EPC gedijt goed midden tussen de studententeams

Het Equipment and Prototype Center (EPC) verhuisde vijf jaar geleden naar het Matrix-gebouw, om de TU/e innovation Space, studententeams en de technische ondersteuning zo dichter bij elkaar te brengen. Dat laatste lijkt gelukt: de afdeling werkt steeds vaker samen met studententeams, die budget bij innovation Space kunnen aanvragen voor technische ondersteuning. Zo maakt het EPC onderdelen voor onder andere University Racing Eindhoven, TU/ecomotive en SOLID.

Eigenlijk weten studenten het EPC al zo’n twintig jaar te vinden, vertelt directeur Wim Peters. “Het begon met University Racing Eindhoven en daarna is dat langzaam gegroeid.” Het feit dat het centrum nu samen met innovation Space in het Matrix-gebouw zit, draagt er volgens hem absoluut aan bij dat studententeams het EPC steeds vaker weten te vinden. “Veel teams zitten hier of komen hier vaak, dus we zien elkaar de hele dag. Dan stap je gemakkelijk binnen om vragen te stellen of om te zien of iets mogelijk is.”

Feit is dat er inmiddels ook simpelweg héél veel studententeams zijn, aldus Peters. “Ik geloof dat er nu een stuk of vijftig zijn. Die hebben niet allemaal spullen van ons nodig, trouwens. Rond de tien teams hebben budget gekregen van innovation Space voor onze technische ondersteuning.” De opdrachten waar studententeams mee komen zijn volgens hem heel divers. “Sommige willen iets gefreesd hebben en andere willen gewoon dat we meedenken. Voor SOLID hebben we de elektronische besturing van de installatie verzorgd. Voor raceauto’s maken we vaak onderdelen en kijken we ook mee of alles veilig is.”

Bouwen

Het toegenomen werk met studententeams komt bovenop wat de hoofdtaak van het EPC blijft: het ondersteunen van faculteiten met experimenteel onderzoek. Onderzoekers komen met ideeën, maar weten niet altijd wat voor instrument daar voor nodig is. Het EPC denkt mee en heeft vijf ingenieurs in huis die ook over genoeg academische kennis beschikken om goed te kunnen inschatten wat onderzoekers nodig hebben. “Het begint vaak met een ontwerp of voorontwerp, waarbij je kijkt: ‘’Is dit waar je naar op zoek bent?’. Als we het daarover eens zijn gaan we bouwen.”

Over de jaren is het aantal medewerkers van het EPC hetzelfde gebleven, waardoor de extra werkzaamheden voor studententeams wel bijdragen aan extra werkdruk. Daar staat tegenover dat er nieuwe machines bij zijn gekomen, zoals een waterstraalsnijmachine – de favoriet van Peters – die met een druk van 3000 bar zo door twintig centimeter dik staal snijdt en het werk juist efficiënter maakt. Toch kunnen de wachttijden in drukke periodes oplopen, geeft de directeur toe. “Die ligt nu meestal tussen de een à drie weken met uitschieters naar vier of vijf. Mensen willen hun producten natuurlijk zo snel mogelijk hebben, maar ook bedrijven hebben dit soort wachttijden.”

Op het laatste moment

Wat bij de drukte niet altijd helpt is dat studententeams nogal de neiging hebben om alles op het laatste moment te willen, voegt Peters lachend toe. “Dan komt die deadline eraan en moet er ineens nog van alles gebeuren. Bij studenten gaat het in het begin vaak langzaam en dan kan het heel lang duren voor ze met tekeningen of spullen komen. Op het laatst zijn ze dan dag en nacht bezig om het nog af te krijgen. Onze mensen moeten daardoor in dat soort periodes ook overwerken.”

Eén druktepiek valt vaak in juni, wanneer de auto’s van URE, TU/ecomotive en Solar Team Eindhoven af moeten zijn. Bij grotere projecten zijn er vaste medewerkers van het EPC aangesteld die direct contact houden met de teams om de planning in de gaten te houden en overzicht te houden over het project.

Ook in de toekomst verwacht Peters nog veel met studententeams te werken, die het werk volgens hem net zo divers maken als onderzoekers die met opdrachten komen. “Wat die teams doen zijn ook nieuwe dingen. Soms komen ze met ideeën die niet mogelijk zijn, waarbij we samen moeten kijken naar hoe reëel ze zijn en of we er iets mee kunnen. Maar meestal zijn het vooral goede ideeën.” Nog afgezien van de toenemende samenwerking met de studententeams, gedijen de medewerkers van het EPC, dat tot 2018 in het TNO-gebouw aan de rand van de campus zat, volgens hem sowieso goed in Matrix. “We staan echt weer midden in de campus, tussen de studenten en onderzoekers.”

Deel dit artikel