben ik thuisgekomen. Ik ben nog nooit zo emotioneel instabiel geworden van een KLM-meneer die zei ‘we are honoured to bring you home’ en ik heb nog nooit zo veel respect gehad voor iedereen die in de luchtvaart werkt. En ik ben nog nooit zo ontzettend blij en gelukkig geweest met ons fijne kleine platte landje. Het is hier echt heel erg relaxed en ik zie er naar uit om hier burgerlijk te doen. Ik volg nu mijn vakken online; Nieuw-Zeeland is inmiddels in complete lockdown en alle uni-dingen zijn sowieso online. Thuisisolatie is inderdaad een beetje eentonig, maar ik wandel als ik gek word en verder is alles best wel fijn.

Ik denk dat mijn exchange ergens vergelijkbaar was met die van anderen: verrassend, anders dan je verwacht, soms leuk, soms eenzaam en soms een onverwachtse klap in je gezicht. Had ik het opnieuw gedaan als ik dit had geweten? 

Geen idee. Denk het wel eigenlijk.

Zuidereiland komt ook nog wel een keer.  

Deel dit artikel