Terug naar de thuiswerker: crisisteamlid Floor

Werk thuis als het kan, riep premier Rutte mensen in Noord-Brabant maandagavond 9 maart als eersten dringend op. Zou het twee weken duren? Vier? Langer? Ruim acht maanden aan coronanieuws, discussies, maatregelen, veranderingen en bijgestelde verwachtingen verder weten we wel beter - net als de TU/e’ers uit onze thuiswerkersreeks van afgelopen voorjaar. Hoe vergaat het ze? Deze week praten we elke dag bij met één van hen en blikken we terug op uitspraken van toen.

door
foto Privéarchief Floor van der Heijden
“Al vanaf het moment dat het coronavirus in Wuhan uitbrak, zijn we als crisisteam non-stop met man en macht aan het werk geweest” (maart 2020)

De camera gaat aan en op onze laptop verschijnt een opgewekte Floor van der Heijden in beeld, met het TU/e-gebouw Atlas prominent achter haar. Nee, ze is niet aan het werk op de campus, maar doet met genoegen een beetje alsóf - met dank aan de aanpasbare achtergronden in Teams.

Want ja, dat campusleven, die dynamiek van studenten, het onderwijs en onderzoek, die mist ze wel, vertelt ze, met lichte weemoed terugdenkend aan die korte periode dat ze er één dag in de week mocht werken. “We doen dit ook tijdens online sollicitatiegesprekken”, vertelt Van der Heijden, programmamanager Integrale Veiligheid aan de TU/e, doelend op haar achtergrondfoto. “Zo kunnen we mensen vanuit hun huiskamer toch een klein beetje meenemen over de campus.”

Ook al zijn inmiddels acht maanden verstreken sinds Cursors eerste thuiswerkgesprek met haar, eind maart (“bizar hè?”); Van der Heijden is voor haar gevoel eigenlijk pas net in iets van een thuiswerkroutine gerold. De eerste maanden van de coronapandemie kwam ze, als lid van het Centrale Crisisteam van de TU/e, niet door het werk heen en zat ze tot over haar oren in de crisis, “met thuis intussen twee kinderen om me heen”.

Vlak voor de zomervakantie, toen haar jongens weer naar school mochten en de pieken in de crisis zich wat meer begonnen te spreiden, kreeg ze langzaam meer grip op haar werk, vertelt Van der Heijden. “Vooral vanaf september ontstond er een andere balans, kwam er eindelijk wat structuur in mijn werkdag. Daardoor zit ik voor mijn gevoel eigenlijk nog maar net thuis. Maar ik weet dat het voor veel mensen heel ánders voelt.”

“We zijn allemaal zo betrokken dat het ons niet goed lukt om los te laten” (maart 2020)

Haar stek aan de keukentafel heeft ze inmiddels verruild voor de berging - eigenlijk de beoogde loungeplek voor de kinderen, maar in het voorjaar toch maar omgebouwd tot werkplek voor mama. Want heel ergonomisch was het daarvoor allemaal niet, aan de keukentafel. “Op een gegeven moment merk je: dit gaat te lang duren. Toen heb ik een bureau gekocht en in Atlas een bureaustoel en een monitor opgehaald.”

Ze vervolgt: “In het begin liep ook alles door elkaar. Ik vond het lastig om mijn werkdag echt af te sluiten, met zicht op mijn werkplek vanaf de bank. Nu ik een eigen werkkamer heb, kan ik aan het einde van de dag de deur echt dichttrekken”.

Er zijn geen wekelijkse persconferenties meer, er is een routekaart opgesteld en een op het onderwijs toegespitste variant daarvan wordt binnenkort vastgesteld, vertelt Van der Heijden. “Daarmee kun je beter voorspellen wat er gaat gebeuren.” Ook kan de universiteit, die begin dit jaar geen kant-en-klaar pandemieplan op de plank had liggen, bij veranderingen of eventuele nieuwe verscherpingen nu teruggrijpen op eerdere scenario’s en ervaringen.

