En hoe was het in Jakarta?

Totaal ongepland bevind ik me na een periode in Indonesië weer in ons mooie kikkerlandje. De ochtenden zijn fris, we eten zonder kruiden, koken doe je zelf en het verkeer gaat hier volgens regels. Hoewel het nu toch wel verdacht rustig is op straat, je zou bijna denken dat er iets aan de hand is.

door
archieffoto David Hordijk

Natuurlijk is er iets aan de hand. De olifant op het wereldtoneel die mijn terugkeer inluidde is natuurlijk het coronavirus. Op 20 maart kon ik nog net het land ontvluchten. Daarvoor vond ik me in een compleet andere wereld. Een wereld waar de ochtend het enige deel van de dag was dat nog te harden was qua hitte, je voor een habbekrats lekker en goed gekruid at en regels in het verkeer er simpelweg niet waren.

Al bij mijn aankomst op het vliegveld van Jakarta viel mij iets op dat me is blijven opvallen in Indonesië. De verregaande vriendelijkheid van de mensen. Waar je in Nederland op zich nog wel de weg wordt gewezen als je deze vraagt, neemt daar iemand simpelweg de tijd om mee te lopen en je te laten zien waar je moet zijn. Van de ene naar de andere helper kom ik via een lange busrit op de chaotische straat uit waar mijn appartement zou moeten liggen. Soms loop ik over stukjes stoep, maar deze ontbreken meestal. Als er dan toch stoep is moet ik opletten dat ik niet in een gat stap. Door die gaten heen zie ik het riool stromen. Een avontuurlijke tocht, tussen de vele krioelende scooters (die soms zelfs tegen het verkeer in gaan) door, brengt mij bij mijn nieuwe thuis.

Met de dagen die daarna volgen, volgen ook veel nieuwe indrukken. Van de tropische begroeiing op de campus tot bedelaars op straat. Van de lossere omgang met tijd en afspraken (dat heet daar “jam karet” wat “rubberen/elastieke tijd” betekent) tot de moskee die vijf keer per dag oproept tot gebed, zelfs om 4 uur ’s nachts.

Dit alles klinkt natuurlijk vanuit Nederlands perspectief erg anders en chaotisch. Toch kan ik niet anders dan zeggen dat ik na een paar weken verliefd was geworden op het land, de mensen en de hele gang van zaken daar. Toen ik zelfs een piano had gevonden om op te spelen was het feest daar wel compleet!

En ooh ja, studeren, dat is natuurlijk de reden dat hier kwam. Zelfs dat ging goed en ik leerde meer dan ik van tevoren had gedacht. Langzaamaan begon er echter wat te rommelen achter de coulissen van het wereldtoneel.

Toen mijn vriendin Nienke me op kwam zoeken was er nog niets aan de hand. We zouden een klein reisje maken voor zover dat om mijn studie heen te plannen was. Onder andere op een zeer romantisch eiland, Karimunjawa, hadden we een zorgeloze tijd.


Op zondag 15 maart zagen wij pas de vallende dominostenen van een kettingreactie die eigenlijk al maanden aan de gang was. De mail van het international office van ESA gaf dikgedrukte letters:
For TU/e students already abroad for exchange or internship, no matter in what country: we urgently appeal you to consider returning to the Netherlands when possible.”

Vanaf toen was het serieus en waren wij allebei niet meer slechts toeschouwers van een absurd toneelspel, maar werden we zelf in het verhaal meegesleurd. Maandag ging mijn trein van midden-Java weer terug naar Jakarta, West-Java. Nienke vloog ondertussen naar haar geliefde Bali voor een reis met zichzelf. In die 9 uur-durende treinrit terug bedacht ik me dat wat ik ook deed, ik snel moest beslissen. Hoe verder de situatie zich vorderde, hoe moeilijker het zou worden om terug te gaan.

De meeste mensen, de TU/e en ook de universiteit daar adviseerden me om terug te gaan. Zelf leunde ik meer naar blijven; ik was jong, gezond en durfde het avontuur wel aan. Dinsdagavond besloot ik dus ook om te blijven. Toen ik woensdagochtend wakker werd en besefte dat het ook niet duidelijk was in hoeverre de reisverzekering alles zou dekken, besloot ik toch, met pijn in mijn hart om terug te gaan.

De terugreis was niet zonder perikelen. Bij het boeken raakten vliegticket op vliegticket uitverkocht, waardoor een ticket via Hong Kong en Londen op vrijdag de beste optie was. Hong Kong ligt echter akelig dichtbij een tot voor kort onbekende Chinese stad genaamd Wuhan. Toen ik er na het boeken pas achter kwam dat er zelfs een invliegverbod was voor vliegtuigen vanuit Hong Kong naar Nederland dacht ik: “KUT!” Later bleek dat geen probleem door de tussenstop in Londen en kwam ik na een reis van 38 uur op Schiphol aan.

Zo arriveer ik na een korter, maar niet minder hevig avontuur op de eerste dag van de lente in Nederland. Terwijl de straten op dit moment stil zijn hier, ontwaakt de natuur met haar groene knoppen en zingende vogels des te luider.

Deel dit artikel