door

Een fractie ambitieus

23/10/2017

Bij de eerstvolgende TU/e-verkiezingen doet een nieuwe studentenpartij mee. Een partij die zich richt op de ‘ambitieuze student’. Een term die bij mij nogal wat vragen oproept. Naast ‘wat’ ambitie nu eigenlijk is, vraag ik me ook af waarom we deze eigenschap vooral de laatste veertig/vijftig jaar als iets positiefs zijn gaan beschouwen? Voor wie is ambitie uiteindelijk goed?

Eerst die term. Binnen de universiteitscontext wordt iemands ‘ambitie’ veelal bepaald door extra-curriculaire activiteiten zoals een bestuursjaar, studententeam of topsport. Toch vind ik dat ambitie ook heel iets anders kan betekenen. Een student die alleen al zijn uiterste best doet om überhaupt zijn of haar diploma hier te halen, kan ook best als ‘ambitieus’ beschouwd worden. Diegene streeft uiteindelijk ook naar iets ‘hogers’, waar ambitie vaak mee geassocieerd wordt.

Daarnaast werd ambitie vroegâh niet bepaald als iets ‘goeds’ gezien. Het stond bekend als het naar buiten uitdragen van je eigen verlangens, het individu (jezelf dus) boven een ander plaatsen, wat zou resulteren in hebzucht en weer een vergroot individualisme. Ambitie diende niet het grotere goed, maar was juist een uitdraging van egoïsme - wat dan weer als negatief werd beschouwd.

Later veranderden deze opvattingen en werd ambitie neergezet als een ‘uitdraging van diversiteit binnen de mensheid’ wat geluk voor jezelf zou brengen én voor anderen. Doordat men door ambitie ‘beter’ wordt in andermans ogen, zou dit dus ook weer het algemeen geluk bevorderen.

Je kunt jezelf uiteindelijk dus nog steeds afvragen: een ambitieus persoon, streeft die dus naar een ‘higher good’ voor iedereen, of louter voor zichzelf? Een fractie die pleit voor de ambitieuze student, pleit die dan eigenlijk ook alleen maar voor zichzelf? Hoe dan ook: wat frisse wind binnen de universiteitsraad kan denk ik uiteindelijk alleen maar positief uitpakken, hopelijk voor ons allemaal.

Deel dit artikel