De Delftse hoogleraar Joris Dik legt uit wat in de loop der jaren is toegevoegd aan het zelfportret van Rembrandt. Foto | Han Konings

Meekijken over de schouder van Rembrandt

Met zijn mobiele röntgenfluorescentiescanner duikt de Delftse hoogleraar Joris Dik in musea ter plekke onder de verflagen van een schilderij. In de Blauwe Zaal liet hij gisteren zien wat dit de afgelopen jaren aan het licht heeft gebracht. In samenwerking met de groep van TU/e-hoogleraar Jom Luiten werkt hij op dit moment aan Smart*Light, een synchroton in het klein, waarmee nog veel betere resultaten behaald kunnen worden. In 2020 moet het eerste schilderij aan dit ‘röntgenkanon’ worden blootgesteld.

door
foto Han Konings

De romantiek die vaak rondom schilders hangt, is iets dat Joris Dik op basis van zijn onderzoek al direct naar het land der fabelen verwijst. “Schilders waren geen alleenwerkende zonderlingen, maar runden in de zeventiende eeuw een soort bedrijfjes, waar iedereen onder leiding van de meester zijn taakjes had en waar ook niets verloren ging. Alles werd gebruikt en hergebruikt, dus ook de canvassen waar vaak meerdere schilderingen op staan. Kunst verdiende toen al het predicaat groen”, zegt Dik met een glimlach.

Nachtmerrie

De Delftse hoogleraar Materiaalwetenschappen en zijn team ontwikkelden een mobiele röntgenfluorescentiescanner, waarmee duidelijk de materialen te onderscheiden zijn die door de schilder zijn gebruikt, en - ook niet onbelangrijk - zijn team kan in het museum zelf het onderzoek uitvoeren. “Het slepen met een kunstwerk naar de locatie waar een scanner staat opgesteld, is namelijk een nachtmerrie als het gaat om beveiliging en logistiek. Dus een mobiele installatie was echt een uitkomst en we hebben die wereldwijd al op vele plekken ingezet.”

Aan de hand van enkele werken van Rembrandt laat hij vervolgens zien hoeveel er aan een schilderij gesleuteld wordt door de eeuwen. Op een zelfportret is te zien hoe allerlei elementen aan het werk werden toegevoegd om het meer ‘Rembrandtesk’ te maken en op het werk ‘De Staalmeesters’ zie je de figuur van de secretaris als het ware over het schilderij schuiven. “Op onze scans zie je die figuur eerst rechtsvoor afgebeeld, dan wat meer naar het midden, om uiteindelijk achter in het midden te eindigen. Allemaal pogingen van Rembrandt om meer spanning in het schilderij te brengen. We kijken als het ware over zijn schouder mee terwijl hij bezig is.”

Verdwenen werken

Ook werken van Van Gogh zijn door Dik onderzocht en ook die schilderde vaak canvassen over om op die manier geld te besparen. Dik: “In de correspondentie met zijn broer heeft Van Gogh het over schilderijen waarvan lang gedacht is dat die in de loop der tijd verloren waren gegaan. Ons onderzoek wijst uit dat die werken gewoon verstopt zitten onder bestaande schilderijen. Zo troffen we onder het schilderij van een grasveld een portret aan van een boerin dat doet denken aan het vroege werk van Van Gogh uit de tijd van ‘De aardappeleters’. Hiermee oogstten we veel aandacht, tot in Japan, en nam de interesse in ons onderzoek een grote vlucht.”

Soms moeten Dik en zijn team kunstverzamelaars ook teleurstellen, zoals bij het onderzoek naar een werk waarvan de eigenaars dachten dat het dicht bij Rembrandt stond. “Men verkeerde in de veronderstelling dat het een geschilderd spiegelbeeld was van een ets van een erkend werk van Rembrandt, dat wellicht door een leerling gemaakt was. Maar onder het werk troffen we een totaal ander schilderij aan, een afbeelding van de engel Gabriël die Maria komt vertellen dat ze zwanger is, waarmee we het juist nog verder van Rembrandt plaatsten. De opdrachtgever was daar op z’n zachtst gezegd niet gelukkig mee."

Röntgenkanon

Inmiddels werkt Dik al ruim een jaar samen met Jom Luiten, TU/e-hoogleraar Coherence en Quantum Technology, binnen het onderzoeksproject Smart*Light, wat moet resulteren in een synchrotron met de grootte van een tafel. Dit apparaat betekent volgens Dik een revolutionaire volgende stap in het onderzoek. “Nu maken we bij wijze van spreken nog een mooie foto bij kaarslicht, maar met Smart*Light hebben we de mogelijkheid om de chemische samenstelling van kunstwerken laag voor laag te analyseren.”

Luiten, ook aanwezig bij de lezing, is enthousiast over het vorderingen van het project. Hij laat weten dat het apparaat niet alleen inzetbaar is voor kunstonderzoek, maar dat er in veel verschillende sectoren vraag naar is, zoals in de medische diagnostiek, hightech industrie (“bijvoorbeeld bij ASML”), en de vliegtuig-, auto- en scheepbouw. Dik hoopt in 2020 het eerste schilderij te kunnen doorlichten met deze nieuwe techniek. “Ik weet ook al welk schilderij: De Gitaarspeler van Picasso uit zijn kubistische periode. Daar zitten vier andere schilderijen onder die, hoop ik, laten zien hoe hij tot deze schilderwijze gekomen is.”

Deel dit artikel