Studenten gaan buiten weer samen sporten

De studentensportverenigingen die buiten teamsport beoefenen, kunnen vanaf 3 maart weer aan de gang en de verenigingen voor individuele sporten mogen dan weer meer studenten tegelijk laten trainen. De binnensporten mogen buiten een plek zoeken. Beperkende factoren zijn de ruimte en de avondklok. Cursor vroeg badmintonners, rugbyers en zaalvoetballers hoe ze het gaan aanpakken.

Dat de overheid mensen tot 27 jaar weer in teams laat sporten, vindt Bas Weggelaar, voorzitter van studentenrugbyvereniging The Elephants heel goed nieuws. “We hebben écht behoefte weer buiten te sporten. Behalve het sociale aspect is voor ons het trainen een uitlaatklep. We hopen zoveel mogelijk leden te zien, hoewel het voor de studenten die weer thuis zijn gaan wonen wat lastiger zal zijn.”

The Elephants spelen op Sportpark Noord en moeten daar de ruimte en tijd verdelen met burgerverenigingen. “Ons streven is om alle zestig actieve rugbyers weer training aan te bieden.” Behalve met de maatregelen van de overheid hebben de verenigingen ook te maken met de regels van het Studentensportcentrum. Weggelaar: “Een belangrijke eis is dat we groepsvorming bij begin en vertrek tegengaan.” Hoe ze dat -en meer, zoals de ontsmetting van materialen- gaan regelen is door het bestuur beschreven in een protocol dat hopelijk maandag wordt goedgekeurd.

Wind

Badmintonnen op de parkeerplaats? Dat kan heel lastig zijn, weet Quinty Peters, voorzitter van studentenbadmintonvereniging Panache. “We hebben in de zomer wel eens getraind op een grasveld met buitennetten. Maar wind en lichtgewicht shuttle zijn geen goede combinatie. Een heel korte periode in het begin van dit collegejaar hebben we weer binnen getraind maar met slechts 16 leden in de hele zaal terwijl we 63 leden hebben.” Toch is Peters heel blij dat ze naar buiten mag, al was het maar om de sleur te verbreken. Vanaf december heeft ze geen racket meer aangeraakt, maar ze heeft er weer veel zin in.  “Als het weer niet toelaat de netten op te zetten, kunnen we cardio- en krachttraining doen. Het is heel belangrijk om de conditie op peil te houden zodat je die niet hoeft op te bouwen als we weer met wedstrijden mogen beginnen later.”

Dit weekend zoekt Panache uit of er nog andere spellen en oefeningen met badmintonrackets te doen zijn. “Het is een voordeel dat ieder zijn eigen racket heeft en ook de shuttle niet aan hoeft te raken met de handen. Het is moeilijk dat we nog steeds niet alles weten van corona, maar het is beter om het zekere voor het onzekere te nemen. Alle kleine dingen helpen.”

Andere schoenen

Om als zaalvoetballer op het gras te sprinten, dribbelen en scoren met de bal, is leuker dan om níet te voetballen, denkt Ruby van Rijswijk, voorzitter van studentenzaalvoetbalvereniging Totelos. Zelf is ze ook lid van Pusphaira en heeft dus zowel binnen- als buitenschoenen, “net als waarschijnlijk veel van onze bijna tweehonderd leden”. Behalve schoenen zijn de ballen en enkele spelregels ook anders, maar veel oefeningen zijn gelijk, zegt ze. “We hebben in de zomer al wat ervaring opgedaan, dat vond iedereen leuk.”

Van Rijswijk hoopt ieder team eenmaal per week een training te kunnen bieden. “In normale tijden heeft iedereen tweemaal per week training, maar iedereen heeft wel begrip dat we tijd en ruimte moeten delen. Iets is beter dan niets.”

Schema

Aan de koepel ESSF nu de taak de puzzel in elkaar te zetten. “De verenigingen die normaal binnen sporten leveren zo snel mogelijk een plan in en dat gaan we in overleg met het SSC beoordelen”, zegt voorzitter Eleonoor Jordans. “Ik vind het nog wel krom dat individuele sporten meer restricties hebben dan de andere sporten, zoals zich houden aan anderhalve meter afstand en slechts in twee-tallen, maar ik ben erg blij dat we het aantal personen kunnen ophogen naar twintig tegelijk in plaats van acht.” De binnensportverenigingen wenst ze heel veel creativiteit toe. “Je moet wel goed improviseren, het is niet makkelijk allemaal.”
By the way, het zwembad blijft voorlopig dicht.

Op de hoofdfoto zie je Pusphaira trainen, dat was in de zomer van 2020

Deel dit artikel