40.000 euro studieschuld geen uitzondering

Sinds het nieuwe leenstelsel zijn de studieschulden flink gestegen bij zowel hbo- als wo-studenten. Een kwart van die laatste groep heeft meer dan veertigduizend euro studieschuld aldus de Monitor Beleidsmaatregelen. Demissionair minister Ingrid van Engelshoven stuurde dat nieuwe jaarlijkse rapport over de effecten van het hogeronderwijsbeleid gisteren naar de Tweede Kamer.

door
foto Hadrian / Shutterstock

In 2015 is de basisbeurs afgeschaft. Die omstreden maatregel is een van de aanleidingen om voortaan de Monitor Beleidsmaatregelen te maken. De lichting van 2015 bouwt aanzienlijke hogere schulden op dan voorheen. Eén op de vier universitaire studenten van die lichting heeft meer dan veertigduizend euro schuld. Hetzelfde geldt voor één op de negen hbo-studenten. In eerdere jaren was dat aanmerkelijk minder (rond de 16 procent in het wo en 7 procent in het hbo).

Er zijn ook studenten zonder schulden. Onder academische studenten is die groep even groot gebleven (ongeveer één op vijf), maar in het hbo is dat anders. Voorheen wilde veertig procent niet lenen, maar in de lichting van 2015 is die groep gekrompen tot dertig procent.

Oneerlijk

In een reactie noemt het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) het leenstelsel oneerlijk. ‘Ouders met een kleinere portefeuille kunnen aanzienlijk minder bijdragen aan de studiekosten van hun kinderen’, staat in een persbericht. ‘Zij maken daardoor hogere schulden.’

Volgens de minister zijn de schulden ‘conform de verwachtingen bij invoering van het studievoorschot’, zoals het nieuwe leenstelsel officieel heet. De behoedzame voorspelling was destijds dat de gemiddelde studieschuld zou stijgen naar 21.000 euro, en dat is 17.500 euro geworden (of 24.000 euro, als je de niet-leners buiten beschouwing laat).

Bovendien daalt het percentage studenten met een lening, schrijft de minister, vooral onder eerstejaars. “Eén van de verklaringen kan zijn dat studenten bewuster omgaan met de leenmogelijkheden.”

In de politiek hebben zo ongeveer alle partijen zich van het leenstelsel afgekeerd, behalve de VVD. Het is alleen de vraag wat ervoor in de plaats moet komen. Sommige partijen willen weer een basisbeurs, andere denken aan een tegemoetkoming via de belastingen.

Geen gebruik

Overigens maakt niet iedereen gebruik van de studiefinanciering, om welke reden dan ook. Van de hbo-studenten met recht op studiefinanciering laat 3,8 procent hem liggen, net als 4,5 procent in het wo. Dat is iets meer dan vóór het afschaffen van de basisbeurs.

Opvallend genoeg ervoeren studenten in studiejaar 2019-2020, waarin de coronacrisis uitbrak, minder vaak financiële problemen dan het jaar ervoor (15 tegen 17 procent). Wie leent en geen bijbaan heeft, ervaart vaker financiële problemen - zeker als de ouders laag- of middelbaar opgeleid zijn.

Deel dit artikel