Groei waar de planeet beter van wordt

Dubbelinterview Tessie Hartjes en Harry Otten

Lees meer

Groei waar de planeet beter van wordt

Ze schelen een slordige veertig jaar in leeftijd, maar raken niet uitgepraat met elkaar. Tessie Hartjes en Harry Otten zijn ondernemers in hart en nieren: zij doet sales en marketing bij Lightyear, hij is oprichter van Meteo Consult en mede-eigenaar van het nieuwe bedrijf Weather Solutions. Hun gedeelde ideaalbeeld is een wereld waarin groei en duurzaamheid elkaar versterken. Technologie is daartoe het middel, en dat maakt dat beide alumni zich nog betrokken voelen bij de TU/e: Hartjes is bestuurslid van het Universiteitsfonds en Otten is in gesprek om ondernemende alumni te gaan coachen.

door
foto Vincent van den Hoogen

Helden van toen en nu

Het thema van dit lustrumjaar, waarin de TU/e haar 65-jarig bestaan viert, is ‘Helden zoals jij’. Gedurende dit jaar zal Cursor hierbij aansluiten met een reeks dubbelinterviews met als motto ‘Helden van toen en nu’. TU/e’ers met een fraaie staat van dienst, nog actief aan de universiteit of er inmiddels al vertrokken, worden gekoppeld aan hun tegenvoeters uit deze tijd. En dat op allerlei gebieden: wetenschappelijk, beleidsmatig, of uit het studentenleven. In deze aflevering geven we het woord aan Tessie Hartjes en Harry Otten, beiden alumnus, ondernemer en idealist met een hart voor duurzame energie.

Tessie Hartjes (31) is op het moment van interviewen 37 weken zwanger. “Ik hoor eigenlijk niet meer te werken.” Ze oogt fit en ontspannen. “Ik heb zo veel meegemaakt met Lightyear dat ik me over de zwangerschap niet echt druk maak.” Lightyear is het bedrijf van de elektrische personenauto op zonne-energie. Het bedrijf komt voort uit het TU/e-studententeam Solar Team en ging dit jaar naar de beurs. Hartjes richt zich op sales en marketing.

De boomlange Harry Otten (73), oud-RTL4-weerman een oprichter van Meteo Consult, weet zijn weg op de campus nog goed te vinden. “Hier in het Auditorium zat ik aan het eind van de week mijn sommen te maken in afwachting van de trein naar Breda.” Hij deed technische natuurkunde: “Mijn ouders wilden graag dat ik iets heel moeilijks ging studeren, liefst aan die nieuwe Brabantse instelling, de TH in Eindhoven.”

Naar eigen zeggen was Otten niet de allerbeste student, en een rasechte nerd. Drie dagen na zijn afstuderen trouwde hij, zoals dat toen hoorde. “En de rest van mijn leven heb ik in het teken gesteld van mijn persoonlijke revenge of the nerds”, besluit Otten met twinkelende ogen.

Hartjes was juist geen boekenwurm, maar een actieve student die van de lustrumcommissie in het studententeam Blue Jay rolde, waar ze bijdroeg aan de ontwikkeling van een drone die een helpende hand kan bieden bij noodsituaties als brand of vermissing.

Vrouwen

Binnen haar bachelor Sustainable Innovation volgde ze de energierichting. “Al verspeelde ik eerst een jaar bij een andere richting. Duurzame energie had meteen al mijn interesse, maar stond ook bekend als de moeilijkste keuze. Ik voelde me onzeker of ik het wel zou kunnen.” Dat terwijl ze van huis uit juist had meegekregen om uitdagingen aan te gaan.

“Mijn ouders gaven me steeds het vertrouwen: ‘probeer het maar gewoon, als het niet lukt, zijn wij er voor je.’ Dat was al zo toen ik op de middelbare school het profiel natuur en gezondheid koos. Mijn mentor belde mijn ouders om te vragen of dat wel zo verstandig was, ik was immers beter in talen. De reactie van mijn moeder: als je iets doet wat je al kan, wat is dan de uitdaging?” Het idee dat vrouwen minder goed zijn in technologie, zit diep ingebakken in de West-Europese cultuur, concludeert Hartjes: “Een biologische grond is daar echter niet voor.”

