door

Ik en mijn fiets

18/10/2022

Hij staat vaak ergens op de campus. Tussen de lui gestalde swapfietsen, fietsen met een halve liter bier in de bidonhouder en fietsen met een te grote mand voorop. Zo'n verschrikkelijke mand wordt inmiddels gezien als een vrijbrief om de fietsrekken dan maar volledig te negeren. "Want hij past toch niet."

Vooral bij Atlas is het een groot probleem. Als je daar later op de dag aankomt, hebben de fietsen zich al opgehoopt tot ver buiten het beukenhaagje dat de stalling afbakent. Het is dan dusdanig problematisch dat je je fiets over je hoofd dient te tillen, terwijl je je als een koorddanser tussen de andere fietsen moet door bewegen op zoek naar een plekje.

Als ervaren student heb ik deze manoeuvres inmiddels goed onder de knie. Het gaat extra makkelijk omdat ik mijn groene racefiets net ietsjes te klein heb gekocht, wat hem nog lichter maakt. In één soepele beweging krijg ik hem zo op de smalste plekjes in het rek. Tot zover kijkt er doorgaans nog niemand op van mijn truc. Maar pas daarna, wanneer ik zonder nog om te kijken nonchalant wegloop, word ik wel eens aangesproken: “Moet je hem niet op slot zetten?”

Nee, dat hoef ik niet. Ik vertrouw jullie. Het blijft me verbazen hoe verwonderd mensen reageren als ik dat zeg, alsof ik gek ben om ervanuit te gaan dat mijn medestudenten gewoon fatsoenlijke mensen zijn. Studeren wordt namelijk een stuk lastiger als je nooit even weg kan lopen bij je laptop. Projecten en andere vormen van samenwerken worden vermoeiend als je niet kan bouwen op je groepsgenoten. Ik word weleens een naïeveling genoemd, maar dit vertrouwen in de mensen om me heen gaat gepaard met een vredig gevoel. Namelijk, mij volledig thuis voelen op de campus.

Dus neem ik het risico om mijn fiets niet op slot te zetten en dat is vooralsnog ongestraft gebleven. Al is het wel één keer fout gegaan. Op een GLOW-nacht was ik de laatste die de campus verliet. Die middag had ik mijn fiets naast de Zwarte Doos gestald, maar midden in de nacht vond ik hem honderd meter verderop in het gras langs de Dommel en het Limbopad. Na een eerste schrikreactie dacht ik: “Een beetje joyriden kan toch geen kwaad?” De volgende keer wel graag netjes weer in het rek terugzetten!

Deel dit artikel