door

'Het is hier autistisch'

10/03/2017

Zo dicht tegen de verkiezingen aan heb ik eens iets anders gelezen dan schreeuwkoppen over Geert, Mark en Lodewijk: een interessante (zeldzaam!) lezerscolumn in de Metro. Een man beweerde als reactie op het NPO-programma ‘Het is hier autistisch’ dat zijn autistische zoontje, die zijn dagen vult met objecten naar kleur rangschikken, een even ‘goed’ leven heeft als de ‘normale mens’. Maar is dit wel zo? Ik neig richting het antwoord ‘nee’, volkomen bewust van het feit dat dit nogal een controversiële mening is.

De originele column ‘Autisme recht praten’ had een ongepaste titel: ik impliceer onbedoeld dat er iets ‘fout’ is aan autisme, wat natuurlijk niet het geval is. Daarom is de titel veranderd in ‘Het is hier autistisch’, wat de lading van het artikel beter dekt. Bovendien heb ik op plekken waar sterk nuance mist meer uitleg gegeven, zodat mijn boodschap hopelijk duidelijker is.

De man zegt het volgende: wij niet-autisten moeten het niet zielig vinden dat een persoon gelukkig wordt van knikkers sorteren. Dat is namelijk hun gelegde norm, hun lat. Zijn zoontje is niet raar of op een ander niveau dan leeftijdsgenootjes, maar in ‘een andere wereld’. Hij heeft zijn eigen lat.

De man pleit tegelijkertijd voor een sceptische kijk op het begrip ‘normaal’, iets wat te allen tijde natuurlijk zeer welkom is, want wat is nou eigenlijk ‘normaal’? Dat gezegd hebbende, denk ik persoonlijk dat er een algemene trend is richting normaalheid. Er moet per definitie een gemiddelde zijn, een groep mensen tussen één standaarddeviatie links en rechts. Daar moeten mensen nou eenmaal ook buiten kunnen vallen. Waar die linker- en rechtergrens dan liggen is natuurlijk discutabel.

Zijn zoon ligt dus buiten die grenzen: hij is niet ‘normaal’. Ik geloof dat dat best wel gezegd mag worden, zonder het te besprenkelen met eufemismen. Het label ‘abnormaal’ klinkt namelijk zeer beledigend, maar ik vind dat het niet per se negatieve associaties met zich mee hoeft te brengen, net zoals dat het label ‘autisme’ niet automatisch betekent dat de persoon een dom of minder persoon is. Het woord is rauw en direct, in plaats van omzeilend zoals de term ‘een andere lat’, maar liever recht voor z’n raap dan er maar omheen dansen.

Tevens vind ik het best wel zielig wat zijn zoontje en de rest van alle andere abnormale mensen meemaken. Ik geloof dat de baseline ‘levenskwaliteit’ behaald wordt door alles te ervaren wat een ‘normaal’ mensenleven te bieden heeft - genot, plezier, verlies, verdriet, angst, liefde – en dat autisten dus een mindere levenskwaliteit hebben, door deze menselijke momenten of minder intensief of minder kwalitatief te ervaren. Mijn ‘eis’ voor geluk is natuurlijk persoonlijk en ik kan als leek niet bevestigen of autisten ook daadwerkelijk momenten bemoeilijkt door hun autisme ‘minder intensief’ ervaren.

Dit hoeft hun vanuit hun eigen perspectief niet te hinderen. Immers, je kan niet iets missen wat je niet kent. Hun eigen geluk wordt dus niet aangetast, maar ik denk constant: ‘ja, maar er is meer’.
Alles wat ik hier schrijf, hangt natuurlijk sterk af van de ernst van het autisme. Zo ben ik me bewust van het bestaan van hoog functionerende autisten en het feit dat zij het ook gewoon tot de universiteit kunnen schoppen. Zij hebben de potentie om een ‘normaal’ leven te leiden, of in ieder geval zo dichtbij te komen dat de verschillen triviaal zijn.

Ik wil niet impliceren dat het leven van een autist minder waard is. Wat ik wel zeg is dat een groot deel een minder rijk leven heeft dan ‘wij’ en dat is zonde. Dat hoef je niet te verpakken in eufemismen , zoals de man in de lezerscolumn doet.

 

Deel dit artikel