Artist impression van Atlas.

Atlas na renovatie duurzaamste onderwijsgebouw ter wereld

Atlas, het vroegere Hoofdgebouw van de TU/e, is eind 2018 bij oplevering het meest duurzame onderwijsgebouw ter wereld. Dat stelt BREEAM-NL, dat het ontwerp voor het gerenoveerde gebouw beloont met het hoogst haalbare duurzaamheidspredicaat ‘outstanding’. Het wordt straks het vijfde gebouw op de campus dat het zonder gasaansluiting kan stellen.

Via de internationaal erkende index BREEAM (Building Research Establishment Environmental Assessment Method) kunnen bouw- en sloopprojecten worden beoordeeld en gerankt op duurzaamheid. Wereldwijd is deze index al toegepast op 250.000 gebouwen. Voor de hoogste score, ‘outstanding’, is een minimumscore van 85 procent vereist. De TU/e scoort met Atlas 93,86 procent.

De TU/e is niet de enige Nederlandse universiteit die het ‘uitstekend’ doet. De Rijksuniversiteit Groningen verdiende met haar Energy Valley hetzelfde predicaat, maar dat betreft nieuwbouw, aldus Thijs Meulen van Dienst Huisvesting.

Meulen: “Renovatie brengt veel meer uitdagingen met zich mee. Het is toch geweldig dat je met een gebouw uit 1963 in 2016 de hoogte score op duurzaamheid kunt halen?” De ere- en eerste divisie van de bouwwereld, zo bestempelt hij renovatie en nieuwbouw respectievelijk. “En Atlas is een veteraan die gaat meedoen in de eredivisie.”

Meulen en zijn collega Jan-Willem Schellekens zijn zichtbaar in hun sas met het predicaat. Trots vertellen ze over de diverse keuzes, in nauwe samenspraak met de ontwerpers van Team RSVP, die Atlas tot TU/e’s meest duurzame gebouw gaan maken. Zo is het straks het vijfde universiteitsgebouw van de TU/e zonder gasaansluiting, na MetaForum, Flux, Ceres en Spectrum (dat op dit moment wordt omgebouwd).

Meulen: “Er zijn straks zoveel windmolen- en PV-parken, dat we niet meer willen insteken op fossiele brandstoffen. Daardoor houden we alleen het elektriciteitsverbruik over, dat we deels gaan compenseren met zonnepanelen op Spectrum en het Studentensportcentrum. Die leveren straks minimaal een half miljoen kilowattuur per jaar op. Voor het draaien van de gebouwinstallaties hebben we zo’n 650.000 kilowattuur per jaar nodig, waarvan we dus een groot deel zelf opwekken.”

Een ander pronkstuk wordt het gevelsysteem met driedubbel glas en zogeheten parallelle uitzetramen. De 520 ramen in het gebouw (elk 2.80 meter hoog) scharnieren of kantelen niet schuin open, maar schuiven volledig uit naar buiten. Dit biedt volgens Dienst Huisvesting volop voordelen op het vlak van natuurlijke ventilatie, bijvoorbeeld via zogenoemde nachtspoeling.

“Vergelijk het met warme dagen in de zomer, waarop je ’s ochtends in huis alle ramen en deuren tegen elkaar openzet. Met deze ramen doen we dat in het groot, maar dan automatisch aangestuurd”, verduidelijkt Schellekens.

Het systeem, afkomstig van een externe leverancier, wordt volgens hem voor het eerst op de gevel van een dergelijk groot gebouw toegepast. Onder anderen TU/e-hoogleraar en windfysicus Bert Blocken was betrokken bij het voorwerk. Het nieuwe gevelconcept wordt tevens benut voor het mede op peil houden van de koolstofdioxideconcentratie in het gebouw.

Energiebesparende verlichting

Een ander duurzaam feature is het smart energy saving lighting, dat volgens Meulen gebruikmaakt van de dimfunctie van led-verlichting waarmee bijna het hele gebouw wordt uitgerust. Hij wijst op de ervaringen in ‘The Edge’, het Amsterdamse kantoorgebouw van Deloitte, waar op basis van gebruikerstevredenheid wordt gewerkt onder 300 lux aan verlichting, terwijl 500 lux voor de werkplek als de norm geldt.

De installatie in Atlas staat straks standaard ingesteld op een laag verlichtingsniveau, dat de individuele student of medewerker via een app op zijn telefoon naar believen wel kan bijstellen. Als de gebruiker de ruimte verlaat, schakelt het systeem weer terug naar de standaardinstelling. Is de werkvloer voor langere tijd verlaten, zo vertelt Meulen, dan zakt de verlichting zelfs nog verder terug, naar 100 lux. Het systeem krijgt de status van een living lab en wordt in nauwe samenwerking met Philips aangebracht. Ook het Intelligent Lighting Institute van de TU/e gaat er een rol bij spelen.

Daarnaast maakt de universiteit met Atlas volgens Meulen maximaal gebruik van het al in 2001 aangelegde systeem voor warmte-koude-opslag (WKO). “Veel organisaties gebruiken een WKO met een zomer- en wintersituatie. Wij kunnen warmte en koude, door de aanleg van een aparte warmte- en koude-ring, gelijktijdig en door elkaar gebruiken. Dit is nodig met het oog op bijvoorbeeld installaties in sommige gebouwen, die altijd koeling nodig hebben.”

Door alle ingrepen gaat de CO2-uitstoot van Atlas met zo’n tachtig procent omlaag, terwijl het aantal ‘bewoners’ van het gebouw meer dan verdubbelt. Atlas wordt volgens Meulen het zuinigste gebouw van de TU/e, meer nog dan haar meest recente paradepaardje Flux.

Met Flux en Helix bekleedde de universiteit vorig jaar de eerste en tweede plek in de zogeheten jaarlijkse sectorrapportage voor de dienstverlening, waarin Nederlandse organisaties worden beoordeeld en gerankt aan de hand van hun energiebesparing.

Dinsdagmiddag 27 september krijgt de TU/e het BREEAM-certificaat officieel uitgereikt, als onderdeel van een congres in de Blauwe Zaal van het Auditorium.Klik hier voor meer informatie en aanmelden.

Deel dit artikel