Otten knikt: “De culturele instelling in Nederland is dat vrouwen het niet kunnen. Ik geloof daar niks van. Ik heb bij bezoeken aan technologische bedrijven en organisaties – zoals CERN – in allerlei landen zó veel kundige vrouwelijke wetenschappers aan het werk gezien.”

Hartjes: “Toch heb ik een jaar iets gedaan wat schuurde, omdat ik uit onzekerheid over mijn kunnen niet durfde te kiezen wat ik echt wilde. Meiden zoeken zekerheid, beginnen pas ergens aan als ze zeker weten dat ze het kunnen. Mijn eigen ervaring maakt dat ik het belangrijk vind te praten over dit onderwerp, bijvoorbeeld bij voorlichtingsactiviteiten voor VHTO (Expertisecentrum Genderdiversiteit in bèta, techniek en IT, red.), of in gesprek met jonge vrouwen die voor hun studiekeuze staan – collega’s en relaties vragen wel eens of ik een keer koffie wil drinken met hun dochter.”

Grimmig

Otten en Hartjes zijn beiden vurige pleitbezorgers voor duurzame energie. De een ziet als meteoroloog hoe de klimaatverandering zich voor zijn ogen voltrekt, de ander zet bij Lightyear een elektrische auto in de markt die deels op zonne-energie rijdt.

Hoe kijken zij naar de toekomst van onze planeet, in het licht van het nieuwe IPCC-klimaatrapport waar onder anderen TU/e-hoogleraar Heleen de Coninck aan meeschreef?

Otten: “Ik ben pessimistisch: er zijn veel te veel landen die veel te weinig doen om de klimaatverandering te keren. Het rapport spreekt van een temperatuurstijging van anderhalve graad; ik sluit niet uit dat de aarde drie tot vier graden warmer wordt.”

Volgens het IPCC-rapport zal de zeespiegel aan het eind van deze eeuw circa zeventig centimeter hoger liggen dan nu. “Maar daar blijft het niet bij”, waarschuwt Otten. “Zelfs als we volledig CO2-neutraal worden, gaat de stijging de hele 22e eeuw door. Het zeewater wordt warmer en zet daardoor uit.”

Als we erin slagen het geheim van kernfusie te ontrafelen, leven we aan het eind van deze eeuw in een wereld zonder CO2-probleem

Harry Otten
Meteoroloog en ondernemer

Otten gaat uit van een uiteindelijke zeespiegelstijging van drie tot zes meter. Hij schetst een grimmig beeld van het jaar 2200, met twee gigantische dijken die de Noordzee in toom moeten houden: eentje in het noorden tussen Schotland en Noorwegen en eentje in het zuiden bij het Kanaal. Dit nog los van de ingrijpende maatregelen die Nederland bij de rivieren zal moeten nemen.

Hartjes stelt hier een optimistisch mensbeeld tegenover: “Ik geloof in de overlevingsdrang van de mensheid. Er zullen altijd rampen en ontwikkelingen zijn die ons ‘lastigvallen’, maar we zijn er bijvoorbeeld ook in geslaagd het gat in de ozonlaag boven Australië te verkleinen. Ik geloof niet dat het vanzelf zal gaan, maar wel dat we ook de klimaatverandering kunnen overwinnen.”

“Wat denk jij, bestaat de mensheid nog over duizend jaar?” legt Otten haar voor. Hartjes meent van wel. “Al zijn er dan mogelijk zo veel slachtoffers gevallen dat deze gekrompen is tot een enkele kolonie – van waaruit we weer kunnen gaan opbouwen.” Ottens eigen toekomstbeeld is nog wat donkerder: “Ik betwijfel of er dan nog mensen zijn. Er bestaat zo’n grote drang onder allerlei groepen om elkaar te vernietigen.”

Kernfusie

Ondanks de apocalyptische toekomst die hij schetst, zet Otten zich in voor de transitie naar duurzame energie. Hoe gaat dat samen? “Oh, maar waar ik absoluut wel in geloof, is dat we deze eeuw nog het energievraagstuk oplossen. Als we erin slagen het geheim van kernfusie te ontrafelen – waar ook op de TU/e uitstekend onderzoek naar wordt gedaan – leven we aan het eind van deze eeuw in een wereld zonder CO2-probleem. Er is geen garantie dat het lukt, maar hier moeten we op inzetten.”

