TU/e, WUR, UU en UMC Utrecht trappen nu echt af

Wageningen University & Research, de Universiteit Utrecht, UMC Utrecht en de TU/e steken de komende acht jaar honderd miljoen euro in hun samenwerkingsverband. De helft van het bedrag komt van de instellingen zelf, de rest denken ze te vinden bij externe partners in het bedrijfsleven en de maatschappij en bij externe fondsen. Voor hun studenten moet het vanaf mei 2021 een stuk gemakkelijker worden om bij een partnerinstelling vakken te volgen. Hiervoor wordt een speciaal inschrijfplatform ontwikkeld.

door
foto Stefano Cellai / Shutterstock

In maart was het coronavirus de grote spelbreker voor het evenement in muziekcentrum Tivoli, waarbij de TU/e, Wageningen University & Research (WUR), de Universiteit Utrecht en UMC Utrecht bekend zouden maken nog intensiever te gaan samenwerken. Het promotiefilmpje stond al klaar om getoond te worden, maar de bijeenkomst werd afgelast. Er werd naar een nieuwe datum gezocht en die is gevonden: morgen - woensdag 2 december - wordt in aanwezigheid van minister Ingrid van Engelshoven de nieuwe kennisalliantie officieel gelanceerd tijdens een online event.

Het verschil met acht maanden geleden is dat de vier instellingen hun investeringsbelofte nu definitief hebben opgerekt tot 2028. In eerste instantie zouden de bestuurders na vier jaar weer gaan kijken of er nog een keer voor vier jaar in de samenwerking geïnvesteerd zou worden. De komende acht jaar trekt elke individuele instelling er jaarlijks iets meer dan anderhalf miljoen euro voor uit. Opgeteld resulteert dat in een totaalbedrag van vijftig miljoen. De alliantie verwacht dat bedrag in die periode te kunnen ‘matchen’ met geld van het bedrijfsleven en maatschappelijke instanties en uit externe fondsen.

In het begeleidend persbericht zeggen de vier instellingen ‘hun complementaire expertises te gaan bundelen ten behoeve van oplossingen voor de problemen op het gebied van gezondheid, voedsel, energie en duurzaamheid’. Het motto van maart staat nog steeds: ‘Challenging Future Generations’.

Rode draden

Preventive health wordt de eerste rode draad in de samenwerking. Met gebruikmaking van artificial intelligence en basaal onderzoek, onder meer met gekweekte mini-organen (zogeheten organoïden), wil men betere technieken voor vroegdetectie ontwikkelen. Hiermee moet het bijvoorbeeld mogelijk worden om voor elke patiënt medicijnen op maat voor te schrijven. De tweede rode lijn valt onder de noemer circular society. De overgang naar een duurzame samenleving is een van de topprioriteiten van de Europese Commissie. In 2030 moet een reductie van vijftig procent van de CO₂-uitstoot gerealiseerd zijn. De instellingen gaan onderzoek uitvoeren naar nieuwe methoden die de schadelijke effecten van vervuiling op het klimaat, het milieu en de gezondheid moeten beperken. Hieronder valt onder meer het onderzoek naar solar fuels.

Jonge toponderzoekers van de vier instellingen wordt gevraagd hierbij het initiatief te nemen. Vertegenwoordigers van de vier ‘Young Academies’ pleiten dan ook voor out of the box denken en ze willen dat de instellingen risico’s durven te nemen. Binnen het kersverse Center for Unusual Collaborations (CUCo), waar de komende vier jaar zes miljoen euro in gestoken wordt, leidt dat nu al tot onverwachte samenwerkingsverbanden.

De instellingen gaan het ook mogelijk maken om zonder financiële of administratieve drempels bij een partnerinstelling onderzoek te doen of er cursussen te volgen. Wetenschappers kunnen gebruikmaken van elkaars labs en apparatuur, en er komen meer dubbelaanstellingen.

Inschrijfplatform

Voor studenten moet het heel overzichtelijk en gemakkelijk worden om vakken te volgen bij een partnerinstelling. Vanaf mei 2021 kunnen studenten zich via een nieuw ontwikkeld platform inschrijven. Ook nieuwe onderwijsvormen zullen gezamenlijk ontwikkeld en uitgeprobeerd worden. Een voorbeeld zijn interdisciplinaire projectgroepen, waarbij door studenten van verschillende instellingen gewerkt wordt aan concrete vraagstukken, het zogeheten Challenge-based Learning, waar de TU/e dit collegejaar al de eerste stappen mee gaat maken.

De Eindhovense collegevoorzitter Robert-Jan Smits zegt dat deze samenwerking meer dan ooit noodzakelijk is om te komen tot oplossingen voor de grote maatschappelijke uitdagingen waar Nederland en Europa voor staan. Smits: “Deze alliantie heeft een fantastische kwaliteit en complementariteit en daarmee uitstekende kaarten om oplossingen aan te dragen en hiermee echt impact te maken. Ik heb er grote verwachtingen van.”

‘Wat is de maatschappelijke impact van de alliantie?’ Die vraag staat woensdagmiddag 2 december centraal bij de online aftrapceremonie, die van 14.00 tot 16.00 uur plaatsvindt en waar belangstellenden zich voor kunnen aanmelden. Jonge onderzoekers geven dan ook een voorproefje van verrassende, interdisciplinaire samenwerkingen tussen de vier instellingen.

Deel dit artikel