
Corona trof TU/e hard, maar gemeenschap veerde terug
Wat is onze studenten en medewerkers ervan bijgebleven?
Precies vijf jaar geleden brak in Nederland de coronapandemie uit. De TU/e ging van het ene op het andere moment ‘op slot’. Thuiswerken, online onderwijs en anderhalve meter afstand werden de norm. Wat deed dit met de TU/e-gemeenschap? Studenten en medewerkers blikken terug. “Met zijn allen hebben we laten zien waartoe we in staat zijn.”
Pas echt spannend werd het toen we op zoek moesten naar een nieuw bestuur
“De fotografievereniging in leven houden, dat zag ik als mijn kerntaak toen ik in het bestuur van Dekate Mousa zat. We mochten niet meer in groepen samenkomen en moesten online evenementen bedenken. Dat vroeg veel van onze creativiteit. Toch kwamen er echt een stuk minder mensen op af. Soms zat zelfs alleen het bestuur er. Ondertussen smeekten onze leden of ze onze fotostudio mochten reserveren, zodat ze even het huis uit konden gaan. Pas echt spannend werd het toen we op zoek moesten naar een nieuw bestuur. Dat bleek vrij lastig te zijn als je elkaar niet fysiek kan ontmoeten. Als we die niet vonden, hield onze zestigjarige vereniging op met bestaan. Met vallen en opstaan, virtuele borrels en oproepen via communicatieplatform Discord is het uiteindelijk wel gelukt. Zelf heb ik nog een extra bestuursjaar gedaan. Ik vond dat ik niet de ‘echte’ ervaring heb gehad. Al zijn al die online meetings ook daarna wel gebleven.”
In de lockdown hebben we alleen de groepsbehandelingen af moeten zeggen
“We hebben straks een weekje vrij, grapte ik met mijn collega’s toen we het krantenbericht lazen over de eerste besmetting in Nederland, niet wetende dat het jaren ging duren. In de lockdown hebben we alleen de groepsbehandelingen af moeten zeggen. We hadden tijd nodig om alle protocollen en modules geschikt te maken voor digitaal gebruik. We gaven studenten ook tips over hoe ze voor zichzelf konden blijven zorgen. Een echo daarvan is nog terug te zien op de wellbeingpagina van de universiteit. Het digitaliseren was nog een hele klus, want online een sessie doen, was voor corona überhaupt niet mogelijk. Wennen dus, aan de nieuwe status quo, maar in het kwartiel erop stond alle hulp online. Zelfs de groepssessies deden we in Zoom, al was de verbinding crap. Nu is dat wel verbeterd. Het is zelfs normaal. Al heeft het niet mijn voorkeur hoor. Je maakt toch makkelijker contact fysiek dan online.”
De eerste onlinetoets die we organiseerden, ging compleet mis
“Ik zou de volgende dag naar Nepal vliegen, maar in plaats daarvan was het crisisteam bij elkaar geweest en waren alle verloven ingetrokken. Er werden speerpunten opgesteld waar de digitalisering van het onderwijs er een van was. Ik was toentertijd manager teacher support & quality assurance bij ESA, dus die taak kwam onder andere bij mij terecht. Alle lessen moesten online worden georganiseerd. Er moest hulp komen voor docenten, software voor lesopnames en online livelessen, en alles moest met de studenten gecommuniceerd worden. Toetsen moesten ook online worden afgenomen. Dat was een race tegen de klok, omdat de toetsweek voor de deur stond. De digitale toetsingssoftware moest gekoppeld worden aan een proctoringtool. Hiermee wordt tijdens de toets de student gefilmd en het beeldscherm opgenomen om fraude te voorkomen. Zulke software brengt hoge privacyvraagstukken met zich mee. Daarvoor zochten we nauwe afstemming met studentenafvaardigingen. De eerste onlinetoets die we organiseerden, was compleet misgegaan. Ik moest er zelfs de directeur voor uit zijn bed bellen. Door opstartproblemen van het nieuwe systeem kwamen de studenten de toets niet in. Daarna kregen we het gelukkig onder controle.”