En tot die tijd? “Met kerncentrales kunnen we de tussentijd overbruggen, maar dan moeten we wel af van het verouderde idee dat kernenergie ‘vreselijk gevaarlijk’ is. De tijden zijn veranderd sinds de ramp in Tsjernobyl in 1986 – in de kolenmijnen in China vallen per dag meer slachtoffers dan kernenergie de afgelopen decennia heeft veroorzaakt.”

“En is wereldwijd niet één op de acht overlijdens te linken aan luchtvervuiling door bijvoorbeeld kolencentrales?”, vult Hartjes aan. Ook zij staat niet meteen afwijzend tegenover kerncentrales als overbrugging naar vormen van duurzame energie die nu nog niet mogelijk of rendabel zijn.

Otten heeft moeite met de in zijn ogen onlogische keuzes die overheden momenteel maken op energiegebied: Nederland wil te snel van het relatief schone aardgas af en Duitsland sluit kerncentrales, terwijl er nog vervuilende bruinkoolcentrales roken en de CO2-uitstoot er voor het eerst in jaren is gestegen. “En voor de zogenaamd CO2-neutrale biomassa worden uitgestrekte bossen in landen als Estland gekapt. Onbegrijpelijk.”

Wat Hartjes betreft, is er meer om over te dromen dan alleen kernfusie: “We willen met Lightyear toe naar een auto die je nog maar één of twee keer per jaar aan het stroomnet hoeft op te laden.” Otten spitst zijn oren. “Ik heb nagedacht over een elektrische auto – zelfs over een Lightyear – maar ik bezit een tweede huis in Zuid-Frankrijk, en daar zijn veel minder oplaadpunten.” Hartjes knikt: “Van alle oplaadpunten in Europa bevindt een kwart zich in Nederland. Maar dan is een Lightyear juist iets voor jou, want zon is er volop in het zuiden van Frankrijk.”

Waterstof

“Denk je niet dat waterstof de toekomst is voor auto’s, in plaats van elektriciteit?” speelt Otten advocaat van de duivel. Hartjes lacht, die wat ze noemt “oeverloze discussie” heeft ze als gezicht van Lightyear vaker gevoerd. “Ik zeg: de toekomst is elektrisch. Dit omdat elektriciteit in tegenstelling tot waterstof location independent is: tachtig procent van de wereldbevolking heeft toegang tot een stopcontact. Dat is bijvoorbeeld ook de reden dat mobiele telefonie wijdverbreid is in Afrika, terwijl de vaste telefoon er nooit voet aan de grond heeft gekregen.”

De twee zijn het wel eens over het grote voordeel van waterstof: dat je er energie in kunt opslaan. Zo zet Australië zijn overschot aan zonne-energie om in waterstof, om het vervolgens te exporteren naar Japan. Dat is voordelig in de energiehandel. Nu is het nog zo dat de prijzen van wind- en zonne-energie kelderen op momenten dat daar lokaal een overschot aan is. Northpool, een van de bedrijven waar Otten bij betrokken is, speelt in op de voortdurende fluctuaties in aanbod en prijs van deze energiebronnen.

Het grootste deel van zijn aandacht gaat echter naar de startup Weather Solutions. Het bedrijf voorziet in gerichte, lokale weersvoorspellingen: hoeveel zonnestraling kunnen Nederlandse glastuinbouwers verwachten? En welke wegen in een Duitse regio moeten gestrooid worden wegens gladheid?

“Het weer voorspellen kunnen we in de meteorologie intussen heel goed. De volgende stap is: de weermodellen heel lokaal vertalen naar de gevolgen per plek. Er treden steeds vaker extreme weersomstandigheden op en mensen willen weten: wat betekent dat voor mij en mijn bedrijf?”