Ze kijkt “met heel veel trots” terug op hoe de universiteit zich vooral in de eerste heftige maanden van de coronacrisis staande heeft gehouden, met de blik vooruit. “Dit is zoiets gróóts. Vooral dat we als TU/e in staat zijn geweest om in zo’n korte tijd, met alles wat ons overkwam, zo’n versnelling door te voeren, van een korte volledige sluiting naar online onderwijs - dat vind ik ongekend.”

Daarbij roemt ze ook de betrokkenheid binnen de gemeenschap, tot op het hoogste niveau. “‘We gaan mét elkaar deze klus klaren’, dat gevoel. Dat gaf zoveel energie. Ik krijg gewoon appjes van Frank (Baaijens, rector magnificus, red.) als er iets is, ik app hem terug. En er is aandacht voor de ander: ‘hoe gaat het nu met jou?’. Aan andere instellingen zitten daar vaak veel meer hiërarchische stappen tussen.”

Het centrale crisisteam komt nog altijd wekelijks bij elkaar, “soms kunnen we een vergadering skippen, als de actualiteit daar naar is”. Het geeft Van der Heijden weer meer ruimte voor haar taken als programmamanager Integrale Veiligheid; voor de projectkalender voor komend jaar bijvoorbeeld, en de begroting. “Die dingen moeten ook gewoon gebeuren.”

“Ik hoop dat mijn kinderen later ook de pósitieve dingen hebben onthouden” (maart 2020)

Ook privé is er meer ruimte gekomen, niet in de laatste plaats voor haarzélf. Want dat vinden van wat vurig gewenste ‘Floor-tijd’ - tot aan de zomervakantie is het jammerlijk mislukt, erkent ze lachend. Bewust genieten, zowel alleen als met haar gezin; dat staat, zodra de werklaptop is afgesloten, nu voor haar voorop. Met een uitstapje naar het park, een wandeling (door natuurgebied De Moerputten bijvoorbeeld, zie foto's), picknick of een spelletjesavond met vriendinnen, op anderhalve meter.

Genieten is het ook van hun compleet gerenoveerde voor- en achtertuin, een pleister op de wonde nadat een lang geplande en zorgvuldig uitgedachte reis naar Indonesië deze zomer niet kon doorgaan. “Ik hou van reizen, dat mis ik wel echt.” In plaats daarvan toog het gezin, de laatste ontwikkelingen en maatregelen nauwgezet gevolgd, naar een Franse camping, op zoek naar wat “rust die we met z’n allen toch wel nodig hadden. Zelfs met alle coronaregels hebben een prima vakantie kunnen hebben. Ik ben sowieso het type dat altijd kijkt naar wat er wél kan.”

Dat neemt niet weg dat ze op de dag van dit tweede gesprek, ‘de elfde van de elfde’, met lichte weemoed kijkt naar foto’s van het carnaval van voorgaande jaren. “Qua carnaval ben ik een echte Oeteldonker.” Er kan weliswaar veel in coronatijd, zeker online - maar een virtueel carnavalsfeest, dat wordt ‘m niet, zegt ook Van der Heijden.

“We hebben met z’n allen nog nooit zoiets groots meegemaakt” (maart 2020)

Hoelang de huidige coronasituatie nog gaat duren? “Pasen is op dit moment een beetje mijn scope. Ik hoop dat we tegen die tijd in staat zijn om in korte tijd veel sneltesten uit te voeren, of dat er een goed vaccin is. Dat zou namelijk wel het moment zijn waarop er meer ruimte ontstaat, zowel voor de BV Nederland als voor ons als TU/e.”

Intussen worden de dagen steeds korter, staat december met zijn gebruikelijke feestdagen voor de deur, “hoe gaan we die doorkomen? Ik merk wel dat veel mensen daarmee worstelen”. Gelukkig staat daar wel een toegenomen portie saamhorigheid tegenover, constateert Van der Heijden, die ook binnen haar eigen dienst probeert de stemming er zo goed mogelijk in te houden. Met regelmatige bila’s, online activiteiten, creatieve alternatieven voor het traditionele kerstetentje met collega’s aan het einde van het jaar bijvoorbeeld. Maar ook met bewuste aandacht voor bijvoorbeeld jarigen en jubilarissen, vertelt ze. “Zo proberen we dat gevoel van gezamenlijkheid er echt in te houden.”

Deel dit artikel