
- Student
- 27/01/2016
Weinig animo voor buitenlandervaring bij studentondernemers
Nederlandse studentondernemers maken nauwelijks gebruik van het EU-programma ‘Erasmus for Young Entrepreneurs’. Het biedt aspirant-ondernemers met een goed businessplan de mogelijkheid bij een Europees bedrijf ervaring op te doen. Marjo van der Valk, aan de TU/e manager van dit programma, betreurt het, want het levert de beginnende ondernemer een schat aan ervaring op.
Dat ook aan dit uitwisselingsprogramma de naam Erasmus is toebedeeld, noemt Marjo van der Valk “een beetje ongelukkig”. Daardoor ontstaat er volgens haar verwarring met Erasmus+, het beurzenprogramma voor studenten en afgestudeerden die in het buitenland een stage willen gaan doen.
Het programma ‘Erasmus for Young Entrepreneurs’ richt zich op jonge mensen die serieus nadenken over het beginnen van een eigen bedrijf en daar al een businessplan voor hebben opgezet. Aan de TU/e zijn die volgens Van der Valk ruimschoots voorhanden.
“Voor hen kunnen we binnen Europa een bedrijf zoeken dat beantwoordt aan hun wensen. Voor een periode van één tot zes maanden kan ervaring worden opgedaan bij een buitenlands bedrijf en binnen dat bedrijf draai je mee op een hoog niveau. Het gaat dus niet om het uitvoeren van een opdrachtje, maar echt om het opdoen van vaardigheden die helpen bij het opzetten en managen van een bedrijf.”
Op dit moment heeft nog geen enkele TU/e-student of -afgestudeerde gebruikgemaakt van het programma. Van der Valk: “Onbekendheid met het programma is een van de redenen hiervoor. Maar studenten met ondernemersaspiraties gaan er ook vaak van uit dat het moeilijk te combineren is met hun studie, of ze denken dat ze er geen toestemming voor zullen krijgen. Het animo bij buitenlandse beginnende ondernemers om naar een Nederlands bedrijf te komen is wat dat aangaat een stuk groter.”
Dit jaar heeft Van der Valk budget om twintig beginnende ondernemers te koppelen aan een bedrijf. “Je kunt je er via een portal voor inschrijven en dan wordt gekeken of er een match te maken is. Vanuit Brussel moet er uiteindelijk goedkeuring aan verleend worden.” Per maand is er een vergoeding van zo’n 800 euro beschikbaar. De regeling richt overigens zich niet exclusief op universitaire studenten of afgestudeerden.
Discussie