Wat treft, is dat de middelen voor duurzame energie zeer lokaal weerdata kunnen verzamelen. Zo probeert Otten de fabrikant van zijn zonnepanelen te achterhalen, die beschikt over cijfers van zonnestraling op talloze daken. En de slimme software in elektrische auto’s verzamelt informatie over bijvoorbeeld de temperatuur van het wegdek, data die Lightyear ook kan gaan delen, zegt Hartjes: “Het streven is dat er op den duur honderdduizenden Lightyears rondrijden – dat is een potentiële schat aan gegevens.”

Klein gehouden

Hoe langer Hartjes en Otten met elkaar in gesprek zijn, hoe sneller de ideeën over en weer gaan. Helaas is het klimaat in Nederland en Europa niet ideaal voor innovatieve ondernemers, is de ervaring van beiden.

We willen met Lightyear toe naar een auto die je nog maar één of twee keer per jaar aan het stroomnet hoeft op te laden

Tessie Hartjes
Marketing en sales bij Lightyear

“Je wordt hier klein gehouden”, zegt Hartjes. “Europa is een versplinterd continent, van kleine landen met elk hun eigen belangen. Onderdelen die goed zijn voor Lightyear, worden daardoor vaak weer uit rapporten en wetteksten gelobbyd.”

Daarnaast sluiten subsidieregelingen en dergelijke vaak niet aan op de praktijk, voegt ze toe. “Dan moet je een aanvraag doen voor één specifiek project, terwijl je a) niet aan een project maar aan een product werkt en b) door middel van parallelle innovatie meerdere ideeën tegelijk wilt onderzoeken. Of je moet als startup zonder kapitaal het subsidiebedrag zelf verdubbelen.”

“Het is hopeloos”, beaamt Otten, die ten tijde van Meteo Consult nog een miljoen bij de bank los kreeg op zijn “bruine ogen”. “Zolang je nog aan het ontwikkelen bent, krijg je niks. Europa is tegen het creëren van winnaars. In de VS zijn investeerders veel meer bereid eerst verliezen te incasseren voor ze aan je gaan verdienen.”

In Nederland zelf moet je het tegenwoordig ook niet van de overheid of de banken hebben, weet Hartjes. Iets wat schril afsteekt tegen bijvoorbeeld de vijfhonderd miljoen dollar die Tesla van de Amerikaanse overheid kreeg. Particuliere investeerders kent ons kapitaalkrachtige landje gelukkig wel, waardoor Lightyear toch de benodigde miljoenen bijeen kreeg. Otten investeerde zelf kapitaal van de verkoop van zijn aandelen in Meteo Consult in nieuwe bedrijven.

Amerika lonkt overigens niet. “Voorlopig in elk geval niet”, nuanceert Hartjes, die met haar partner, Lightyear-CEO Lex Hoefsloot, in Eindhoven woont. Dit enigszins tot verbazing van het internationale personeelsbestand: “Lightyear heeft zo’n 200 medewerkers, van 27 verschillende nationaliteiten. Zij vinden Eindhoven erg ver van Amsterdam. Het kunnen thuiswerken lost gelukkig veel op.” Otten schudt zijn hoofd bij het idee dat Amsterdam volgens velen nog altijd het walhalla is. “Brabant wordt een steeds interessanter gebied.”

Betere wereld

De TU/e is een van de motoren van de innovatiekracht van de Brainportregio. Besteedt de universiteit dan wel voldoende aandacht aan duurzaamheid? “Die switch wordt nu wel gemaakt”, ziet Hartjes. “Je ziet het onderwerp terug in casussen op de open dagen en in verplichte bachelorvakken. En kijk naar de studententeams, die hebben allemaal een intrinsieke drive om de toekomst beter te maken. Ze gaan niet voor een auto die zo hard mogelijk kan, maar voor eentje die zo duurzaam mogelijk kan racen.”

Die intrinsieke drive kenmerkt Hartjes en Otten ook. Een streven naar groei, terwijl de planeet er tegelijkertijd beter van wordt. Ze geloven beiden dat dat kan. “Bijvoorbeeld door elektrisch vervoer zo goedkoop te maken, dat het wereldwijd voor iedereen beschikbaar wordt”, zegt Hartjes.

