door

Leve de technocratie

14/05/2014

Mensen die zomaar “ergens iets van vinden”: weg ermee! Vrijheid van meningsuiting betekent niet dat ik je hoef uit te nodigen, een podium te geven of überhaupt naar je moet luisteren. Kom maar met argumenten buiten je onderbuik.

Voorbeeld: Afgelopen winter was het koud in Amerika. Reden voor sommigen om te twijfelen aan Global Warming. Plots verschenen er in allerlei tv-programma’s klimaatsceptici waartegen klimaatwetenschappers moesten debatteren. 1 op 4 Amerikanen vindt Global Warming overdreven, terwijl er meer dan 1.300 klimaatwetenschappers zijn met bewijs voor klimaatveranderingen.

Voorbeeld: Bij de Rijdende Rechter dacht buurvrouw Müller dat de boom van de buurman lekkages veroorzaakte. Uit grondig onderzoek bleek dat het tegendeel waar was. Vervolgens jammert mevrouw: “Ja, maar wij vinden toch dat de wortels van die boom de riolering kapotmaakt.” Een diepe zucht maakte zich van mij meester Visser.

Tegenover elk drie jaar durend onderzoek staat één of andere Harry die vanaf zijn luie bank roept: “da kèn toch nooit”. Tegenover elk (politiek) beleidspunt staat één of andere John die kraait dat vroeger veel beter was. We blijven hangen in meningen, wanen van de dag, terwijl we genoeg kennis hebben rondlopen. Tijd voor experts, leve de technocratie!

In een technocratie beslissen beleidsmakers op basis van adviezen van wetenschappers. Politici kunnen voorstellen maken, maar wetenschappers zullen die toetsen en feitelijk onderbouwen.

De Eerste Kamer wordt een house of experts. Ze toetsen niet alleen wetmatig, maar rekenen ook voorstellen door en kunnen beslissingen vergaand onderbouwen. Ja, dit is een beetje een ‘als ik het land zou besturen’-stukje, maar met sociale leenstelsels, slecht betaalde wiskundedocenten en bedrijven die het onderwijs betalen heb ik niet het idee dat we vooruitgang boeken.

Tot zover mijn wetenschapspopulisme, ik wacht verder de onderzoeksresultaten af.

Deel dit artikel