Jonge Akademie verwelkomt twee nieuwe TU/e’ers

TU/e-onderzoekers Liesbeth Janssen en Tom de Greef behoren tot de tien nieuwe leden van de Jonge Akademie, die de KNAW vandaag bekend heeft gemaakt. Janssen is universitair docent aan de faculteit Technische Natuurkunde, De Greef werkt als universitair hoofddocent bij Biomedische Technologie en het Institute for Complex Molecular Systems.

door
foto Nando Harmsen en Vincent van den Hoogen

De Jonge Akademie bestaat sinds 2005 als zelfstandig orgaan binnen de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en telt vijftig leden, van wie er jaarlijks tien in- en uitstromen. Een van de nieuwkomers is Eindhovens biomedisch technoloog Tom de Greef, die het een “ontzettende eer” en een erkenning van het gezamenlijke werk binnen zijn groep noemt dat hij deze positie de komende vijf jaar mag vervullen.

Met zijn groep houdt De Greef zich bezig met het nieuwe veld van de synthetische biologie, waarin levende systemen als schatkamer van nieuwe technologische innovaties worden gezien. Als aansprekende voorbeelden noemt hij het gebruik van synthetisch DNA als nieuw en milieuvriendelijk opslagmedium voor data, en de mogelijkheid om genetisch aangepaste bacteriën te kunnen inzetten om CO2 uit de atmosfeer te halen.

Als lid van de Jonge Akademie hoopt de 39-jarige onderzoeker bovenal een discussie op gang te brengen over wetenschapsfinanciering in Nederland en over “hoe we het hele systeem drastisch kunnen versimpelen”. Hij wijst op het Nederlandse onderzoeksveld, dat ooit heel overzichtelijk werd gevormd door academische onderzoekers aan de ene kant en de overheid aan de andere kant. “Die eenduidige en simpele relatie is er niet langer. De geldstromen zijn te complex geworden.”

Oerwoud

Volgens De Greef zijn de meeste innovaties in onze maatschappij te herleiden tot publieke funding, “zelfs innovaties waarvan we het niet verwachten - zoals de zoekmachine van Google die betaald is door een NSF-grant (van de Amerikaanse National Science Foundation, red.)”. Hij pleit dan ook voor “meer geld voor missiegedreven onderzoek naar opkomende technologieën en minder geld voor publiek-private samenwerkingen. Geef wetenschappers meer vertrouwen en tijd om complexe en maatschappelijk relevante problemen op te lossen, zonder ze bloot te stellen aan een oerwoud van regels en controle”.

Ook universiteitsgenoot en natuurkundige Liesbeth Janssen wil binnen de Jonge Akademie, samen met wetenschappers uit andere vakgebieden, gaan werken aan “belangrijke thema’s die ons allemaal raken” - maar ze heeft een net iets andere agenda dan De Greef. Vooral het onderwerp diversiteit- en inclusiviteitsbeleid prijkt bij de 35-jarige universitair docent hoog op de prioriteitenlijst.

Ze spreekt van “een belangrijk onderwerp dat inmiddels ook aan de TU/e hoog op de agenda staat en waarover ook binnen de Jonge Akademie veel wetenschappelijk-inhoudelijke kennis aanwezig is. Ik wil graag bijdragen aan het soort ‘praktisch handboek’ voor diversiteitsbeleid om die wetenschappelijke kennis concreet te vertalen naar en toe te passen binnen de TU/e”.

Vizier op glas

Waarom ze door de TU/e is voorgedragen voor het landelijke platform, vindt Janssen “moeilijk te zeggen. Wellicht door mijn passie voor onderzoek, outreach-activiteiten en bredere kwesties zoals diversiteitsbeleid”. Ze noemt haar benoeming “een hele eer” en een erkenning van haar werk, waarvoor ze haar wetenschappelijke vizier richt op glas.

“We gebruiken glas allemaal dagelijks, we weten al duizenden jaren hoe we het moeten maken, maar we begrijpen er per saldo nog ontzettend weinig van. Als je glas namelijk bekijkt op atomair niveau, dan ziet het eruit als een vloeistof, maar het gedraagt zich als een harde, vaste stof. En dat is heel vreemd: het macroscopische gedrag lijkt totaal niet te kloppen met de atomaire structuur van het materiaal.”

Dat probleem proberen Janssen en haar collega’s beter te begrijpen en uiteindelijk op te lossen met heel nieuwe theorie. “We kijken daarbij niet alleen naar bekende voorbeelden van glas, maar zijn ook bezig om met die theorie onder andere duurzamere plastics te ontwikkelen en zelfs om glasachtig gedrag van levende cellen in het lichaam te verklaren. Dit laatste biedt interessante mogelijkheden om, vanuit puur natuurkundig perspectief, iets te zeggen over processen als wondgenezing en de uitzaaiing van kanker.”

Overlegpartner

De Jonge Akademie, bedoeld voor jonge onderzoekers die minder dan tien jaar geleden zijn gepromoveerd, wil onder meer interdisciplinair onderzoek stimuleren en wetenschap uitdragen naar het grotere publiek. Ook is het een overlegpartner voor wetenschappelijke organisaties en ministeries.

Janssen en De Greef volgen bij de Jonge Akademie onder anderen TU/e-representanten Carlijn Bouten (BMT), Maaike Kroon (Scheikundige Technologie) en Bettina Speckmann (Wiskunde & Informatica) op, die tot de alumni van het platform behoren.

Deel dit artikel