Vliegen naar een conferentie mag, maar mag de trein ook?

Zoeken naar duurzame vervoersopties

Lees meer

Vliegen naar een conferentie mag, maar mag de trein ook?

Steeds meer kritiek is er op vliegen: kan dat niet wat minder en moeten de ticketprijzen niet omhoog? Cursor sprak met twee TU/e-medewerkers die actief zijn in het Low Carbon Travel Initiative; een groep onderzoekers die anderen wil inspireren duurzamere vervoersopties te overwegen bij bezoeken aan congressen of internationale overleggen. Cursor was afgelopen zaterdag ook aanwezig bij het protest op Eindhoven Airport waar studenten en medewerkers van de TU/e aan deelnamen.

door
foto Irene Niet

Sinds 2019 bestaat aan de TU/e het Low Carbon Travel Initiative. Een echt bottom-up initiatief waarbij onderzoekers zelf proberen om voor werkbezoeken bewuster te reizen en ook anderen daarin mee te krijgen. Destijds opgericht door promovenda Tanja Manders, en ondertussen onder de vleugels van onder andere Tessa Leferink en Irene Niet, beiden promovenda bij IE&IS in de Technology, Innovation and Science (TIS)-groep.

Leferink doet haar promotie parttime en is daarnaast adviseur duurzame mobiliteit. In haar onderzoek kijkt ze naar hoe reisgedrag en autobezit veranderen bij een verhuizing. “Ik ben al tien jaar bezig met duurzaamheid en daarom had dit initiatief snel mijn interesse. Het viel me op toen ik hier aan de TU/e kwam werken dat er maar weinig beleid is voor zakelijk verkeer. Wij richten ons met het Low Carbon Travel Initiative (LCTI) vooral op het zakelijke verkeer. Dat zijn bijvoorbeeld reizen naar congressen.”

Niet onderzoekt hoe je kunstmatige intelligentie kunt inzetten voor de energietransitie. “In mijn werk zijn veel vakgebieden relevant en daarmee ook veel congressen waar ik heen kan gaan. Dan komt de vraag omhoog: hoe ga je daarheen? Een gezonde afweging tussen de verschillende alternatieven is belangrijk.”

Geen duurzaam reisbeleid

Het LCTI bestaat uit een kerngroep van vijf mensen en nog veel geïnteresseerden eromheen. “Vrijwel iedereen in onze onderzoeksgroep vindt duurzaam reizen belangrijk”, zegt Niet. Als we terugkijken op vier jaar LCTI, is er dan al echt wat veranderd? “Zeker”, zegt Niet, “maar vooral zaken die mensen zelf organiseren. Er zijn meer mensen mee bezig en geïnteresseerden geven ook weer tips aan collega’s. En we krijgen regelmatig de vraag van nieuwe medewerkers of er al beleid voor is. Daar moeten we dan ‘nee’ op antwoorden. Het is één van onze speerpunten om dat voor elkaar te krijgen. Er staat nu bijvoorbeeld niets over op de website. Elke andere volwassen universiteit heeft duurzaam reisbeleid, variërend van een paar zinnen tot een hele beslisboom voor zakelijk reizen. De TU/e heeft als enige niets.” Leferink: “We zijn nu het slechtste jongetje van de klas, zelfs het laaghangend fruit wordt niet gepakt.”

De Universiteit Utrecht is een mooi voorbeeld van een zeer vooruitstrevende universiteit op dit gebied met een uitgebreid beleid voor duurzamer reizen. Je hoeft daar slechts je bestemming op te zoeken en ziet de opties met reistijd per trein en vliegtuig en de CO₂-verschillen. Ook de Universiteit Groningen heeft een heel duidelijk beleid op de website staan, inclusief een treinkaart, treintool en een beslisboom.

Niet denkt dat hoogleraren en andere begeleiders in een onderzoeksgroep een voorbeeldfunctie hebben in deze. “Promovendi kijken wat een begeleider doet en mede op basis daarvan nemen zij hun beslissing. Terwijl er voor verschillende mensen verschillende dingen kunnen meespelen. Ik snap dat iemand het vliegtuig pakt als er bijvoorbeeld net op vrijdagavond een groep acht eindmusical is van je kind en op zaterdag een congres. Je moet ook duurzaam zijn voor jezelf en jouw relaties. Maar voor een ander kan er wel de ruimte zijn om voor de trein te kiezen naar datzelfde congres.”

