"Herbouw Philips-paviljoen absurd en niet relevant"

Een mogelijke herbouw op Strijp-S van het Philips-paviljoen van Le Corbusier, dat in 1958 op de Wereldtentoonstelling in Brussel stond, vindt prof.dr. Bernard Colenbrander, hoogleraar Architectuurgeschiedenis en -theorie, een absurd idee. Vorige week ontving de gemeente Eindhoven een haalbaarheidsstudie van dit voornemen.

Ir. Arie van Rangelrooij is voorzitter van de Stichting Reconstructie Philips Paviljoen 1958 en directeur/eigenaar van architectenbureau architecten|en|en. Hij is een alumnus van de TU/e en studeerde in 1984 af bij de vakgroep Architectuurgeschiedenis en -theorie. Al vele jaren ijvert hij voor de herbouw van het Philips-paviljoen en vorige week donderdag verscheen een haalbaarheidsonderzoek, geschreven in opdracht van de gemeente. De gemeente is overigens niet van zins er geld in te steken, zo liet wethouder Mary-Ann Schreurs vorige week bij de overhandiging van het rapport al direct weten.

Volgens Van Rangelrooij kan het paviljoen van Le Corbusier, genaamd het Poème Electronique, een internationaal landmark worden voor Strijp-S en de stad Eindhoven. In het rapport staat dat het gebouw en de gedachte erachter naadloos aansluiten bij het DNA en de ambities van de regio. In het paviljoen toonde Philips destijds een vooruitstrevende multimediapresentatie van beeld en geluid, waaraan naast Le Corbusier ook de architect Iannis Xenakis en de componist Edgard Varése hun medewerking hadden verleend.

Van Rangelrooij is ervan overtuigd dat het gebouw ook een toeristische attractie kan worden. "Alle nog bestaande gebouwen van Le Corbusier kunnen elk jaar rekenen op de toestroom van duizenden toeristen." Voor de exploitatie zouden verbindingen aangegaan kunnen worden met activiteiten en evenementen op Strijp-S, zoals NatLab 2.0, VOLT, Glow-S, het STRP-festival en de Dutch Design Week. En ook organisaties als de TU/e zouden er gebruik van kunnen maken, aldus het rapport. De bouwkosten worden geraamd op 8,5 miljoen euro en de exploitatielasten zouden uitkomen op zo'n 335.000 euro. Van Rangelrooij denkt dat het uit private middelen te financieren is.

Hoogleraar Bernard Colenbrander, de huidige leerstoelhouder van de vakgroep waar Van Rangelrooij ooit afstudeerde, noemt het hele plan absurd, "zeker in tijden waarbij allerlei culturele instituten door ingrijpende bezuinigingen onder zware financiële druk staan." Volgens Colenbrander is het gebouw architectonisch gezien ook niet relevant. "Gebouwen die op een Wereldtentoonstelling staan, zijn bedoeld voor tijdelijk gebruik. In het oeuvre van Le Corbusier moet je dit gebouw echt zien als een tussendoortje. Ik kan me niet voorstellen dat hier veel mensen op af zullen komen."

De keuze van Strijp-S als locatie voor de herbouw vindt hij ook niet passend. "Als je kijkt naar de grote fabrieks- en kantoorgebouwen die daar nu zijn gerenoveerd, past het paviljoen daar volstrekt niet bij." Ook ziet hij het niet als een zogeheten Gesamtkunstwerk. "Voor het wederom tonen van de multimediapresentatie zou je ook uitstekend terecht kunnen in bijvoorbeeld het Van Abbemuseum."

De TU/e heeft nog enkele objecten van het originele Poème in bezit. Het meest in het oog springende is het Object Mathematique, dat in 1958 voor de ingang van het paviljoen stond en nu al jaren een plaats gevonden heeft tussen Vertigo en het Auditorium. Ook bezit de universiteit nog enkele glasplaten die deel uitmaakten van de lichtshow.

Deel dit artikel