Brett Petzer in Amsterdam. Foto | Bart van Overbeeke

Sluitstuk | Ruim baan voor de fietser

In Parijs moeten automobilisten massaal ruimte maken voor de fiets. De Nederlandse fietscultuur dient hiervoor als inspiratiebron, aldus promovendus (en fietsactivist) Brett Petzer. Als het aan de Zuid-Afrikaan ligt, claimen fietser en voetgangers overal ter wereld de ruimte terug die nu door auto’s wordt ingenomen. “Automobilisten worden als vanzelfsprekend gefaciliteerd, terwijl fietsers en voetgangers actie moeten voeren voor hun rechten. Daar zit iets scheef.”

Toen Brett Petzer nog in Kaapstad woonde, was hij - net als de rest van de witte middenklasse daar - gewend om zich met de auto door de stad te verplaatsen. Totdat die het na een ongelukje begaf en hij noodgedwongen de fiets moest nemen. Dat was een openbaring, vertelt hij. “Fietsen bleek ontzettend snel en handig. Ik hoefde bijvoorbeeld geen parkeerplaats meer te zoeken en kwam daardoor altijd op tijd.” Hij vond het echter lastig om zijn omgeving te overtuigen van de voordelen van de fiets. “De cultuur in Zuid-Afrika is dat je de auto neemt als je je dat kunt veroorloven. Iedereen dacht dus dat ik slechts fietste omdat ik geen auto meer had.”

Toch zijn er uiteraard zat voordelen op te noemen van de fiets als stadsvervoer: fietsen stoten geen CO2 of giftige uitlaatgassen uit, maken geen herrie en vormen een veel kleiner gevaar voor hun medeweggebruikers dan automobilisten. Daarnaast is fietsen gezond en nemen fietsers slechts weinig ruimte in - iets wat Petzer als afgestudeerd ‘urban planner’ ook bijzonder aanspreekt. Eigenlijk is het vreemd dat een groot deel van de openbare ruimte wordt gereserveerd voor autowegen en parkeerplaatsen, vindt hij.

“En dat terwijl voetgangers en fietsers hun plek moeten bevechten, zelfs in een land als Nederland, dat overigens terecht als voorbeeld wordt gezien vanwege de fietscultuur. Iemand heeft eens voorgesteld om iedereen gratis één vierkante meter publieke ruimte te geven; voor de rest zou je moeten betalen. Fietsen zou dan gratis blijven, openbaar vervoer zou het moeten zijn, en automobilisten zouden moeten betalen voor alle ruimte die ze nu als vanzelfsprekend toegewezen krijgen.”

Fietscultuur

Op een zomerschool in Amsterdam ontmoette Petzer in 2015 TU/e-hoogleraar Ruth Oldenziel, die het onderzoeksprogramma Sustainable Urban Mobility onder haar hoede heeft. De Zuid-Afrikaan raakte enthousiast en werd als promovendus aangesteld binnen het gerelateerde project ‘Bicycle Challenges’, dat precies in zijn straatje paste. “Binnen dit project, waarvan ook een boek is verschenen, wordt onderzocht hoe de unieke Nederlandse fietscultuur is ontstaan, en hoe we ervoor kunnen zorgen dat die cultuur minder uniek wordt.” Met andere woorden: hoe kan de fiets als milieuvriendelijk stadstransport ook elders in de wereld een belangrijkere rol gaan vervullen?

Vroeger was Nederland overigens helemaal niet zo bijzonder, benadrukt de promovendus, die de botsende belangen bestudeerde die onlosmakelijk verbonden zijn met de (her)inrichting van de publieke ruimte in steden. “Het lijkt logisch dat de Nederlandse fietscultuur is ontstaan omdat dit een klein, dichtbevolkt en vlak land is. Maar een halve eeuw lang, tot in de jaren vijftig van de vorig eeuw, werd in vrijwel alle steden ontzettend veel gefietst. Ook in Londen, Rome en Berlijn. Die fietsers zijn echter verdreven door de opmars van de auto. In Nederland is die opmars in de jaren zeventig vertraagd toen bleek dat het aantal verkeersslachtoffers in de stad, vooral onder kinderen, explosief toenam.”

Kindermoord

Onder druk van de - van origine Eindhovense - actiegroep Stop de Kindermoord zijn toen snel maatregelen genomen om het autoverkeer in de Nederlandse steden aan banden te leggen en meer ruimte te geven aan fietsers. “In omliggende landen is die tegenreactie er ook gekomen, maar minder succesvol geweest. Dat is de voornaamste reden dat Nederland nu een voorbeeldfunctie heeft.” Je zou dus kunnen zeggen dat de Nederlandse fietscultuur niet zozeer een modern fenomeen is, maar in zekere zin juist een overblijfsel uit het verleden.

Voor toekomstig duurzaam stadstransport moeten we volgens Petzer anders gaan nadenken over de verdeling van de schaarse publieke ruimte tussen automobilisten, fietsers en voetgangers. “De strijd om de publieke ruimte moet gelijkwaardiger worden. In plaats van automatisch wegen aanleggen voor auto’s en dan kijken waar er ruimte over blijft voor andere gebruikers, zou dit alleen moeten gebeuren als de noodzaak voor die wegen is aangetoond. De consequentie is dat we wellicht af moeten van de verplichte parkeerplaatsen bij nieuwbouw en dat autowegen vaker ruimte moeten maken voor fietspaden, in plaats van dat ruimte voor fietsers ten koste gaat van trottoirs, zoals in mijn woonplaats Amsterdam nog vaak het geval is.” Over deze kwesties buigt de gelukkige bezitter van maar liefst vier fietsen zich inmiddels als fietsconsultant en docent aan de Universiteit Utrecht.

Petzer zal donderdag om 13.30 uur promoveren.

Deel dit artikel