Leferink denkt dat het belangrijk is om snel beleid te maken, omdat juist bij nieuwe medewerkers nog een wereld te winnen is. “Een nieuwe baan is een levensgebeurtenis die bekend staat om ander gedrag te gaan vertonen. Mensen hebben meer de neiging hun gedrag te veranderen bij zaken als een verhuizing, de geboorte van een kind en het starten met een nieuwe baan. Je moet dan toch al veel uitzoeken en je bent dan vatbaarder om dingen te doen die je voorheen niet of anders deed.”

Niet: “We hebben wel instructies om printers te gebruiken, maar voor zakelijk reizen moet je zelf maar aanvoelen wat de juiste keus is. En bij het bezoeken van een congres komt al veel kijken: de reis boeken, een accommodatie vinden, een paper presenteren, netwerken, et cetera. Dan ga je voor die organisatorische zaken al snel voor de ‘default’ keuze. Die is voor velen vliegen. Toch hoeft dat niet altijd de makkelijkste optie te zijn.”

Andere prikkels

Leferink weet dat er na de zomer vanuit de TU/e gewerkt gaat worden aan beleid hiervoor, maar dat is haar eigenlijk niet snel of concreet genoeg. “Het moet verder gaan dan ‘de trein is de meest duurzame keus’. Bijvoorbeeld door een sterk advies te geven om voor de trein te kiezen bij een bepaalde reistijd. Ook moet er oog zijn voor de bredere afwegingen, want vliegen is vaak goedkoper. Als het geld voor je reis van een projectbudget af moet, is er dus een andere prikkel in het spel. Dan kan het duurdere treinticket ervoor zorgen dat je minder vaak naar een conferentie kunt. Met bijvoorbeeld een TU/e-breed budget leiden die kosten niet tot minder ontwikkel- en netwerkmogelijkheden. Dat is met name belangrijk voor onze jongere staf.”

Maar Leferink houdt goede moed: “Per januari 2024 komt er een registratieplicht voor alle Nederlandse organisaties met meer dan honderd medewerkers om bij te houden hoe hun medewerkers reizen, zowel zakelijk als woon-werkverkeer. Die deadline is bij de TU/e bekend, dus werkt vast als een stok achter de deur.”

Mariska Brzözek, directeur HR, laat in een reactie hierop weten: “In gesprek met vicevoorzitter Nicole Ummelen en Anna Wieczorek als Ambassadeur Sustainability, is aan de Stuurgroep Mobiliteit en van daaruit aan de werkgroep Mobiliteit het verzoek gedaan om dit onderwerp mee te nemen in de visievorming en beleidsontwikkeling en -voorstellen inzake mobiliteitsvraagstukken in de context van het strategische doel duurzaamheid; waaronder bijvoorbeeld woon-werkverkeer en zo ook het zakelijke reizen. Dat is inderdaad richting het najaar voorzien.”

Geen anti-vlieggroep

Helpt het jullie initiatief nu er meer aandacht voor klimaat is in de media? Niet: “Je ziet vaak heel activistische groepen in de media. Mensen moeten wel gewoon nog naar congressen kunnen en soms kan dat alleen met het vliegtuig, bijvoorbeeld naar de VS. Dus we moeten er wel voor waken dat we niet de anti-vlieggroep worden. We zijn niet tegen vliegtuigen of vliegen. We zijn vooral pro je keus afwegen. Dus jezelf afvragen: kan ik ook met de trein? De default is nu nog voor velen het vliegtuig.” Leferink valt haar bij: “Dat was ook lange tijd mijn default, maar die is met de jaren verschoven. Verandering kost tijd en moeite, maar een ondersteunend beleid en inspirerende voorbeelden kunnen daarbij helpen.”

