Toename MOOC-gebruikers door corona

Universiteit ruikt kansen

Lees meer

Toename MOOC-gebruikers door corona

Een fenomeen dat eind jaren nul is ontstaan en gericht is op online deelname aan onderwijs door grote massa’s mensen: MOOC, Massive Open Online Course. Verschillende TU/e-professoren bieden MOOCs aan. Hoogleraren Bert Blocken en Jan Smits profiteren nu tijdens corona van de tijd die ze eerder al in de MOOCs hebben gestoken: “Waar anderen al hun colleges moesten gaan opnemen, kon ik zo verwijzen naar mijn MOOC”, zegt Blocken.

door
afbeelding Thodonal88 / Shutterstock

Blocken, hoogleraar bij de faculteit Built Environment, was er vroeg bij: al in 2013 stond zijn MOOC op Coursera. “Rector Hans van Duijn vroeg me hiermee te starten. Ik wilde het wel eens proberen, maar het bleek echt veel meer werk dan gedacht. Na veel bloed, zweet en tranen was ie acht maanden na die vraag klaar. Mijn MOOC, ‘Sports and Building Aerodynamics’ is gebaseerd op het vak ‘Stedenbouwfysica’ dat ik al gaf, maar daar is een sportcomponent aan toegevoegd om het voor meer mensen interessant te maken. Ik had zo’n 60 procent van het materiaal al en de rest is nieuw. Ook heb ik extra veel tijd geïnvesteerd in de kwaliteit van de slides. De MOOC wordt nu ook als nieuw vak gegeven en gevolgd door zo’n dertig tot vijftig studenten, vooral van Werktuigbouwkunde, Bouwkunde en Technische Natuurkunde, vaak met een interesse in sport.”

Positieve beoordelingen

Blockens MOOC is succesvol, al is het lastig om de totale cijfers te zien omdat het platform tussendoor is veranderd en de teller terug naar nul werd gezet. Maar er zijn al 28.000 pupillen geweest die deelnamen aan de eerste paar startmomenten, en de gemiddelde rating is 4,8 op 5. Tien tot vijftien procent slaagt. Dat klinkt weinig, maar is logisch: het tentamen is pittig en je moet echt wel studeren om het te halen. Studenten waarderen de MOOCs: “Op LinkedIn krijg ik regelmatig berichtjes waarbij mensen hun certificaat delen en een bedankje uitspreken naar de universiteit. Dat is altijd leuk natuurlijk”, zegt Blocken.

Jan Smits, emeritus hoogleraar Recht en Techniek bij de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences, heeft ondertussen vijf MOOCs op zijn naam staan. In 2018 kwam de eerste online en er zijn nu al 10.000 pupillen - of learners, zoals Coursera het noemt - bereikt. Daarvan hebben er 2.000 één of meer MOOCs met een certificaat afgesloten. Ook Smits krijgt goede beoordelingen: “gemiddeld 4,5 op een schaal van 5. Als je al mijn MOOCs met goed gevolg hebt afgesloten, dan is dat ongeveer 5 ects waard. Je kunt dan vrijstelling vragen aan de examencommissie. Dat is tot nu toe nog niet gebeurd, maar de kans wordt wel steeds groter.”

Nu met corona komen we erachter dat we geen fatsoenlijk onderwijsmodel hebben dat past bij het afstandsonderwijs dat door dit gezondheidsgedoe wordt afgedwongen

Ook het Hoger Onderwijs Persbureau ziet de toename van MOOC-gebruikers. “Sinds het begin van de eerste lockdown is dat flink gestegen”, schrijven ze in een artikel over MOOCs. “Op Coursera zijn er sinds die tijd 21 miljoen nieuwe cursisten bijgekomen: 3,5 keer meer dan in dezelfde periode vorig jaar.” Verklaringen daarvoor liggen in het zoeken van nieuw tijdverdrijf, maar ook in omscholing en als hulp bij het volgen van online onderwijs doordat veel universiteiten ook cursussen aanbieden op het platform.

Een college opnemen is geen MOOC

Blocken ziet zeker nog toekomst voor MOOCs, ook al zijn we nu veel meer bezig met (live) online onderwijs. “Natuurlijk hangt het wel van het type MOOC af. Er staan ‘MOOCs’ online die eigenlijk gewoon opnames van lessen/ colleges zijn. Dat zou ik zelf eigenlijk geen MOOC noemen. Als je ziet hoeveel mensen bij de TU/e betrokken zijn om een goede MOOC af te leveren, zie je de verschillen. We hebben een studio en mensen die het professioneel monteren. Dat is heel belangrijk. Het aanbod van MOOCs biedt je juist nu ook extra mogelijkheden: je kunt studenten verwijzen naar een MOOC van een andere universiteit. Ik kan me goed inbeelden dat dat in coronatijd ook is gebeurd. Dat sommige docenten hebben doorverwezen omdat ze zelf hun cursus of colleges nog niet online hadden. De mindset is ook omgeslagen: waar eerst best wat scepsis was omtrent online onderwijs, doen we het nu allemaal. En ik denk niet dat we het na corona weer gaan loslaten. Ik zal mijn MOOC sowieso blijven gebruiken: het heeft me veel tijd gekost om te maken, maar nu bespaart het me juist heel veel tijd en dat zal het blijven doen.”