Immense stilte op de campus en ontslagen maakten indruk
“Ik herinner me dat we op 12 maart hoorden dat de TU/e dichtging en dat we al het voedsel moesten opruimen. Dat ging in vriezers of werd weggegooid. We zijn daarna best wel lang thuis geweest. Om toch wat te doen voor de medewerkers, gingen we bij de eerste versoepelingen met een mobiele kantine over de campus. Er werkten hier en daar nog wel wat mensen op kantoor. Bij de catering werden twintig collega’s ontslagen, dat hakte er erg in bij ons. Promoties en afstudeersessies werden er ook nog gehouden en daarvoor moesten alle hapjes apart verpakt worden. Duurzaamheid was ver te zoeken. Ik weet nog dat ik heel verdrietig werd op de dag dat ik over de campus fietste en het immens stil was. En ik vergeet ook nooit meer het eerste ‘borreltje’. De eerste open dag, de bar was open en 150 man zong een liedje. De tranen liepen over mijn wangen.”
Ik schiet niet snel meer in de stress
“Corona kwam als een schok. We hadden als bestuur Wervingsdagen een heel jaar gewerkt voor de Career Expo. Op dinsdag stonden zo’n tachtig bedrijven op de beurs, woensdag zouden er nog eens honderd komen. Toen de burgemeester ons in de loop van de middag via het CvB liet weten dat we de beurs moesten stopzetten, was het bestuur in tranen. Wervingsdagen stond ruim een ton in de min vanwege gemiste inkomsten van de bedrijven. Maar met juridisch en financieel advies van de TU/e hebben we dit gat kunnen dichten. Uiteindelijk heb ik er veel van geleerd. Ik weet nu dat je in geval van crisis niet in de stress moet schieten. Er komen altijd wel weer de juiste mensen op je pad. Het was ook leerzaam de motivatie te vinden om door te gaan als bestuur. Wij gingen terug naar de kern: studenten een oriëntatie bieden op een baan. Ook in sollicitaties en in mijn huidige werkomgeving bij Shell heb ik wat aan deze corona-ervaring.”
Met zijn allen hebben we laten zien waartoe we in staat zijn
“We waren als bestuur nog in zalige onwetendheid toen ik een telefoontje van de burgemeester kreeg. De Career Expo, die net was gestart, moest per direct stoppen. Daar zat ik in mijn werkkamer met verslagen bestuursleden. Toch herstelden ze zich razendsnel. Achteraf gezien was dit een bepalend moment. Het verdriet en de veerkracht die ik toen zag bij studenten en medewerkers is symbolisch voor de hele coronaperiode. Met zijn allen hebben we laten zien waartoe we in staat zijn. In de eerste weken kwam er veel op het bestuur af; alles moest tegelijk in goede banen worden geleid. Maar het allerbelangrijkste vonden we goede én warme communicatie, zodat we in verbinding zouden blijven met elkaar. Ik heb heel wat filmpjes vanuit mijn werkkamer thuis opgenomen om de TU/e-gemeenschap toe te spreken. Ook hebben we als bestuur studenten en medewerkers gefaciliteerd waar we konden om de impact van de maatregelen enigszins te beperken, zoals een drankje op het terras op anderhalve meter afstand.”
Sporten op anderhalve meter is niet ons ding
“In de eerste periode van corona kon er helemaal niet gesport worden. Mijn werkritme viel daarmee totaal weg. Ik was gewend squashtrainingen te geven van de middag tot en met de avond en nu zat ik thuis in Venlo. Ik verveelde me stierlijk. Het studentensportcentrum hield zich aan de regels die de TU/e van de overheid opvolgde en daarnaast keken we wat de sportbonden deden. Toen er op een gegeven moment buiten gesport mocht worden op anderhalve meter afstand van elkaar, hebben we spullen uitgereikt waarmee studenten konden fitnessen bij de Play Ground. Ik gaf door de nooduitgang elastieken, kettlebells en dergelijke aan, en instructies op geplastificeerde vellen papier. In deze tijd vroegen we de studenten zich te registreren voor het sporten. Dan moest ik om QR-codes vragen en dat was het moment waarop ik in contact kon komen met de studenten. Voor een contactgedreven omgeving als het SSC, was dat wel heel karig.”
Discussie