Bouwkundedocenten: 'Contact China ligt nu stil'

Voor hoogleraar Jos Brouwers en universitair docent Arno Pronk, beiden werkzaam bij Bouwkunde, is het contact met hun collega’s aan de TU’s in Wuhan en Harbin zeer beperkt. Het coronavirus heeft er stevig toegeslagen. In Wuhan is zijn universiteit weer van start gegaan, zegt Brouwers, die er gasthoogleraar is. Pronk voert in Harbin al drie jaar ijsprojecten uit samen met de plaatselijke universiteit. Over zijn zomercursussen en de komende winterperiode is hij somber gestemd. Hij richt zijn blik nu op de Olympische Winterspelen van 2022 in Beijing.

Twee dagen voordat op 23 januari de miljoenenstad Wuhan - waar het coronavirus voor het eerst de kop opstak - in een complete lockdown ging, was Jos Brouwers, hoogleraar Building Materials, nog aanwezig op de Wuhan University of Technology. Hij is er al twaalf jaar gasthoogleraar. “Ik was net op tijd weer weg richting Nederland, anders had ik er ook geruime tijd in quarantaine gezeten. Vanwege het Chinese nieuwjaar ging de WUT sowieso vier weken dicht. Iedereen vertrok naar familie of ging op vakantie naar het buitenland.” 

Brouwers heeft vernomen dat zijn universiteit twee weken geleden weer open is gegaan. Wuhan, het wetenschappelijk centrum van Centraal-China, telt in totaal acht universiteiten. De band tussen Brouwers en de WUT dateert al van 1998, waarbij in 2003 de eerste promovendus naar Eindhoven kwam. Gastcolleges voor masterstudenten en promovendi verzorgt hij er al sinds 2008. Hij is er zo’n vier keer per collegejaar. Gisteren werd overigens bekend dat in Wuhan het aantal besmettingen weer aan het oplopen is en dat de lokale overheid alle inwoners wil gaan testen.

“We hebben in Eindhoven tot nu toe zes promoties van WUT-mensen gehad”, zegt Brouwers. “De eerste online promotie die dit jaar aan de TU/e werd gehouden, noodzakelijk vanwege het coronavirus, betrof ook een promovenda van de WUT. Wei Chen, mijn eerste promovendus van 2003 tot 2007, is inmiddels vice-decaan aan de WUT. Hij vertrok in januari op dezelfde dag als ik uit Wuhan, en ging met zijn gezin naar Australië. In plaats van drie weken vakantie zaten zij er acht weken in quarantaine.”

Weinig activiteiten

Universitair docent Arno Pronk heeft af en toe contact met de wetenschappers van het Harbin Institute of Technology (HIT) waarmee hij samenwerkt. Dit jaar bestaat die instelling honderd jaar. Wuhan kent iedereen als de stad waar het virus voor het eerst werd aangetroffen, maar op dit moment is Harbin prominent in het nieuws als de miljoenenstad waar men vreest voor een tweede golf. De autoriteiten proberen die uitbraak terug te dringen en zo'n tien dagen terug werden in Harbin de restaurants weer dichtgegooid.

Pronk doet bij Bouwkunde onderzoek naar methodes waarmee met de toepassing van ijswater, dat wordt versterkt met cellulose, allerlei bouwwerken gemaakt kunnen worden. Hij deed dat eerst in Finland, maar in 2017 ging hij met het HIT in zee, omdat in Harbin, dat in het noordoosten van China ligt, stevige vrieskou in de winter gegarandeerd is. “Op dit moment vinden er aan het HIT niet veel activiteiten plaats”, aldus Pronk. "Ik verwacht ook niet dat de summer school die ik daar de afgelopen jaren heb verzorgd voor Chinese studenten, dit jaar doorgaat. En het zou me ook niet verbazen als er de komende winter nog niets kan plaatsvinden.”

Stad op zich

De contacten die hoogleraar Brouwers nu heeft met zijn Chinese collega’s zijn vooral zakelijk van aard. “Over de toestand met betrekking tot het beteugelen van het virus praten we nauwelijks. Dat is ook niet vreemd, want de campus van de WUT is eigenlijk een stad op zich. Medewerkers en studenten wonen en werken op de campus, die ook nagenoeg zelfvoorzienend is. Je hebt er supermarkten, banken, allerlei sportvoorzieningen, theaters en bioscopen. De stad hoef je niet in. Die markten waar dieren verhandeld worden en waar nu veel over gesproken wordt, heb ik in al die jaren ook niet bezocht. De omvang van Wuhan is enorm; het bestaat uit een samenvoeging van drie grote steden, die gescheiden zijn door rivieren, tot een enorme metropool met meer dan elf miljoen inwoners. Dat mensen genoeg hebben aan de campus en alles wat die te bieden heeft, is dan ook begrijpelijk.”

Brouwers verwacht op z’n vroegst in september weer terecht te kunnen in Wuhan, “maar dat is natuurlijk uiterst onzeker en hangt helemaal af van de verdere ontwikkelingen daar en hier in Europa. Want is het in september überhaupt alweer mogelijk om te gaan vliegen?” Op dit moment zijn bij Bouwkunde nog vier promovendi uit Wuhan actief. Brouwers: “Die zijn hier gebleven en hopen snel hun onderzoek weer te kunnen oppakken.”

Olympische Spelen

Pronk gaat er vanuit dat hij in de winterperiode van 2021-2022 weer met nieuwe ijsprojecten aan de slag kan in Harbin. Dat moet ook wel, want voor de Olympische Winterspelen in Beijing, die gehouden worden van 4 tot en met 22 februari 2022, heeft hij enkele ambitieuze ontwerpen op de planning staan. Hij wordt daarbij gesteund door NOC*NSF.

Het zijn bouwwerken bedoeld voor de Olympische locatie bij Zhangjiakou, een stad waar het kouder is dan in de hoofdstad Beijing en waar onder meer geschaatst gaat worden. Pronk wil er een 43 meter hoge Hemelse Tempel van ijs neerzetten, die gebruikt kan worden voor ceremoniële bijeenkomsten.

Tevens mikt hij op de bouw van een veertig meter hoge ijstoren van geprint ijs, met daar omheen de Olympische ringen in ijs. Eind 2019 zette hij van die toren al een exemplaar van veertien meter neer in Harbin.

Deel dit artikel