Ook Smits ziet toekomst voor MOOCs. “Maar alleen nog afstandsonderwijs, daar geloof ik niet in. TU Delft doet meer met MOOCs dan onze universiteit (honderden versus zes MOOCs, red.), terwijl we hier goede kennis aan boord hebben. Een gemiste kans voor de marketing en reputatiebuilding van onze universiteit.” Aan de TU Delft heeft de 3 miljoenste MOOC-cursist zich inmiddels geregistreerd, meldt de universiteit op haar website. Smits: “Innoveren in het onderwijs gebeurt eigenlijk niet. Er wordt wel veel over gepraat maar niet gedaan - we richten allerlei onderzoeksinstituten op en startten met challenge based learning. Maar nu met corona komen we erachter dat we geen fatsoenlijk onderwijsmodel hebben dat past bij het afstandsonderwijs dat door dit gezondheidsgedoe wordt afgedwongen.”

“Mensen die nu vanuit de TU/e MOOCs hebben gemaakt, moeten we bij elkaar zetten,” vindt Smits. “Allemaal samen weten we natuurlijk heel veel. Die kennis wordt naar mijn overtuiging niet eens gebruikt, dat is irritant. We moeten de mensen die wél bezig zijn met het innoveren van het onderwijs een podium geven. Die pareltjes vallen niet op en worden zo nooit de norm. Ik hoop van harte dat we de innovatie die we voor bedrijven realiseren, ook voor het onderwijs creëren. Als we niet uitkijken, wordt TU Eindhoven de innovatieafdeling van het bedrijfsleven in de Brainportregio. Goed onderwijs geven is gewoon heel moeilijk, maar het duurt nog jaren voor we volledig terug kunnen naar de reguliere situatie. Dan zouden we dus een verloren generatie krijgen, dat kan niet.”

Als we niet uitkijken wordt TU Eindhoven de innovatieafdeling van het bedrijfsleven in de Brainport regio

Smits: “Als je gewoon de basistheorie van je colleges, zoals ‘Hoe vraag je een octrooi aan?’, opneemt in korte duidelijke filmpjes, dan heb je daar lang plezier van. Je kunt dan meer aandacht besteden aan de actualiteit én studenten hoeven minder vaak naar de campus te komen. Je bent ook meteen van dat proctoring af; toetsing van de basistheorie kan dan heel anders, bijvoorbeeld met peer reviews. Dat heb ik eerder gedaan en daarmee kregen studenten zowel een punt voor hun eigen werk, als voor hun beoordelingsvaardigheden, een dubbele win.” Of een MOOC nog regelmatig updates nodig heeft, hangt af van de aard van de MOOC. “Bij een vak als Calculus hoeft dat niet zo, maar dingen die gebaseerd zijn op actualiteit moet je updaten. Zo is er in mijn MOOC ondertussen weer meer onderzoek gedaan naar sprinten en wielrennen, daar wil ik dan een update van toevoegen”, zegt Blocken.

Nieuw talent

Blocken: “Ik ken veel collega’s die hier niet voor te porren zijn (een MOOC maken, red.). Ik denk ook niet dat we het moeten verplichten, maar wel moeten faciliteren voor als mensen het willen proberen. Het is sowieso belangrijk voor de TU/e. De voordelen zijn misschien niet direct zichtbaar, maar het helpt op termijn voor de naamsbekendheid van de universiteit. Voor mijn onderzoeksgroep heeft het in ieder geval veel gedaan: een van mijn beste MOOC-studenten is uiteindelijk bij mij komen promoveren en zijn meerdere masterstudenten hier naartoe gekomen. Geen gigantische aantallen, want het is een heel specialistische MOOC, maar toch talent dat via die weg onder andere uit Italië, China, Japan en Australië is gekomen.”

Een van mijn beste MOOC-studenten is uiteindelijk bij mij komen promoveren

“Daarnaast is een MOOC een mooie schaalbare vorm van onderwijs,” vult Smits hem aan. “De TU/e heeft 12.926 studenten (1 oktobertelling van 2020, red.) op de universiteit. Met mijn MOOC bedien ik in mijn eentje al 10.000 studenten. En die verdubbeling is heel snel gegaan, van 655 in januari dit jaar tot 5.011 in juli tot 10.069 in oktober. Dat is een toenamesnelheid die je in het reguliere fysiek onderwijs nooit kunt halen, maar juist een kans om jezelf als universiteit verder op de kaart te zetten."

Verdienmodel

Degene die de MOOC ontwikkelt, krijgt geld voor die ontwikkeling, niet per deelnemer of per geslaagde. Smits: “Ik verdien er niks extra’s aan als er veel studenten op mijn MOOC afkomen. Maar ik heb geld gekregen voor het maken. En de tijd die ik daarvoor nodig had, is redelijk goed betaald hoor.” De deelnemers op hun beurt kunnen bijna altijd gratis deelnemen aan het onderwijs, maar als ze een certificaat willen behalen, moeten ze betalen. Daar zit het verdienmodel voor platforms als Coursera. Dat kan hard gaan als bedrijven een cursus inkopen voor het personeel, zoals bij de MOOC van Smits gebeurde door onder andere een bank in India. “Heel veel bedrijven, met name uit Azië, hebben mijn MOOCs gekocht. Dan krijg ik er plots 650 studenten bij. Bedrijven zien ook hoe een MOOC kan bijdragen aan de professionalisering van hun personeel. Zo snijdt het mes aan meerdere kanten en dragen MOOCs bij aan een leven lang leren.”

Deel dit artikel