Blue Jay laat autonome drone helpen in voetbalstadion

Als het aan studententeam Blue Jay ligt, wordt het in het Philips Stadion nog veiliger in de toekomst dankzij hun drones. Het team werkt aan een safety and security drone die bijvoorbeeld iemand die op de grond is neergevallen, kan opmerken. Vrijdag liet Blue Jay in de thuishaven van PSV zien wat ze dit jaar bereikt heeft met drone 4.1, 4.2 en 4.3.

Studententeam Blue Jay wisselt ieder jaar (bijna) compleet van leden. Een nieuw team stelt na een transitieweek met het oude team nieuwe doelen. Dit jaar werd afgesproken eerst de techniek te verbeteren en de drones efficiënter en lichter te maken. Nu toont het team aan vrienden, zakelijke partners en media hoe ver ze zijn gekomen in een jaar.

Teamlid Emmie Schoutens vertelt hoe haar team in het Philips Stadion is terechtgekomen. “In brainstormsessies met de brandweer van de TU/e bedachten we waar drones het beste ingezet kunnen worden in de maatschappij. Via contacten van de brandweer is het balletje gaan rollen richting het Philips Stadion. We hebben de stadionmanager gesproken en in overleg met hem en de regionale brandweer zijn we op de ontstane samenwerking gekomen.” Philips en het Philips Stadion faciliteren de testen van Blue Jay en de hulpdiensten geven de behoefte aan.

De wens is niet flauw: in 2022 kan een autonome safety and security drone van Blue Jay in het stadion rondvliegen en noodgevallen als een rel of een gewonde persoon detecteren, daarop reageren en personeel via een app op de hoogte brengen. Dat is de verwachting van Paul van Dooren, adviseur repressie en innovatie bij Brandweer Brabant-Zuidoost. Hij volgt Blue Jay al langer en doet vanmiddag een openingswoordje in zijn brandweeruniform.

“Blue Jay maakte de eerste indoor drone die meer kan dan de huidige hulpmiddelen. De drone kan een persoon blijven volgen over de tribunes van een stadion. Met de huidige camera’s moet er telkens worden overgeschakeld naar een volgend beeld. Met artificial intelligence kan de drone afwijkende uiterlijkheden of gedragingen detecteren. Misschien heeft iemand een vuurwerkstaaf in de hand of begint er een vechtpartijtje. Kringelt er ergens rook omhoog. Of is een persoon met een stadionverbod toch binnengekomen. Wanneer iemand stilstaat terwijl de rest loopt, kan dat duiden op onwel worden. Wanneer iemands mond scheef staat, kan dat betekenen dat de persoon een beroerte heeft gehad”, zegt Van Dooren. “Mijn toekomstbeeld is dat de drone communiceert met de persoon die hulp nodig heeft of aan de commandokamer doorgeeft dat er een steward van vlees en bloed moet ingrijpen.”

Live show

Maar zover is het nu nog niet. Bij de demonstratie op het voetbalveld toont het studententeam de verschillen tussen de drie drones die het dit jaar heeft ontwikkeld. De eerste is het zwaarst en kan het minst lang vliegen, maar je moet een kenner zijn om de verschillen te zien. Teammanager Rik Benoist: “De tweede drone (4.2) is vijftien procent lichter in gewicht, driehonderd gram minder. Dat kan een minuut extra vliegtijd opleveren. De derde drone is nog veel efficiënter, omdat we de motoren op een andere plek hebben geplaatst.”

Degene die daar op kwam, is teamlid Lars Zender, tijdens de demonstratie in functie als piloot - tot het moment dat de drone autonoom gaat vliegen en Lars met beide handen naar het publiek kan zwaaien. Lars: “De motoren zaten aan de onderkant en de propellers zitten daar dichtbij. De drone moet omhoog en de lucht moet dus van boven naar beneden verplaatst worden. Ik bedacht dat een kortere afstand van die luchtverplaatsing efficiënter is. Een kortere afstand kregen we door de motoren hoger in de drone te zetten.” Met ander materiaal - en een steviger landingsstel - is de derde drone (4.3) wel weer wat zwaarder, maar toch met minder energie in de lucht te houden.

Afsluiting

De demonstratie is een feestelijk en opgelucht afronden van een jaar hard werken. Roel Wessels, externe trainer voor teammanagement, zegt trots te zijn op de studenten: "Binnen één jaar hebben ze zoveel bereikt. Ik sprak eens per twee weken met ze en hamerde erop dat ze initiatief namen, vooral als iets niet volgens planning ging, en dat ze richting hielden. En naar voorbeeld van schaatser Sven Kramer die zei dat hij niet tien kilometer ging rijden, maar vijfentwintig keer vierhonderd meter, hield ik ze voor dat ze niet een heel jaar gingen werken, maar veertig keer een week. En vandaag brengen ze hun drone naar de wereld.”

Deel dit artikel