De RuG telt op dit moment iets meer dan 4300 internationale studenten. Het Talencentrum verwacht op jaarbasis rond de duizend buitenlanders die graag Nederlands willen leren. “Veel buitenlandse studenten gaan na het behalen van hun diploma weer terug naar huis”, vertelt Berna de Boer van het Talencentrum van de RuG, dat de cursus aanbiedt. De hoop is dat afgestudeerden zich meer verbonden voelen met Nederland wanneer ze de taal spreken, en hier blijven met al hun kennis. “Maar ook als ze wel terugkeren, zijn ze van toegevoegde waarde als ambassadeurs van Nederland en de taal.”

Vincent Merk, coördinator van Taal en Interculturele Communicatie (CLIC) aan de TU/e, kan dat beamen. In de Brainportregio heerst al langer die overtuiging. “De TU/e is een van de weinige universiteiten die al langer gratis Nederlandse les geeft aan buitenlandse studenten. Het gaat vooral om masterstudenten. Daarvan komen er jaarlijks zo’n tweehonderd naar Eindhoven. Om de tien weken begint een lichting van vijftig tot zestig studenten aan de beginnerscursus.”

Daarmee scoort CLIC zowat honderd procent onder de doelgroep. Volgens Merk is die populariteit deels te danken aan de manier waarop de Nederlandse les wordt aanbevolen tijdens de introductiedagen. De studenten krijgen dan een soort survivalkit Nederlands hoe ze kunnen (over)leven in Eindhoven. Dat ‘smaakmakertje’ slaat heel goed aan, denkt Merk.

Buitenlandse medewerkers volgen apart een beginnerscursus Nederlands. Daarna komen ze samen met studenten in één klas voor een vervolgcursus. Het volledige cursuspakket bestaat uit vier niveaus. Merk: “Je kunt de masterstudenten grofweg in twee soorten indelen. De eerste groep, een minderheid, heeft een studiebeurs gekoppeld aan een arbeidscontract voor een bepaalde tijd bij bedrijven zoals Philips of ASML. Zij keren na verloop van tijd terug naar huis. Dus tijdens hun verblijf in Eindhoven redden ze zich wel met Engels. Maar de grootste groep masterstudenten heeft geen contract in het vooruitzicht. Zij kunnen hun carrièrekansen aanzienlijk verbeteren als ze ook Nederlands leren.”