Ze vertelt dat Lex en zij het liefst meerdere kinderen zouden willen, “maar het zit dan toch in mijn hoofd of dat vanuit duurzaam oogpunt wel een goede keuze is. We willen de wereld graag mooier achterlaten dan-ie was.” Otten ziet het liever andersom: “Met wat jullie je kinderen meegeven, dragen jullie met een groot gezin juist bij aan een betere wereld.”

Een mooi moment voor de interviewer om afscheid te nemen. Beide ondernemers blijven nog even zitten, er is nog van alles uit te wisselen. “Ik loop al een tijd rond met een idee voor Lightyear”, steekt Otten van wal.

Universiteitsfonds Eindhoven

“Als student zag ik het Universiteitsfonds (UFe) als ‘die club waar je geld kon aanvragen voor een studiereis’. Dan kregen we een vlag mee van het fonds”, herinnert Tessie Hartjes zich. Pas later kwam ze erachter wat het UFe nog meer doet: onderzoek financieren bijvoorbeeld, en talentontwikkeling stimuleren (zie Heroes for Heroes). “Juist daarom ben ik als bestuurslid graag betrokken bij het fonds. En misschien zie ik het wel als mijn taak om het UFe onder studenten te rebranden.”

Harry Otten weet nog hoe hij als tweedejaarsstudent op excursie ging naar het Natlab – toen nog geen filmhuis, maar het roemruchte lab van Philips: “Ik zag daar onderzoekers een signaal via glasvezel van de ene naar de andere kant van de ruimte versturen. Dat was iets geweldigs, iedereen was opgetogen. Dat glasvezel diezelfde signalen nu onder oceanen door stuurt, is bijna ongelooflijk.” Dat dergelijke ontwikkelingen in Eindhoven plaatsvinden – en dat hij zijn alma mater een warm hart toedraagt – maakt dat Otten de TU/e graag ondersteunt, al haast hij zich te zeggen dat de bedragen een druppel op een gloeiende plaat zijn. Daarnaast is hij in gesprek om coach te worden van TU/e-alumni met een tech-startup in Brainport.

De geïnterviewden

Tessie Hartjes werd in 1989 in Winterswijk geboren. In 2008 koos zij niet voor de Twentse, maar voor de Eindhovense technische universiteit, waar zij de bachelor Sustainable Innovation volgde. Als student was zij onder andere actief bij de lustrumcommissie en bij Eindhoven Studentenstad. Ook was zij in 2015 een van de oprichters van studententeam Blue Jay.

Hartjes volgde de master Electronics and Electrical Engineering, maar voltooide deze door verschillende omstandigheden niet. Ze sprong tijdelijk in bij Lightyear, toen haar vriend, CEO Lex Hoefsloot, enkele maanden in de VS doorbracht – en dat beviel buitengewoon goed. Ook stierf haar vader, wat haar wereld, inclusief eerdere prioriteiten, overhoop haalde.

Hartjes bleef werkzaam bij Lightyear, waar zij zich bezighoudt met marketing, sales en de relaties met investeerders. Het voornemen om haar master af te maken flakkert nog regelmatig op – wellicht geeft het zwangerschapsverlof ruimte om de stof weer op te diepen.

Harry Otten kwam in 1948 ter wereld in Breda en studeerde tussen 1967 en 1973 technische natuurkunde aan wat toen nog de THE heette. Otten, als kind al gefascineerd door het weer, ging in 1975 bij het KNMI aan het werk. Daar werkte je immers, als je in Nederland iets met meteorologie wilde doen.

Vijf jaar later maakte hij tijdens een sabbatical aan Penn State University kennis met het bestaan van particuliere meteorologische bedrijven. Er werd een zaadje gepland, dat in 1986 uitgroeide tot Meteo Consult. Toen het bedrijf van vijf tot driehonderd medewerkers was uitgegroeid, deed Otten tussen 2005 en 2011 zijn aandelen Meteo Consult van de hand.

De opbrengst stopte hij onder meer in een stichting die om het jaar de Harry Otten Prize for Innovation in Meteorology uitreikt. En aangezien ondernemersbloed nu eenmaal kruipt waar het niet gaan kan, begon Otten in 2017 een nieuw bedrijf, Weather Solutions.

Deel dit artikel