- Onderwijs , Student
- 08/06/2021
Door EuroTeQ hopelijk meer TU/e-studenten richting buitenland
Binnen het samenwerkingsverband EuroTeQ, waar de Europese Unie de komende drie jaar zeven miljoen euro in steekt, werken zes Europese universiteiten, waaronder de TU/e, samen aan het innovatiever vormgeven van hun onderwijs. Het moet er ook toe leiden dat TU/e-studenten nog vaker kiezen voor het volgen van onderwijs buiten Nederland. Nu heeft zestig procent van hen bij afstuderen een internationale ervaring opgedaan.
Paul Koenraad, dean van de Graduate School, hoopt dat cijfer van zestig procent de komende jaren verder op te trekken. EuroTeQ zal daar volgens hem bij helpen en is geïnitieerd vanuit het al tien jaar oude samenwerkingsverband EuroTech, waar de TU/e al vanaf het begin deel vanuit maakt.
“Het opdoen van onderwijservaring in het buitenland is iets waar onze universiteit al jaren voor ijvert”, zegt Koenraad, “maar ook iets wat maar moeilijk verder van de grond te krijgen is.” Op dit moment heeft aan de TU/e maar één op de twee afgestudeerden een keer tijdens zijn of haar studie buiten Nederland onderwijs gevolgd of onderzoek uitgevoerd. Dat daar nog groei te behalen is, staat voor Koenraad buiten kijf. En EuroTeQ, dat officieel in november 2020 van start ging en zich uitstrekt over een periode van drie jaar, kan daar een belangrijke rol bij vervullen.
Tallinn en Praag
De EuroTeQ-partners vallen voor een deel samen met die van EuroTech. Maar aangezien de Europese Unie geen geld steekt in onderwijsprojecten waar instellingen van buiten Europa of uit Zwitserland bij betrokken zijn, doen aan deze samenwerking EPFL uit Lausanne en Technion uit Haifa niet als volledige partners mee. In de plaats daarvoor zijn de Technische Universiteit van Tallinn en de Technische Universiteit Praag eraan toegevoegd. Volgens Koenraad wil de EU ook graag dat bij dit soort projecten de blik wat meer richting het oosten van Europa wordt gericht bij het zoeken naar partnerinstellingen.
De zes EuroTeQ-partners hebben bij elkaar opgeteld 115.000 studenten onder hun hoede. De komende drie jaar zal de focus vooral gericht zijn op het ontwikkelen van een nieuwe aanpak voor het onderwijs voor ingenieurs en de vraag hoe de instellingen daar met hun campussen en faciliteiten het beste op kunnen aansluiten. Belangrijk hierbij wordt de nieuwe onderwijsvorm waar de TU/e al de nodige stappen mee heeft gezet: Challenge Based Learning (CBL).
Frontrunner
Volgens Koenraad zie je deze onderwijsvorm op meerdere instellingen en soms onder andere namen terugkomen, “maar ik durf best te zeggen dat wij op dit vlak een van de frontrunners zijn. Binnen EuroTeQ zullen we in zogeheten ‘Colliders’ Challenge Based-projecten en -onderwijs aanbieden, waarbij studenten van de verschillende EuroTeQ-instellingen kunnen samenwerken. We willen daarbij ook een brug slaan naar andere onderwijsniveaus.”
Koenraad zegt dat het goed zou zijn als ook de Nederlandse regering de noodzaak inziet van verdere Europese onderwijssamenwerking en hierin gaat investeren. “Die co-funding van dit soort Europese onderwijsprojecten zie ik wel in Duitsland en Frankrijk. Daar wordt er echt gericht extra geld ingestoken. Wij hopen dat een nieuw kabinet dat straks ook zo ziet.”
Onderwijsvisie 2030
Andere belangrijke onderdelen uit de Onderwijsvisie 2030 van de TU/e die Koenraad ook wil integreren binnen EuroTeQ, zijn het streven naar een international classroom, waarbij dertig procent van de studentenpopulatie international is; het BOOST-project, waarbij innovatieve ICT-tools voor het onderwijs worden ontwikkeld; samenwerking met het bedrijfsleven, waar de TU/e al groot in is; en het onderwerp life long learning. Koenraad: “En vergeet ook onze innovation Space niet. Dat soort initiatieven bestaan er ook aan die andere universiteiten. Ook daar kunnen we van elkaar leren.”
Dat EuroTeQ er ook toe zal leiden dat steeds meer TU/e-studenten verleid worden om enige maanden onderwijs te volgen aan één van de EuroTeQ- of EuroTech-instellingen, is iets waar Koenraad van harte op hoopt. “We moeten het huidige percentage van zestig procent van onze studenten die dat al doen, nog omhoog zien te brengen."
De ambitie van EuroTech is dat in 2030 al vijftig procent van de studenten een internationale ervaring bij een van de partnerinstellingen gedaan heeft, maar dat lijkt Koenraad gezien het huidige percentage voor uitwisseling binnen EuroTech nog te hoog gegrepen. "Als het in 2025 op vijfentwintig procent ligt, ben ik dik tevreden. Ik reken daar dan ook de studenten bij die een buitenlands onderwijsprogramma vanuit Nederland hebben gevolgd. Want deze tijd laat zien dat online onderwijs wat kwaliteit aangaat grote sprongen heeft gemaakt.”
EuroTech en EuroTeQ
EuroTech bestaat uit zes partnerinstellingen, waaronder de TU/e. Deze samenwerking bestaat dit jaar tien jaar en richtte zich oorspronkelijk op een gezamenlijke agenda rond innovatie en onderzoek. Twee jaar geleden is er ook samenwerking op het gebied van onderwijs aan toegevoegd.
In het kader van het European Universities Initiative van de EU is het onderwijsvoorstel EuroTeQ ingediend en geselecteerd voor uitvoering. EuroTeQ loopt tot 2023 en ontvangt 7 miljoen euro van de EU. Landelijke organisaties en de partners vullen dit bedrag verder aan.
Discussie