Getest in Manchester

Leferink en Niet hebben ook een mooi voorbeeld uit de praktijk van een bezoek naar Engeland, waarbij de trein en het vliegtuig met elkaar vergeleken werden. Niet: “Er waren twee groepen binnen onze afdeling die naar twee congressen gingen, toevallig tegelijkertijd in Manchester. Eén groep ging met de trein, één met het vliegtuig. Grappig genoeg zagen we dat vooral senior medewerkers voor het vliegtuig kiezen en junior staf voor de trein. Het verschilde uiteindelijk maar weinig in reistijd van ‘deur tot deur’. Mensen in de trein wonnen tijd doordat ze hun bagage bij zich konden houden en ze minder lang van te voren aanwezig hoefden te zijn. Die extra tijd wordt vaak vergeten. Mensen met het vliegtuig hadden die dag ook nog de pech van vertraging, dus de trein was hier duidelijk de winnaar.”

“De mensen in de trein hadden ook een veel kleinere CO₂-voetafdruk: ongeveer 43 kilo versus 320 kilo met het vliegtuig.” Leferink: “Ja, je kunt rekenen met ongeveer een factor 10. Milieucentraal legt het tussen 7 en 11. Het is niet honderd procent vooraf te zeggen omdat er meer factoren meespelen in de berekening, zoals bezettingsgraad, type vliegtuig en de elektriciteitsmix op het spoor.”

In het beleid zou ook een toelichtende tekst over de definitie van werktijd moeten komen, zegt Niet. “Is reistijd onderdeel van je werktijd? En hoe werkt dat dan als je langer zou moeten reizen omdat je de trein kiest? Of moet je dan uit financieel oogpunt de kortste reistijd kiezen?” Leferink: “Hoewel je in die trein vaak wel makkelijker kunt werken dan in het vliegtuig. Wat het ook wordt; maak het expliciet. Anders loop je het risico dat mensen aannames doen.”

Alternatieven voor het vliegtuig

Als je dan groener naar je congres wilt reizen, maar de trein is niet mogelijk of niet snel genoeg, zijn er dan nog andere opties? “Zeker”, zegt Leferink. “Elektrisch carpoolen is ook een goed idee. Ik hoorde onlangs van een elektrisch laadcongres in Scandinavië waar twee groepen mensen elektrisch naartoe reden: ambtenaren van de gemeente Rotterdam met een elektrisch busje en onderzoekers van mijn eigen groep NEON (die werken aan de energie- en mobiliteitstransitie) met de Tesla. Dat was niet alleen heel gezellig, ze leerden ook meteen over de internationale laadinfrastructuur.” Over elektrische auto’s gesproken, die waren er toch ook aan de TU/e? “Daar is afscheid van genomen”, zegt Niet. “Ze zijn geïntroduceerd in 2019 als pilot, maar tijdens corona werden ze amper gebruikt en dus is dat initiatief gestopt.”

Tips om zelf anders te reizen

Zelf eens het vliegtuig inruilen voor de trein of ander duurzaam vervoer? Leferink en Niet hebben nog wel wat tips voor je. Zo is bestellen via Deutsche Bahn een stuk goedkoper dan via NS Highspeed. Ze schreven een blog met de belangrijkste tips & tricks. Daarnaast hebben ze ook nog wat linkjes naar handige tools om bijvoorbeeld de schoonste manier van reizen te berekenen.

De wil is er

Leferink en Niet willen benadrukken dat duurzaamheid niet alleen voor het vervoer zelf geldt. Niet: “Je moet ook altijd aan de mensen denken. Het privéleven moet niet onder een veel langere treinreis lijden. We gaan niemand aanmoedigen om 18 uur in een trein te gaan zitten, daar wordt niemand beter van. Maar er is bijvoorbeeld wel de optie om een overnachting ertussen te boeken.” Leferink heeft dat al eens gedaan: “Ik ging met de nachttrein naar een congres in Milaan, maar die viel uit en toen heb ik een overnachting gehad. Dat was dan wel een onvoorziene zaak, maar ik zou het ook bewust kunnen boeken. Zo bouw je ook wat meer rust in je reis naar je congres toe.” Niet: “En dan worden plots ook meer plekken bereikbaar met de trein. We willen mensen verleiden en inspireren, niet dwingen. Dat vinden we belangrijk.”

