“Gaan we elkaar überhaupt ooit weer de hand geven?”

We hebben allemaal wel eens een dagje, vrijwillig of noodgedwongen, thuisgewerkt. Maar hoe geef je vorm aan je werk of studie nu we collectief voor langere tijd op huis zijn aangewezen? Hoe blijf je gefocust, hoe houd je je team bijeen, wat zijn de tips, tricks en valkuilen? Cursor belt elke dag met een ‘lotgenoot’. Vandaag: Claire Vereecken, tot en met vandaag nog teamleider frontoffice van bibliotheek IEC.

door
foto Privécollectie Claire Vereecken

Zo vreemd als deze weken voor iedereen al zijn; ze worden zo mogelijk nog vreemder wanneer je net aan een nieuwe baan begint. Vereecken kan erover meepraten: na vier jaar aan de frontoffice van de bieb (oftewel aan de bibliotheekbalie in MetaForum) verhuist ze op woensdag 1 april naar haar nieuwe stek: de onderwijsadministratie van de faculteit Industrial Design. Al is die nieuwe stek tot nader order uitsluitend virtueel.

Ze heeft de afgelopen tijd in deeltijd al een beetje kunnen inwerken, stelt haar vragen nu via Skype, “maar mijn nieuwe collega’s hebben natuurlijk ook hun eigen dingen te doen, zeker met al het werk van nu om al het onderwijs digitaal te krijgen. Dus ik wil hen eigenlijk ook weer niet teveel te belasten. Ik probeer nu vooral veel te lezen, alle handleidingen en dergelijke die online staan”.

En al heeft ze naar eigen zelf geen dringende deadlines: “Ik ben nog zeker niet voldoende ingewerkt. Het voelt een beetje alsof je in het diepe gegooid wordt zonder dat je echt goed kunt zwemmen. Maar er is gelukkig veel begrip over en weer, dat is fijn. We zitten natuurlijk ook met meerdere mensen in dezelfde situatie.”

De afgelopen weken heeft ze haar handen echter vooral ook nog vol gehad aan het herorganiseren van de dienstverlening van de bibliotheek. “Sowieso was thuiswerken voor ons aan de frontoffice niet evident. We hebben altijd met een functioneel account gewerkt, zijn het bijvoorbeeld niet gewend om onder onze eigen namen in te loggen en hadden ook geen eigen laptop. Dat was best even lastig.”

De opdracht van hogerhand was - en is - om de bibliotheek open te houden, ofwel “om in de mogelijkheid te voorzien om ook fysieke boeken te kunnen lenen. Daar hebben we een werkproces voor moeten bedenken”. Klanten kunnen de gewenste boeken nog steeds reserveren via de mail. Dagelijks gaat één medewerker van de frontoffice naar de campus om de gevraagde materialen te verzamelen en af te leveren bij de balie in Atlas, waar klanten hun bestelling vanaf 12.00 uur kunnen ophalen. Boeken kunnen daar ook weer worden ingeleverd, “maar we dringen er bij mensen op aan dat dat niet snel hoeft en werken met extra lange uitleentermijnen”.

Lees verder onder de foto's.

Twintig transacties per dag

Waar de bibliotheek volgens Vereecken normaliter gemiddeld honderdvijftig transacties per dag registreert, zijn dat er nu zo’n twintig. “Dat is op zich natuurlijk weinig op ruim tienduizend studenten, maar in deze periode vind ik het eigenlijk ook nog wel verbazingwekkend veel. Het fysieke lenen neemt sowieso steeds verder af.” Vereecken ziet dat vooral “de typisch gewilde boeken vlak voor tentamens” op dit moment in trek zijn; de eerstvolgende tentamenperiode is over twee weken.

Het thuiswerken in het Brabantse Schijndel bevalt haar intussen redelijk goed. “Ik probeer wel een beetje ritme aan te houden; ’s ochtends op tijd beginnen en ’s avonds op tijd eindigen.” Al is vooral dat laatste soms een uitdaging: “Ik ben nogal een workaholic, ook afgelopen weekend heb ik bijvoorbeeld toch nog wat uurtjes zitten werken. Ook vanuit de bieb was ik eigenlijk elke dag later thuis dan gepland en appte ik mijn man maar weer: ‘eet maar alvast, ik haal het niet’”. Piepklein 'geluk' bij een (letterlijk) ongeluk is dat haar echtgenoot tweeëhalve week geleden lelijk van de trap is gevallen en zijn dagen sindsdien bovenal doorbrengt op de bank. “Ik moet nu dus het eten wel maken.”

Geen borreltje voor de man

Ze vindt het wel knus, haar zonnige stek aan de eettafel met uitzicht op haar “minituintje” vol groen. Al mist ze wel de vertrouwde korte gesprekjes met collega’s. “Mijn man komt af en toe naar de tafel geschuifeld. ‘Ik kom even bij jou op kantoor koffiedrinken’, zegt hij dan.” Een gezamenlijk borreltje ter ere van haar 59e verjaardag, afgelopen 19 maart, zat er vanwege zijn zware pijnstillers helaas niet in. Vereecken lacht: “Ik denk dat we volgend jaar alleen maar heel veel aan het feesten zijn om alles in te halen”.

Ook mist ze haar bezoekjes aan haar geboorteland België, aan haar dochter en vrienden daar, “maar gelukkig leven we in een tijdperk waarin iedereen kan skypen of appen”. Zo ook haar drumleraar die ze nu wekelijks online treft. Ook het Syrische gezin waar ze al zeven jaar over de vloer komt, onder meer om de ouders en hun maar liefst acht kinderen te helpen met de Nederlandse taal, moet het even zonder haar fysieke bezoekjes stellen. “Wel app ik ze af en toe. Maar ze zijn allemaal goed ingeburgerd hier, die redden zich wel.”

Ze houdt er rekening mee dat ze voorlopig nog wel zal thuiswerken. “Het onderwijs is digitaal tot en met Q4. Ik verwacht eerlijk gezegd niet dat we dit studiejaar nog op de TU/e gaan komen als er nagenoeg geen studenten zijn.” En ja, dat voelt vreemd, zegt ze. “Ik heb er ook nog niet zo’n goed beeld bij hoe het zal gaan als we daarna weer op de campus gaan starten. Ik denk dat het best even duurt voordat we ook daar weer aan gewend zijn.”

En: “Hoe doen we dat straks weer met elkáár? Heel onwezenlijk natuurlijk hoe we nu bijvoorbeeld op zoveel mogelijk afstand van anderen door de supermarkt bewegen. Gaan we elkaar straks een grote groepsknuffel geven omdat deze periode voorbij is, of houden we voortaan toch een beetje afstand? Gaan we elkaar überhaupt ooit weer de hand geven? Ik ben benieuwd hoe we daarmee omgaan.”

Deel dit artikel