Patiënt eerder veilig naar huis dankzij biosensor

Het eerder naar huis kunnen, het besparen op zorgkosten en de persoonlijke dosering waren de speerpunten van de meeste teams bij het pitchen van hun idee aan de jury. Dertien teams vanuit de hele wereld presenteerden hun biosensoren tijdens de derde editie van SensUs, afgelopen weekend aan de TU/e. De Eindhovense universiteit werd zelf vertegenwoordigd door team T.E.S.T.

Tijdens deze editie van SensUs moesten de studenten een biosensor voor het antibioticum vancomycine ontwikkelen. Een biosensor is een klein instrument dat moleculen kan meten in samples van lichaamssappen, zoals bloed. Een bekend voorbeeld is de glucose-sensor, die gebruikt wordt voor diabetespatiënten.

Maritza Rovers van SensUs licht toe waarom het zo belangrijk is dat zo’n biosensor er komt: “Momenteel krijgen patiënten die het antibioticum vancomycine nodig hebben, een standaarddosering. Die wordt bepaald op basis van lengte, gewicht en leeftijd. Maar dit is eigenlijk niet optimaal, omdat er veel meer variabelen van invloed zijn op de benodigde dosis - zoals de nierfunctie die het medicijn moet klaren die bij iedereen anders is. Te hoge dosering van antibiotica komt veel voor en is gevaarlijk. SensUs heeft als doel de ontwikkeling van een biosensor voor het antibioticum vancomycine te versnellen. Daarmee streven we naar persoonlijke dosering van antibiotica.”

Uitdagingen

Het ontwikkelen van zo’n biosensor is niet gemakkelijk. Het Chinese team TruSense had vooral uitdagingen op het gebied van teamsamenstelling, vertelt Qixin Zhang. “Wij zijn met dertien studenten en hebben maar twee studenten met een major in engineering in het team. De rest van ons volgt een major in biomedische wetenschappen, dus het engineering-onderdeel is lastig voor ons.”

Lees verder onder de foto's.

Het Canadese team Biosensum had de pech dat de wereldstekker niet manueel werkte, zoals ze dachten, maar automatisch. Gezien de verschillen in voltage tussen Canada (120 volt) en Nederland (230 volt) is zo’n spanningsomvormer wel essentieel. Bij het insteken smolt hun detector. Het team liet zich niet uit het veld slaan, vertelt Frédéric Fournelle: “We bedachten een alternatief voor de detector: de camera van de smartphone. Nu willen we deze back-up zelfs vergelijken met de originele detector, omdat het interessant kan zijn voor de marktwaarde van onze oplossing.”

Het gaat niet alleen om de ontwikkeling van de biosensor. De studenten moeten ook nadenken over de commerciële kant. Team T.E.S.T. van de TU/e heeft daar wel ideeën over, vertelt Robert van Dijk: “Onze biosensor gaat ervoor zorgen dat ziekenhuispatiënten eerder uit het ziekenhuis mogen worden ontslagen en kunnen overstappen op thuiszorg. Dat levert winst op voor ziekenhuizen, zorgverzekeraars én patiënten. Ons apparaat werkt met cartridges die de hoeveelheid vancomycine in het bloed meten en zo de arts helpen de nieuwe dosis voor te schrijven”.

Prijzen

Er waren in totaal vier prijzen, waarvan er één prijs door het publiek wordt uitgereikt. TU/e's eigen team T.E.S.T. sleepte de tweede prijs in de wacht in de categorie public inspiration. Zwitserland nam de meeste prijzen in ontvangst: de eerste prijs voor analytical performance en twee tweede prijzen voor creativity en translational potention. Die laatste is gericht op het marktpotentieel en de strategie om het idee op de markt te brengen. Victor Steininger van het Zwitserse team SenSwiss had daar een bijzonder idee over: “Het door ons ontwikkelde apparaat wordt gratis ter beschikking gesteld aan zorgprofessionals en het geld wordt verdiend met de tests”.

Deel dit artikel