Remco Tuinier, hoogleraar Fysische Chemie - niet deel van het LCTI - probeert alvast bewust bezig zijn met reizen en dit voorbeeld te geven in de eigen groep. Tuinier: “Idealiter zou je niet alleen naar de reiskeuze willen kijken maar ook naar de frequentie. Congressen bezoeken en daar spreken is een essentieel onderdeel van het werk van een wetenschapper. Maar hoe vaak en hoe ver ga je? Zelf ga ik regelmatig naar Zwitserland en Frankrijk voor werk en dan neem ik per definitie de trein. Ik kan in de trein heel goed werken aan manuscripten, wat theoriewerk doen of proefschrifthoofdstukken lezen en becommentariëren. In september ga ik naar een congres in Napels. Ik twijfel nog of ik dan met de trein ga of met het vliegtuig.”

Leferink denkt dat mensen best willen veranderen en dat het hebben van laagdrempelige informatie en heldere richtlijnen over een onderwerp daar zeker bij helpen. Niet is het met haar eens: “Nu moeten medewerkers nog het gesprek aangaan met hun leidinggevende: mag ik de trein nemen? Ook als het duurder is? Het zou fijn zijn als dat straks niet meer hoeft omdat er gewoon duidelijk beleid is wat duurzaam reizen stimuleert.” Leferink: “Als we zeggen dat we als universiteit duurzaam bezig zijn, kom je er gewoon niet onderuit om ook naar de footprint van reizen te kijken.”

Actie Eindhoven Airport

De actie bij Eindhoven Airport zaterdag 25 maart was drieledig: er was een demonstratie op het plein voor de terminal, een demonstratie voor het Aviation Centre en een op het terrein van de privévliegtuigen. De eisen van de activisten gingen vooral over de privévluchten die er plaatsvinden en het feit dat de milieuvergunning van Eindhoven Airport niet in orde is. Cursor is meegeweest met zowel de wetenschappelijke medewerkers die zich hadden verenigd onder de vlag van Scientist Rebellion, als met enkele demonstranten van Extinction Rebellion.

Met de start vanaf het TU/e-terrein fietsten de wetenschappers veelal in labjassen in een grote groep naar de luchthaven van Eindhoven. Aangekomen bij het Aviation Centre volgt een speech van één van hen: “Vliegen is één van de meeste koolstofintensieve activiteiten, en dan met name privévluchten. Die stoten tien keer meer koolstof uit dan burgervliegtuigen en vijftig keer meer dan treinen (per capita, red.). Dan betalen ze ook nog eens geen belasting over hun brandstof, terwijl mensen die de auto nemen dat wel moeten doen. Daarnaast heeft Eindhoven Airport nog altijd geen milieuvergunning, maar stoot de luchtvaart nog altijd wel stikstof uit in de natuur. Wij willen dat Eindhoven Airport teruggaat naar het aantal vliegbewegingen van 1994 zolang zij de milieuvergunning niet op orde hebben. Daarnaast willen we dat korte afstandsvluchten zoals naar Londen worden verboden en de privévluchten stoppen.”

Pers toegang geweigerd

Ook bij de demonstratie tegen de privévliegers is Cursor gaan kijken, maar werd ter plaatse door de Koninklijke Marechaussee de toegang tot het terrein met demonstranten geweigerd, ondanks geldige politieperskaart. Via een omweg is een hek gevonden waarachter de demonstranten stonden en waar bleek dat een deel van de journalisten wel binnen mocht bij de demonstranten en een deel niet. De Marechaussee verwees naar hun woordvoering als je het er niet mee eens was, maar die namen de telefoon niet op.

Goed getraind

Voorafgaand aan de actie is Cursor ook nog langs geweest bij een training van de rebellen. Hoe bereiden zij zich voor op een actie als deze? En wat is geweld? Over alles wordt veel gepraat om elkaars mening te horen en te zorgen dat als de geïnteresseerden meedoen aan een XR-actie, ze de actieconsensus kennen en onderschrijven. Ook worden ze daar onderwezen over hun rechten en worden ze verteld voorbereid te zijn op eventueel politie-ingrijpen.

De actie bij Eindhoven Airport is geëindigd in tientallen arrestaties. De luchthaven had zich al voorbereid op de actie door sommige civiele vluchten om te leiden en de privévluchten die dag niet te plannen.

Deel dit artikel