Patricia Dankers. Foto | Bart van Overbeeke

Universitair hoofddocent TU/e in bestuur Jonge Akademie

Universitair hoofddocent Patricia Dankers van de TU/e is vrijdag toegetreden tot het bestuur van De Jonge Akademie, een platform voor jonge topwetenschappers van de KNAW. Na het opstappen van voorzitter Rianne Letschert (Tilburg University) kwam een plaatsje vrij; de voorzittersstoel is overgenomen door Rens Vliegenthart (Universiteit van Amsterdam).

Patricia Dankers, verbonden aan het Institute for Complex Molecular Systems en de faculteit Biomedische Technologie, is sinds 2015 lid van De Jonge Akademie. Dit platform voor jonge topwetenschappers uit verschillende vakgebieden organiseert activiteiten op het gebied van interdisciplinariteit, wetenschapsbeleid en wetenschap en maatschappij.

Dankers werd voor de bestuursfunctie gevraagd na het vertrek van voorzitter Rianne Letschert (Tilburg University), waarop een collega-bestuurder het voorzitterschap op zich nam. Over haar ‘ja’ op de vraag vanuit De Jonge Akademie zegt Dankers: “Als bestuurslid zit je aan tafel met allerlei instanties, van NWO tot de colleges van bestuur van de verschillende universiteiten. Daarmee ben je toch wat meer zichtbaar dan als lid, en kun je echt iets bijdragen aan het wetenschapsbeleid en het uitdragen van wetenschap naar het publiek”.

Meer diversiteit onder onderzoekers - waaronder meer vrouwen in de wetenschap, vooral op hogere posities - is één van de onderwerpen die hoog op Dankers’ agenda staan. Ook vindt ze het belangrijk om, binnen het gezelschap van bovenal wetenschappers van algemene universiteiten, de technische academici te vertegenwoordigen. “TU’s vallen vaak toch een beetje buiten de boot. Dat was voor mij wel een eyeopener toen ik bij De Jonge Akademie kwam: hoe weinig notie wij aan de TU hebben van wat er aan een ‘gewone’ universiteit gebeurt, en andersom. Terwijl ik denk dat je pas sámen tot een valide discussie komt.”

Dankers wijst onder meer op promovendi die aan TU’s doorgaans in een volledig betaalde functie hun onderzoek doen, terwijl ze aan sommige andere universiteiten meer als student worden gezien. Een ander discussiepunt is volgens haar het verlagen van de individuele Veni- en Vidi-subsidies, om zo het algemene slagingspercentage voor onderzoekers te verhogen - een scenario waarbij Dankers niet zomaar staat te juichen. “In mijn tak van sport heb je bijvoorbeeld heel hoge kosten aan je lab, aan de aanschaf en onderhoud van middelen. Een sociale wetenschapper staat daar misschien niet direct bij stil. Daarom is het goed dat De Jonge Akademie, ook in haar bestuur, goed in balans is.”

De bestuursleden van De Jonge Akademie bekleden hun post normaliter voor twee jaar, maar omdat voorzitter Letschert halverwege haar termijn stopte, ligt dat voor Dankers iets anders. “Ik ga nu eerst voor een periode van één jaar, met uitzicht op twee additionele jaren.” Hoeveel tijd de bestuurspost haar gaat kosten, kan Dankers zo niet zeggen, “het is ook wat je er zelf van maakt. Maar onderzoek en onderwijs gaan altijd voor, en binnen de veertig uur per week blijf ik daarmee sowieso al niet”.

Deel dit artikel