Helft van wetenschappers heeft te weinig tijd

Helft van wetenschappers heeft te weinig tijd

De helft van alle wetenschappers heeft te weinig tijd om zijn vak goed uit te oefenen. Ze vinden de werkdruk te hoog, zeggen ze in een enquête van de Socialistische Partij.

Bijna achthonderd wetenschappers van universiteiten hebben inmiddels de vragenlijst ingevuld die de SP heeft verspreid en die nog enkele weken loopt. De vragen gaan over allerlei kwesties die aan de universiteiten spelen, van flex-contracten en werkdruk tot financiering van wetenschappelijk onderzoek.

Een van de stellingen luidt: 'Ik heb voldoende tijd en mogelijkheden om mijn vak volgens mijn professionele normen uit te oefenen'. Daar is 35 procent het mee eens, terwijl 48 procent het ermee oneens is. De rest is neutraal. Een verontrustende uitkomst, vindt Kamerlid Jasper van Dijk.

Hoe komt het volgens u?
“Dat komt uiteindelijk door het politieke beleid van de afgelopen decennia. Enerzijds is er een enorme toestroom van studenten en anderzijds blijft de bekostiging daarbij achter.”

Of vinden wetenschappers misschien dat het altijd beter kan, net als topsporters?
“Niets menselijks is ons vreemd, ook niet in de wetenschap. Maar ik vind het wel veel als pakweg de helft zegt: ik kan mijn werk niet volgens mijn eigen professionele normen doen. De oorzaken die ze noemen, zijn hoge werkdruk, bureaucratie, te weinig ondersteuning en tekortschietend management. Ze zeggen niet: het komt doordat ik zelf te ambitieus ben.”

Wat zou eraan moeten gebeuren?
“Er is in elk geval meer geld nodig voor het hoger onderwijs.”

Komt er door het afschaffen van de basisbeurs misschien meer geld?
“Dat moeten we nog afwachten. Komt dat geld wel op de juiste plek terecht? Docenten zijn daar sceptisch over, konden we al eerder onthullen. En eerst moet het hoger onderwijs zelf tweehonderd miljoen euro per jaar voorschieten.”

In het vorige verkiezingsprogramma wilde de SP toch juist bezuinigen op het onderwijs?
“We wilden de vorige keer niet bezuinigen op het onderwijs zelf, maar op bureaucratie. En daarmee doelden we niet op secretariaten, want docenten klagen nu al over gebrek aan ondersteuning. We hadden het over managers met hun spreadsheets en powerpoints. We zijn nu trouwens een nieuw verkiezingsprogramma aan het schrijven en trekken voor onderwijs zeker extra geld uit.”

Gaat het dan vooral om geld?
“Nee, je moet docenten aan de universiteit ook meer ruimte geven om hun eigen werk goed te doen. Sluit dus geen prestatieafspraken en geef bemoeizuchtig management niet te veel ruimte.”

Deel dit artikel