Dialoogsessie in Gemini. Foto | Han Konings

Eerste dialoogsessie Plan S laat nog veel vragen onbeantwoord

Een slideshow met uitleg, nog veel onduidelijkheden en een discussie die aarzelend op gang kwam. Dat beschrijft in een notendop het verloop van de eerste dialoogsessie over Plan S, die gistermiddag plaatsvond in Gemini. Zo’n veertig aanwezigen kwamen met vragen, onder meer over de tijdschriften waar straks nog in gepubliceerd mag worden, over de consequenties voor de bekostiging van onderzoek en over de sancties die er staan op het niet voldoen aan het open access plan.

door
foto Han Konings

Om met die laatste vraag te beginnen, degene die hem stelde, is benieuwd wie straks achter hem aankomt wanneer hij toch publiceert in een tijdschrift dat niet op een van de lijsten van Plan S staat. “De politie, rector Frank Baaijens of u, de open access-expert?” Die expert is Marjet Elemans van het Informatie Expertise Centrum van de TU/e, die voorafgaand aan de discussie uitlegt wat op dit moment bekend is over Plan S en welke zaken nog verduidelijkt moeten worden. Zo zijn er op dit moment, tien maanden voordat Plan S van kracht wordt, nog geen lijsten beschikbaar van de tijdschriften die voldoen aan de eisen die Plan S stelt.

Wetenschappers van wie de onderzoeksprojecten gefinancierd worden door NWO of door een Europese subsidieverstrekker, moeten vanaf 1 januari 2020 hun resultaten en data via open access voor iedereen toegankelijk maken. Dit initiatief staat bekend onder de noemer Plan S

Elemans erkent dat rondom Plan S nog niet alles duidelijk is, maar dat in mei een aangepaste versie verwacht wordt waarin over meer zaken duidelijkheid komt. Op de vraag of het straks nog is toegestaan om deel uit te maken van de redactie van een niet goedgekeurd tijdschrift, kan ze volmondig ‘ja’ zeggen. “Daarover staat niets in Plan S.”

Rector Frank Baaijens en de andere twee leden van het College van Bestuur, Jan Mengelers en Nicole Ummelen, zijn ook present bij deze eerste sessie. Ook Baaijens zegt dat Plan S nog in ontwikkeling is, maar dat de TU/e zich zeker gaat houden aan de uitgangspunten die erin verwoord worden. Dat wil zeggen dat alle wetenschappelijke publicaties van TU/e-onderzoekers middels open access toegankelijk gemaakt moeten worden voor de buitenwacht. Want wie niet aan die eis voldoet, krijgt straks geen geld meer van NWO of van een Europese subsidieverstrekker. “Elke wetenschapper aan onze universiteit krijgt er dus mee te maken”, waarschuwt Baaijens. Op de vraag of dat een rol gaat spelen bij de beoordeling van een wetenschapper, zegt Baaijens dat in de bredere nationale discussie over het evenwichtiger beoordelen en waarderen van wetenschappers ook de transistie naar open science daar in ondergebracht moet worden.

Uitgeverijen

Een boel informatie over onder meer de afspraken die de VSNU gemaakt heeft met uitgeverijen, over de verschillende soorten tijdschriften, over de kosten die met open access gemoeid zijn en de vraag wie die moet betalen, passeren in een klein uurtje de revue. Een onderzoeker spreekt zijn zorgen uit over de mogelijke teloorgang van gerenommeerde tijdschriften, “waar de universiteiten toch ook aan meegebouwd hebben en die belangrijk zijn voor je reputatie”. Ook zijn sommigen sceptisch over de vraag of dit plan de macht en het businessmodel van de grote wetenschappelijke uitgeverijen gaat breken.

Baaijens zegt dat hij op dit vlak wel beweging denkt te zien. “Ook in China heeft men interesse getoond in Plan S en overweegt men om zich er bij aan te sluiten. Als reactie daarop verscheen bij uitgeverij Springer Nature in december een artikel waarin de uitgeverij aangaf bepaalde zaken met betrekking tot open access te willen aanpassen.” Baaijens hoopt dat de uitgeverijen hun systeem gaan 'flippen', "zodat aan de eisen van open access voldaan wordt, maar dat we alle goede elementen van dit systeem, zoals een gedegen peer-review, wel behouden". 

Een onorthodoxe oplossing kwam nog aan het slot van de discussie naar voren. Een van de aanwezige wetenschappers opperde om te stoppen met zoveel mogelijk publicaties de wereld in te sturen en vaker te kiezen voor een langer en kwalitatief beter artikel. “Dan ben je de kosten die je moet maken om je publicatie in open access te krijgen, maar een keer kwijt, en mogelijk raken we zo enigszins verlost van die drang om overmatig te publiceren.”

Er volgen komende week nog twee dialoogsessies over dit onderwerp. Op maandag 25 februari is er een in Helix (STC 0.02) van 12.30 tot 14.00 uur, en op woensdag 27 februari in Flux (1.02) van 12.00 tot 13.30 uur. Bij beide bijeenkomsten is Engels de voertaal. 

Deel dit artikel